6V H18.4 en 18.5

(Regeling van) eiwitten in de cel
6 Vwo
Hoofdstuk 18
Paragraaf 4 en 5
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

(Regeling van) eiwitten in de cel
6 Vwo
Hoofdstuk 18
Paragraaf 4 en 5

Slide 1 - Slide

Vandaag
Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe cellen eiwitten opruimen of ongewenste eiwitten gevormd worden
  • Je kunt de techniek van CRISPR-Cas vanuit een afbeelding beschrijven
  • Je kunt beschrijven hoe het proteoom van een weefsel bepaald kan worden

Programma
  1. Vragen en uitleg
  2. Zelf werken en individuele vragen

Slide 2 - Slide

Waarvoor staat de afkorting miRNA?
A
medium interfering RNA
B
micro RNA
C
messenger insert RNA
D
micro interfering RNA

Slide 3 - Quiz

Wat is NIET waar over siRNA?
A
siRNA is afkomstig van een virus
B
siRNA wordt enkelstrengs gemaakt door het enzym helicase
C
siRNA kan zowel dubbelstrengs als enkelstrengs zijn
D
siRNA wordt afgebroken door het RISC eiwit

Slide 4 - Quiz

Wat is NIET waar over miRNA?
A
Dicer knipt miRNA in stukjes enkelstrengs miRNA
B
Enkelstrengs miRNA bindt aan RISK
C
Het RISC-miRNA complex bindt aan mRNA en breekt mRNA af
D
miRNA wordt door de cel zelf gemaakt

Slide 5 - Quiz

Wat is de beste omschrijving van de functie van het enzym dicer?
A
Het knipt kleine stukje dsRNA's tot kleine moleculen die de translatie kunnen blokkeren
B
Het schakelt enkelstrengs DNA uit
C
Het schakelt enkelstrengs RNA uit
D
Het splitst dubbelstrengs DNA uit besmettelijke virussen

Slide 6 - Quiz

Een mutatie in het gen van ubiquitine kan leiden tot Alzheimer, omdat ...
A
Het gen voor Tau eiwitten en amyliode-eiwitten wordt gestimuleerd
B
Het gen voor Tau eiwitten en amyloide eiwitten niet wordt geremd
C
Tau eiwitten en amyloide eiwitten niet meer worden afgebroken
D
Tau eiwitten en amyloide eiwitten direct na de synthese weer worden afgebroken

Slide 7 - Quiz

Eiwit afvalverwerking
Proteasoom: eiwitcomplex dat eiwitmoleculen vernietigt.


Ubiquitine wordt (door enzymen)
aan eiwitten gekoppeld die vernietigd moeten worden. Dit wordt herkend door het proteasoom: het eiwit wordt afgebroken en ubiquitine komt weer vrij. Kost energie.

Slide 8 - Slide

RNA interferentie
RNA interferentie: binden van kleine RNA fragmenten aan mRNA waardoor translatie niet meer mogelijk is

siRNA: small interfering RNA: wordt gebruikt als afweer tegen virus RNA
miRNA: micro-RNA gemaakt door de cel zelf om de translatie te remmen

Slide 9 - Slide

siRNA
1. Cel wordt geinfecteerd door een RNA virus (enkel- of dubbelstrengs RNA)
2. Cel maakt dicer (nuclease) en de
dicer knipt siRNA in kleine stukjes
3. Helicase maakt van dubbelstrengs siRNA enkelstrengs siRNA
4. siRNA bindt aan RISC ( = RNA-induced silencing complex), wordt siRISC
5. Bij binding van het siRISC aan virusRNA knipt het RISC eiwit het virus RNA -> dat wordt
inactief.

Slide 10 - Slide

miRNA
1. Primair miRNA (microRNA) wordt gemaakt in de celkern (transciptie)
2. Palindroom  volgorde basen zorgen voor 'haarspeld'
3. Primair miRNA verlaat celkern
4. Dicer knipt miRNA in kleine stukjes
5. Helicase maakt enkelstrengs miRNA
6. miRNA bindt aan RISC, wordt miRISC
7. Bij binding van het miRISC aan mRNA knipt het RISC eiwit het mRNA -> dat wordt
inactief.

