H4_natuurrampen herhaling_ Japan

Bij welke beweging ontstaan de aardbevingen bij Japan?
A
Langs elkaar
B
Van elkaar af
C
Tegen elkaar aan
1 / 24
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Bij welke beweging ontstaan de aardbevingen bij Japan?
A
Langs elkaar
B
Van elkaar af
C
Tegen elkaar aan

Slide 1 - Quiz

Welke twee soorten platen botsen er in Japan?
A
Aardplaten
B
Aardplaat en een continentale plaat
C
Twee continentale platen
D
Een continentale tegen een oceanische plaat

Slide 2 - Quiz

Welke gevolgen heeft deze plaatbeweging? Noem er 2.

Slide 3 - Open question

Welk woord hoort er niet bij?
A
Platen botsen, waarbij de ene plaat onder de andere duikt
B
Platen bewegen langs elkaar
C
Vulkaankegel
D
Explosief vulkanisme

Slide 4 - Quiz

Welke woord past niet bij IJsland?
A
Platen bewegen uit elkaar
B
Platen bewegen naar elkaar toe
C
Rustig(effusief) vulkanisme
D
Mid-Oceanische rug

Slide 5 - Quiz

Convergente breuk
Divergente breuk
Transforme breuk
Nieuwe aardkorst
Aardbevingen
Korst verdwijnt
Mid-oceanische rug
Gebergtevorming

Slide 6 - Drag question

Nederland ligt op de ...
A
Euraziatische plaat
B
Nederlandse plaat
C
Europese plaat
D
Egeïsche plaat

Slide 7 - Quiz

platen die naar elkaar toe bewegen noem je divergente plaatbeweging
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de voordelen van vulkanisme?
Geef er 2!

Slide 9 - Open question

Welke uitspraak is juist?
A
Vulkanen en aardbevingen komen voornamelijk voor bij plaatranden.
B
Exogene krachten werken van binnenuit op de aardkorst in.
C
Een continentale plaat is zwaarder dan een oceanische plaat.
D
Rond de Atlantische Oceaan komen veel vulkanen en aardbevingen voor.

Slide 10 - Quiz

Iemand doet twee uitspraken:

I Nederland ligt bij een plaatrand, daarom zijn er veel aardbevingen.
II Nederland en Japan liggen op dezelfde plaat.

Welke uitspraak is juist?

A
Uitspraak I is juist, II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, II is juist.

Slide 11 - Quiz

Wat is geen andere naam voor een orkaan?
A
Cycloon
B
Hurricane
C
Tyfoon
D
Tornado

Slide 12 - Quiz

Orkanen ontstaan
A
boven land
B
boven zee

Slide 13 - Quiz


Gesmolten gesteente in de aarde heet ....


A
Magma
B
Lava

Slide 14 - Quiz

De meeste en de zwaarste aardbevingen komen voor bij ....

A
botsende platen
B
platen die uit elkaar bewegen
C
platen die langs elkaar bewegen
D
Bij alle plaatbewegingen

Slide 15 - Quiz

Iemand doet twee uitspraken:
I Met de schaal van Richter wordt de kracht van een aardbeving gemeten.
II Een aardbeving met kracht 5 op de schaal van Richter is 100 keer zo
zwaar als een aardbeving met kracht 3.

Welke uitspraak is juist?


A
Uitspraak I is juist, II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, II is juist.

Slide 16 - Quiz


Troggen ontstaan door ....

A
platen die uit elkaar drijven
B
platen die botsen

Slide 17 - Quiz

Leg uit:
1. Wat is een tsunami?
2. Hoe ontstaat een tsunami?

Slide 18 - Open question

Orkaan
Vulkaan
Aardbeving
Tsunami
Richter
Eruptie
Veel neerslag
Havengolf

Slide 19 - Drag question

Tsunami
Trog 
zeebeving

Slide 20 - Drag question

De plek aan het aardoppervlak recht boven de aardbeving noemen we het....
A
hypocentrum
B
epicentrum

Slide 21 - Quiz


Wetenschappers die aardbevingen bestuderen, heten ....

A
seismografen
B
seismologen

Slide 22 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
A
Een aardbeving is makkelijker te voorspellen dan een vulkaanuitbarsting.
B
Een vulkaanuitbarsting is makkelijker te voorspellen dan een orkaan.
C
Het epicentrum van een aardbeving is makkelijker te voorspellen dan de plaats waar een orkaan aan land komt.
D
Aan materiële schade valt vaak niet te ontkomen bij tsunami’s en tornado’s.

Slide 23 - Quiz


Een tsunami is te voorspellen door middel van een ....


A
waarschuwingssysteem
B
rampenplan

Slide 24 - Quiz