Grammatica

Vrijdag 29 september
Welkom!
Telefoon in tas
10 minuten lezen 

Je leert deze les over samentrekkingen en foutieve samentrekkingen en nog meer...
Lesstof voor de proefwerkweek. 
1 / 47
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vrijdag 29 september
Welkom!
Telefoon in tas
10 minuten lezen 

Je leert deze les over samentrekkingen en foutieve samentrekkingen en nog meer...
Lesstof voor de proefwerkweek. 

Slide 1 - Slide

Wat zijn samentrekkingen?
landsgrenzen en provinciegrenzen
nationale wedstrijden en internationale wedstrijden
Marco trainde de voetballers en John coachte de voetballers.

Op welke manier kan dit korter?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Samentrekking

- Een woord, woorddeel of zinsdeel wordt weggelaten
Vergelijk:
Ik heb een blauwe broek gekocht en een ik heb een groene broek gekocht.
Welke delen zijn hetzelfde?
Welke delen kun je dus weglaten?
Hoe wordt de uiteindelijke zin? 

Slide 4 - Slide

Hoe wordt het?
Marco trainde de voetballers en John coachte de voetballers.

Slide 5 - Open question

Hoe wordt het?
Bruidsjurken en bruidsboeketten

Slide 6 - Open question

Je hebt samentrekkingen op verschillende niveaus:
woordniveau: carnavalsfeesten en - optochten
woordgroepsniveau: gescheiden mannen en vrouwen
zinsniveau: Ik ga morgen naar de markt en naar mijn oma. 

Slide 7 - Slide

Op welk niveau is de zin samengetrokken: Mirjam houdt wel van vla, maar niet van yoghurt.

Slide 8 - Open question

Op welk niveau is de zin samengetrokken: groente- en tomatensoep

Slide 9 - Open question

Geef eens een voorbeeld op woordniveau, op woordgroepniveau en op zinsniveau.
timer
3:00

Slide 10 - Open question

Vraag
Er bestaat ook zoiets als voorwaartse samentrekking en achterwaartse samentrekking. Kunnen jullie aan mij vertellen wat het verschil is?
Kunnen jullie ook een voorbeeld noemen? 

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
Aan de slag met opdracht 2 

Slide 12 - Slide

Dinsdag 3 oktober
Welkom!
Telefoon in telefoontas
10 minuten lezen

Je gaat leren over samentrekkingen en foutieve samentrekkingen.

Slide 13 - Slide

Wat weet je nog over samentrekkingen?
- Wat is een samentrekking?
- Op welk niveau kun je samentrekken? 

Is een samentrekking altijd goed?

De volgende dia's geven je antwoord...

Slide 14 - Slide

Goed of fout?
 Hier wordt een nieuw sportveld aangelegd en enkele kleedkamers geplaatst.
 Max keek naar een leuk meisje en daardoor niet goed uit bij het oversteken.
 De maand augustus is vaak heet en brengen Italianen graag door aan de kust.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Samenvatting van het filmpje...
Aan de slag met opdracht  2 en 3! 

Slide 17 - Slide

Donderdag 5 oktober 
Welkom!
Telefoon in tas
10 minuten lezen 

Je gaat leren over samentrekkingen en foutieve samentrekkingen. 

Slide 18 - Slide

Waar hebben we het de vorige keer over gehad?
Wat weet je nog over samentrekkingen?
Over foutieve samentrekkingen?
Wat hebben functie, getal en betekenis te maken met foutieve samentrekkingen?

Slide 19 - Slide

Die econoom heeft weliswaar vele jaren gestudeerd, maar daardoor nu wel een topfunctie.

A
functie
B
betekenis
C
getal

Slide 20 - Quiz

In de etalage lag niet alleen sportkleding, maar ook volleyballen, rackets en hockeysticks.
A
betekenis
B
getal
C
functie

Slide 21 - Quiz

Veel mensen houden van yoghurt, vla en andere toetjes, maar ik niet.
A
aanvaardbaar
B
niet aanvaardbaar

Slide 22 - Quiz

Aan de slag
Nakijken opdr. 2 blz. 31 (in classroom)

Maken opdracht 4, blz. 35

Slide 23 - Slide

Vrijdag 6 oktober 
Welkom
Telefoon in tas
10 minuten lezen

Je gaat leren over foutieve samentrekkingen en verwijswoorden
Huiswerk: Maken opdracht 4, blz. 35
Eerst samen nakijken

Slide 24 - Slide

Verwijswoorden
Belangrijke termen in de uitleg:
antecedent: betekenis?
geslacht van woorden: betekenis?
onbekendheid met de regels: welke regels

Naar de uitleg op blz. 62 Lees deze door. Welke vragen zijn er? 




Slide 25 - Slide

Aan de slag!
Bestudeer de uitleg nog een keer heel goed. 
Maak opdracht 1 t/m 5.

Slide 26 - Slide

Vrijdag 13 oktober 
Welkom
Telefoon in telefoontas
lezen


Slide 27 - Slide

Huiswerk: opdr. 1 t/m 5 blz. 62
Eerst laten zien, dan krijg je van mij de antwoorden. 

Zelfstandig bestuderen, blz. 66: Fouten met verwijswoorden
Dan maken opdr. 1 t/m 5

Vragen? Stel ze gerust. 

