Persoonsvorm, voegwoord, komma

• Taal / spelling
• Basisschool
• Groep 5,6

Lesdoel:

Ik kan de persoonsvorm in een zin herkennen en weet op welke manier ik dit kan doen.

Zinsdeel

Een zinsdeel is een woord of een groepje woorden in een zin. 

Het zinsdeel wat we vandaag leren is: de persoonsvorm. 

Persoonsvorm

De persoonsvorm is het werkwoord in de zin wat zegt wat iets of iemand doet. 

Kun je vinden door: 

er een vraagzin van te maken

Het woord wat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.

Bijvoorbeeld: 

Mijn vriend loopt naar de stad. 

Loopt mijn vriend naar de stad? 

Persoonsvorm = loopt

Wat is de pv?
Het koraal wordt bedreigd.

Wat is de pv?
Een walvis is een zoogdier.

Wat is de pv?
Het veulen drinkt bij zijn moeder.

Wat is de pv?
De aapjes zitten op zijn rug.

Wat is de pv?
De directeur opent de deuren.

Wat is de pv?
De bezoekers kijken hun ogen uit.

Wat is de pv?
De reptielen zitten achter glas.

Ik kan de persoonsvorm in een zin herkennen en weet op welke manier ik dit kan doen.

😒🙁😐🙂😃

Lesdoel:

Ik kan een voegwoord herkennen en ik weet wanneer ik een komma moet schrijven.

Voegwoord en komma

Een voegwoord maakt twee zinnen aan elkaar vast. 

Je schrijft een komma voor een voegwoord, behalve bij: en / of

Voorbeelden: want, en, maar, of, omdat, daardoor, hoewel, als, terwijl, om, behalve, dus, voordat, nadat.

Haal het voegwoord uit de volgende zinnen.

Wat is het voegwoord?
Mijn moeder wil geen snoep, maar ik wel.

Wat is het voegwoord?
Ik geef Jim ook snoep, want ik vind hem lief.

Wat is het voegwoord?
Poets je je tanden, voordat je naar bed gaat?

Wat is het voegwoord?
Ik poets mijn tanden, omdat ik geen gaatjes wil.

Wat is het voegwoord?
Ze zijn schoon, doordat ik zo goed gepoetst heb.

Maak van twee zinnen één zin met voegwoord en komma.

Mama gaat.
Maar Roos blijft.

Opa slaapt.
Zolang het stil is.

Roos zingt.
Want dat vindt ze leuk.

Ik kan een voegwoord herkennen en ik weet wanneer ik een komma moet schrijven.

😒🙁😐🙂😃