Blokuur 3: verzorging van dieren

Verzorging van dieren
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verzorging van dieren

Slide 1 - Slide

Lesopbouw
- theorie (verzorging van dieren)
- Opdracht, aan de slag! 

Slide 2 - Slide

Welke termen kom  je tegen?
Leefomgeving
Dier verzorging 
Huisvesting
Dagelijkse verzorging
Periodieke verzorging 
Planteter
Vleeseter
Alleseter

Slide 3 - Slide

Uitleg termen
Leefomgeving: omgeving waarin een organisme het beste voedsel kan vinden. Alle leefomstandigheden zijn precies goed om te kunnen leven.
Dierverzorging: zorgen voor dieren dat zij de beste
 leefomgeving krijgen.  

Huisvesting: de plek waar een dier woont en leeft. 
Dagelijkse verzorging: wat moet je dagelijks doen:
hond uitlaten, konijn eten geven, stel uitmesten. 

Periodieke verzorging: naar de dierenarts 

Slide 4 - Slide

Uitleg termen
Planteter: eet alleen planten.
 Bv. een konijn


Vleeseter: eet alleen vlees.
Bv. een vos
Alleseter: eet planten en dieren.
Bv. een koolmees (vogeltje). 

Slide 5 - Slide

verdeling Dierenrijk


Leerdoel:

  • de leerling kan met een aantal kenmerken
    aan een dier herkennen in welke klasse dat dier behoort.
  • de leerling kan elementen van de basisverzorging van een bepaalde klasse noemen.

Slide 6 - Slide

verzorgingseisen
een baardagaam heeft een andere verzorging nodig dan een





Slide 7 - Slide

  1. wat zie je aan het dier - wat weet je wel van het dier?
    (weten waar je op moet letten...)

  2. bepalen in welke van de 5 klassen het dier valt.

  3. welke basisverzorging hebben dieren van die klasse nodig?
Hoe weet je bij een onbekend dier hoe het verzorgd moet worden?

Slide 8 - Slide

voortplanting

Maar hoe de eieren zich ontwikkelen tot jonge dieren is verschillend en kenmerkend voor de klasse.

!! termen:
inwendig = iets vindt in het lichaam plaats
uitwendig = buiten het lichaam
Alle dieren leggen eieren!  mensen ook ...

Slide 9 - Slide

reptielen
leggen eieren = uitwendige ontwikkeling

eieren hebben een zachte leerachtige schaal

eieren worden gelegd in het zand (zand houdt warmte vast)

Slide 10 - Slide

vogels
leggen eieren = uitwendige ontwikkeling

eieren hebben een kalkschaal

eieren worden meestal bebroed door de vogels (er is broedzorg)

Slide 11 - Slide

vissen
eieren worden gelegd in het water = uitwendige ontwikkeling

er zijn zeer veel verschillende eieren en manieren om die eieren te laten ontwikkelen

Slide 12 - Slide

amfibie
eieren worden in het water gelegd
= uitwendige ontwikkeling

er is meestal géén broedzorg
door het ouderdier

ei-omhulsel is waterig

Slide 13 - Slide

zoogdier
ei wordt inwendig bevrucht en komt inwendig tot ontwikkeling

jonge dieren drinken melk bij de moeder


                                     wél broedzorg door
                                     het ouderdier

Slide 14 - Slide

basisverzorging reptielen
huisvesting: terrarium met warmtebron

bodembedekking: zand


Slide 15 - Slide

basisverzorging vogels
huisvesting: voliere met vlieglengte aangepast aan soort vogel

zorgen voor een broedmogelijkheid

voeding aangepast aan de snavelsoort

Slide 16 - Slide

basisverzorging vissen
huisvesting: aquarium (let op: er zijn ook trekkende soorten die niet in een aquarium gehouden kunnen worden)

watertemperatuur en waterkwaliteit bepaalt de gezondheid

voeding aangepast aan beksoort

Slide 17 - Slide

basisverzorging amfibie
huisvesting: padularium = verblijf met half land - half water indeling

zeer schone omgeving nodig (vatbaar voor ziekten die door schimmels worden overgedragen)

voedsel volwassen dieren: vleeseters, jonge dieren: alleseters

Slide 18 - Slide

basisverzorging zoogdier
huisvesting: zeer verschillend (stal, huis, zee, (wei)land, ...)

voeding: lacterende moeder heeft veel energie nodig

verschil in verzorging tussen sociaal levende
dieren en solitair levende dieren

Slide 19 - Slide

meer informatie en leuke sites:

Slide 20 - Slide

Snel aan de slag
Je gaat zelf informatie zoeken over de verzorging van dieren.

Je gaat vragen van de volgende dia beantwoorden in een mini-verslag (3 A4tjes).

Je kiest zelf 1 of 2 (huis)dieren, waarvan je meer wilt weten over de verzorging. 

Slide 21 - Slide

Opbouw en (beantwoord) vragen
 - Voorkant: titel,  afbeelding van het dier, je naam en klas.
1 Waarom heb je dit dier gekozen? + wat wil je zelf weten over dit dier? (zoek info op)
2 Waar leeft dit dier? Hoe ziet de leefomgeving eruit? Huisvesting? (leg uit...)
3 Wat eet het dier? Is het een plant- vlees- of alleseter?
4 Hoe kun je dit dier het beste dagelijks verzorgen?
5 Welke periodieke verzorging heeft dit dier nodig?
6 Is dit dier met uitsterven bedreigd?
7 Extra: Vertel iets over je thuis: heb je huisdieren? En taken rondom het huisdier? Of zou je een huisdier willen hebben?

Slide 22 - Slide

Ontwerp je eigen dierentuin
Teken een eigen dierentuin / plattegrond ervan

Kies minimaal 10 dieren in je tuin 
1 kassa/ingang/uitgang
3 eetgelegenheden voor volwassenen

Slide 23 - Slide

Nabespreken: welk dier had je?

Slide 24 - Mind map

Wat was nieuwe informatie?

Slide 25 - Mind map

nabespreken
- Wat heb je gevonden?
- Wat was nieuwe informatie? 

Slide 26 - Slide