Slide 11 - Slide

Wat is de biologische functie (oorspronkelijk) van het Crispr-Cas-systeem?
A
afweer van bacteriën
B
het verwijderen van ongewenst DNA
C
koppelen van DNA aan RNA
D
afweersysteem van virussen

Slide 12 - Quiz

Wat is crispr-cas voor techniek?
A
Bij crispr-cas worden wijzigingen aangebracht in bestaande genen van een organisme.
B
het gebruik van gene-editingtechnieken om kapotte genen te repareren.
C
organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens zonder DNA verandering.
D
test dat DNA uit cellen onderzoekt.

Slide 13 - Quiz

Wat doet CRISPR? En wat doet Cas?
A
CRISPR knipt het virale DNA, Cas zorgt voor gids-RNA
B
CRISPR bevat viraal DNA als gids, Cas knipt het virale DNA
C
CRISPR knipt het virale DNA, Cas plakt het virale DNA
D
Geen idee

Slide 14 - Quiz

Voor welk type enzymen codeert het CAS gen?
A
helicase en ligase
B
helicase en nuclease
C
ligase en nuclease
D
ligase en polymerase

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

CRISPR-Cas

Slide 17 - Slide

Wat is essentieel om van mRNA cDNA te maken?
A
Nuclease
B
Rerverse transcriptase
C
Vrije nucleotiden
D
Primers

Slide 18 - Quiz

Als we kijken naar de expressie van eiwitten in een cel kunnen we het beste kijken naar ...
A
matrijsstreng DNA
B
coderende streng DNA
C
mRNA
D
miRNA

Slide 19 - Quiz

Het cDNA dat wordt gevormd door reverse transcriptase is gelijk aan ...
A
matrijsstreng DNA
B
coderende streng DNA
C
mRNA
D
miRNA

Slide 20 - Quiz

Bij een microarray wordt onderzocht hoe het eiwitprofiel van een Alzheimerpatiënt (Red Fluorescent Protein) afwijkt van dat van een gezond persoon (Green Fluorenscent Protein). Goede kandidaat-eiwitten voor RNA-interferentie zouden kunnen zijn?
A
groen opgelichte spots
B
rood opgelichte spots
C
geel opgelichte spots
D
zwarte spots

Slide 21 - Quiz

Stel dat de RNA-interferentie succesvol was, hoe zie je dat dan terug in de microarray?
A
groene spots worden zwarte spots
B
rode spots worden zwarte spots
C
gele spots worden zwarte spots
D
zwarte spots worden rode spots

Slide 22 - Quiz

DNA micro array
1. mRNA uit een cel wordt geïsoleerd
2. mRNA wordt met behulp van reverse transcriptase terugvertaald naar cDNA (met fluorescerende nucleotiden)

Slide 23 - Slide

DNA micro array
3. cDNA stukjes worden opgebracht op een micro-array (plaat met heel veel gaatjes!).  Alleen de stukken cDNA die complementair zijn aan de DNA stukken in de vakjes blijven zitten.
4. Fluorescentie laat zien welke genen tot expressie komen in het weefsel

Slide 24 - Slide

Na deze uitleg ...
A
Begrijp ik alles van H18.4 en 18.5, net als voor de uitleg
B
Denk ik dat ik H18.4 en 18.5 begrijp
C
Heb ik nog een paar vragen, maar dan kom ik er wel uit
D
Uhh, help. Ik begrijp er niks van

Slide 25 - Quiz

Zelf werken
Leren
H18.1 t/m 18.5

Maken
H18 opdrachten af + examentrainer

Kun je
  • beschrijven hoe cellen eiwitten opruimen of ongewenste eiwitten gevormd worden?
  • de techniek van CRISPR-Cas vanuit een afbeelding beschrijven?
  • beschrijven hoe het proteoom van een weefsel bepaald kan worden?

Slide 26 - Slide