Landschapsfotografie: Ontdek de schoonheid van de natuur

Landschapsfotografie: Ontdek de schoonheid van de natuur

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen leerlingen landschapsfoto's maken die de schoonheid van de natuur vastleggen.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd en wat ze kunnen verwachten.

Wat weet je al over landschapsfotografie?

Basiskennis van landschapsfotografie

Landschapsfotografie is het vastleggen van de natuurlijke schoonheid van landschappen. Het gaat om het vastleggen van de omgeving, de lucht, het licht en de kleuren.

Leg de basisprincipes van landschapsfotografie uit aan de hand van voorbeelden.

Compositie

Bij landschapsfotografie is compositie van groot belang. Leerlingen kunnen experimenteren met regels zoals de regel van derden en symmetrie om een interessante compositie te maken.

Laat verschillende compositieregels zien en laat leerlingen oefenen met het maken van foto's met verschillende composities.

Perspectief

Het perspectief kan een foto maken of breken. Leerlingen kunnen experimenteren met verschillende perspectieven zoals laag bij de grond of hoog vanuit de lucht.

Laat leerlingen experimenteren met verschillende perspectieven en geef feedback op hun foto's.

Belichting

Belichting is belangrijk om de juiste sfeer te creëren in een landschapsfoto. Leerlingen kunnen leren hoe ze de belichting kunnen aanpassen om de juiste sfeer te creëren.

Laat leerlingen experimenteren met verschillende lichtomstandigheden en de belichting aanpassen om de sfeer van de foto te veranderen.

Filters

Filters kunnen helpen om de kleuren en sfeer van een foto te veranderen. Leerlingen kunnen experimenteren met verschillende filters om te zien wat het beste werkt voor hun foto's.

Laat leerlingen experimenteren met verschillende filters en bespreek welke filters het beste werken voor verschillende landschappen.

Technische aspecten

Leerlingen moeten leren hoe ze hun camera kunnen instellen om de beste resultaten te krijgen. Dit omvat het begrijpen van diafragma, sluitertijd en ISO.

Leg uit hoe leerlingen hun camera kunnen instellen en laat ze oefenen met het aanpassen van de instellingen.

Praktijkopdracht

Laat leerlingen naar buiten gaan en foto's maken van verschillende landschappen. Ze moeten experimenteren met compositie, perspectief, belichting en filters.

Geef de leerlingen een lijst met verschillende landschappen om te fotograferen en bespreek hun foto's in de volgende les.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.