Slide 28 - Slide

Dinsdag 17 oktober 
Welkom!
Telelefoon in tas
10 minuten lezen

Je weet welke fouten je met verwijswoorden je hebt gemaakt en waaraan de fouten te wijten zijn.
Je leert wat een beknopte bijzin is. 

Slide 29 - Slide

De beknopte bijzin
 [Vermoeid door de lange, warme tocht] doken de wandelaars direct hun bed in.

Wat is het onderwerp van het stuk tussen de haken?
Wat ontbreekt in de stukken tussen de haken?

Daarna uitleg van de site.

Slide 30 - Slide

Even oefenen
Toen ze na haar werk goed was uitgerust, ging Caja een stuk fietsen. 

Wat is de bijzin? 
Is deze beknopt?

Slide 31 - Slide

Nog eentje
Nog mopperend over de verloren derby, verlieten de voetballers de kleedkamer.

Wat is de bijzin?
Is hij beknopt? 

Slide 32 - Slide

Nog eentje
De helpdesk is 24/7 telefonisch bereikbaar om u zo nodig van advies te dienen.

Wat is de bijzin?
Is hij beknopt? 

Slide 33 - Slide

Nog eentje
Pas laat in de avond thuisgekomen, dook de vermoeide pizzakoerier meteen zijn bed in.

Wat is de bijzin?
Is hij beknopt? 

Aan de slag met... 

Slide 34 - Slide

Dinsdag 31 oktober 
Welkom!
Telefoon in telefoontas
10 minuten lezen.

Wat heb je voor de vakantie geleerd?
(Foutieve) samentrekkingen, (fouten met) verwijswoorden, (foutief) beknopte bijzin

Slide 35 - Slide

Een stukje herhaling...
Wat is ook alweer...
Een samentrekking
Een foutieve samentrekking
Welke fouten kun je bijvoorbeeld met verwijswoorden maken
beknopte bijzin
foutief beknopte bijzin. 

Slide 36 - Slide

Je hebt samentrekkingen op verschillende niveaus:
woordniveau: carnavalsfeesten en - optochten
woordgroepsniveau: gescheiden mannen en vrouwen
zinsniveau: Ik ga morgen naar de markt en naar mijn oma. 

Slide 37 - Slide

Foutieve samentrekking
Het gaat fout omdat
de functie, het getal, of de betekenis van de delen niet hetzelfde zijn. 

Hij heeft een diploma en daar hard voor gewerkt.
Ze maakte eerst zichzelf en daarna de bedden op.
 'Die film is erg goed en mag je niet missen!'

Slide 38 - Slide

Fouten met verwijswoorden
Je kunt heel veel fouten met verwijzingen maken. Bestudeer de theorie dus goed.  Kijk altijd goed waar het verwijswoord naar verwijst. Denk na en beslis. 

Slide 39 - Slide

Beknopte bijzin
Toen ze na haar werk goed was uitgerust, ging Caja een stuk fietsen. 

Nog mopperend over de verloren derby, verlieten de voetballers de kleedkamer.

Slide 40 - Slide

Foutief beknopte bijzin
 Na een uur in de oven te hebben gestaan, smulden de gasten van de taart.

Deze ets van Picasso werd zoekend naar prenten van Van Gogh ontdekt.

Slide 41 - Slide

In de paragraaf Grammatica zinsdelen heb je geleerd dat een beknopte bijzin geen persoonsvorm en geen onderwerp heeft. In de beknopte bijzin moet het ‘denkbeeldige onderwerp’ van de beknopt bijzin hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin (hz): 

Slide 42 - Slide

Zo verbeter je een foutieve beknopte bijwoordelijke bijzin
Manier 1: Verander de beknopte bijwoordelijke bijzin in een ‘gewone’ bijzin met een persoonsvorm en een onderwerp:

Manier 2: Verander de hoofdzin en vul daarbij het denkbeeldige onderwerp van de beknopte bijzin in .

Slide 43 - Slide

Donderdag 2 november 
Welkom!
Telefoon in tas
10 minuten lezen

Huiswerk: ler blz. 98 maken 1 en 3. 

Bespreken huiswerk in groepjes van 3. Zijn er daarna nog vragen?

Slide 44 - Slide

Voorbeelden: hoe kun je ze verbeteren?
Om vroeg op vakantie te kunnen gaan, vertrok de helikopter van de president al om 7 uur.

 Om de Mobiele Eenheid tegen te werken waren in de straat hoge barricades opgeworpen.

Luid snikkend om de verloren teddybeer zagen de oude dames het jongetje naar zijn moeder rennen.

Slide 45 - Slide

Opdracht
Maak een oefentoets in tweetallen. 
Open een Google document
Maak 2 vragen/opdrachten die passen bij grammatica hoofdstuk 1 blz. 30
Maak 2 vragen/opdrachten die passen bij grammatica hoofdstuk 1 blz. 34
Maak 2 vragen/opdrachten die passen bij grammatica hoofdstuk 2 blz. 62
Maak 2 vragen/opdrachten die passen bij grammatica hoofdstuk 2 blz. 66
Maak 2 vragen/opdrachten die passen bij grammatica hoofdstuk 3 blz. 94
Maak 2 vragen/opdrachten die passen bij grammatica hoofdstuk 3 blz. 98

Slide 46 - Slide

Bespreken!

Slide 47 - Slide