Welke hygiënische maatregelen moet een verzorgende nemen voordat ze naar een cliënt gaat?
1 / 19
next
Slide 1: Open question
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Welke hygiënische maatregelen moet een verzorgende nemen voordat ze naar een cliënt gaat?
Slide 1 - Open question
Mag je tijdens een handeling sieraden dragen aan je handen/pols
A
ja, ik mag sieraden dragen
B
nee, ik mag geen sieraden dragen
C
ik mag alleen gladde ringen dragen
D
ik mag alleen een horloge dragen
Slide 2 - Quiz
Hoe kan smetten worden voorkomen?
A
Dit kan niet worden voorkomen
B
druk en schuifkrachten vermijden
C
goed drogen van alle huidplooien
D
veel drinken
Slide 3 - Quiz
Hoe kan decubitus worden voorkomen?
A
Dit kan niet worden voorkomen
B
druk en schuifkrachten zoveel mogelijk vermijden.
C
door goed te drogen
D
door veel groenten te eten.
Slide 4 - Quiz
Een gezonde wondbodem met granulatieweefsel dient bij het verzorgen van de wond..
A
vochtig gehouden te worden
B
beschermd tegen beschadigingen
C
Beide bovenstaande
Slide 5 - Quiz
Wat voor type wonden onderscheiden we volgens het WCS
A
geel, zwart, rood, oranje
B
geel en zwart
C
geel, rood, zwart
D
rode wond
Slide 6 - Quiz
Welke wond is GEEN gesloten wond?
A
Bloeduitstorting
B
Hematoom
C
Bloeding in lichaamsholten
D
Steekwond
Slide 7 - Quiz
Ophoping van vocht in een bepaald lichaamsdeel noemen we?
A
vochtophoping
B
glanshuid
C
oedeem
D
gebruik van steunkousen
Slide 8 - Quiz
Waar staat ACT zwachtelen voor?
A
Anterior compressieve therapie
B
Ambulante compressie therapie
C
Arteriële compressie therapie
D
Ambulante compressieve toepassingen
Slide 9 - Quiz
Wat is het doel van ACT zwachtelen
A
Ondersteuning van de spierpompfunctie
B
afvoer van oedeem
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist
Slide 10 - Quiz
Wat is dit?
A
Een zak om haar mee te drogen
B
Een hulpmiddel om steunkousen mee aan te trekken
C
Een steunkous
D
Alle antwoorden zijn onjuist
Slide 11 - Quiz
Welk hulpmiddel kun je gebruiken voor het aantrekken van steunkousen?
A
easy slide
B
doff 'n donner
C
rubberen handschoenen
D
alle 3 genoemde hulpmiddelen
Slide 12 - Quiz
.Mevrouw Hylkema heeft last van spataderen, ze heeft daarom steunkousen voorgeschreven gekregen. Noem nog twee redenen waarvoor een arts of specialist steunkousen voorschrijft.
Slide 13 - Open question
Je neemt de temperatuur rectaal op. Wat betekent rectaal?
A
onder de oksel
B
in het oor
C
in de anus
D
onder de tong
Slide 14 - Quiz
Wat is een normale temperatuur
A
Tussen de 36.5-37.5
B
Tussen de 37.2-37.8
C
Tussen de 36.1 en de 37.8
D
Tussen de 36.3-37.8
Slide 15 - Quiz
Wat doet het lichaam om de temperatuur van het lichaam te verlagen?
A
Snellere ademhaling en hartslag, vernauwen van de bloedvaten
B
Snellere ademhaling en transpireren
C
Transpireren, snellere ademhaling en hartslag, verwijden van de bloedvaten
D
Transpireren, vernauwen van de bloedvaten
Slide 16 - Quiz
Wat meet je precies als je iemands bloeddruk meet?
A
De snelheid waarmee het bloed vervoert wordt
B
De druk van het bloed op de wand van het bloedvat.
C
De hoeveelheid rode bloedcellen in het bloed
D
Hoe vaak het hart per minuut slaat
Slide 17 - Quiz
Je moet de vitale functies opnemen bij mw. Jansen. Welke functies meet je dan?
Slide 18 - Open question
Je hebt de vitale functies gemeten. Je moet deze in het zorgdossier neerzetten. Hoe onthoud je alle waarden?