4 Crisissituatie

• Begeleiden
• MBO
• Studiejaar 2

Shirley is beroepskracht MZ. Ze werkt nu een maand bij een zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking. Het werk bevalt haar, maar ze vindt dat ze niet zo goed ingewerkt is. Vandaag komt er een nieuwe bewoner op de groep: Jaimy. Het team is vooraf gewaarschuwd door de organisatie waar Jaimy voorheen zorg kreeg. In vreemde situaties is er namelijk kans dat hij wegloopt. Het team spreekt af goed op te letten. Ook spreken ze af de eerste weken te noteren welke kleren Jaimy draagt. Dan kunnen ze zo nodig een goed signalement geven.

Jaimy is nog maar twee uur op de groep of hij is verdwenen. Hoe het kon gebeuren, weet niemand. Na lang aarzelen zegt Shirley tegen haar collega Yvette: ‘Misschien ben ik wel vergeten de deur op slot te doen.’ Yvette reageert geërgerd: ‘Je schuldig voelen doe je maar in je eigen tijd. Jaimy moet zo snel mogelijk gevonden worden. Hij heeft medicijnen nodig. Bel jij de politie? Vraag om een amber-alert.’

De tranen springen Shirley in de ogen. Ze durft nauwelijks te vragen wat Yvette gaat doen. Toch vraagt ze het. ‘Wat denk je zelf?’ reageert Yvette bits. ‘Zijn ouders bellen, natuurlijk. Wat een stomme vraag. Je kent het protocol toch?’

In deze situatie is sprake van een crisissituatie. Leg uit waarom.

In deze situatie is sprake van een crisissituatie. Leg uit waarom.

Een persoonlijke crisis is een ernstige plotselinge verstoring van het dagelijks leven als gevolg van een emotioneel ingrijpende gebeurtenis.

1. Juist
2. Onjuist

De draaglast is de mate waarin een mens in staat is met gebeurtenissen en veranderingen in het leven om te gaan. Juist

1. Juist
2. Onjuist

Een organisatiecrisis is vaak het gevolg van meerdere fouten tegelijk.

1. Juist
2. Onjuist

Na een crisissituatie hebben mensen ongeveer een jaar nodig om te verwerken wat er is gebeurd.

1. Juist
2. Onjuist

Is een cliënt bang, praat dan met hem over zijn angst.

1. Juist
2. Onjuist

Als een cliënt in verdoofde staat is na een crisissituatie is dat een vorm van ontkenning.

1. Juist
2. Onjuist

Afrondende opdracht

9.20.2 Reacties van cliënten op een crisissituatie

9.20.3 Lichamelijke tekenen van spanning of stress

9.20.4 Verdedigingsmechanismen

9.20.5 Heftige angstgevoelens bij (dreigende) crisis

9.20.6 Plotselinge verwardheid bij (dreigende) crisis

9.20.7 Onredelijke boosheid bij (dreigende) crisis

9.20.8 Reacties in het verwerkingsproces

9.20.9 Omgaan met eigen emoties

 Maak groepjes van 2.

Wat zijn de belangrijkste onderwerpen van dit onderdeel

Maak een infographic

https://www.canva.com/nl_nl/maken/infographics/

Week 5 Omgaan met conflicten

Traject MZ KD2016: Module 9, H22

Lesdoelen:

Je weet wat een conflict is;

Je kent de soorten conflicten;

Je weet wat niet-effectieve en effectieve conflicthanteringsstijlen zijn;

Je kan de conflicthanteringsstijlen a.d.h.v. casuïstiek motiveren en toepassen;

Je weet het drie stappenplan voor het omgaan met conflicten te hanteren.