Week 20 - les 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Bonjour!

Hoe heet de bezienswaardigheid op de vorige slide?

1. Le Sacre Coeur
2. Montmartre
3. De Eiffeltoren
4. Le Louvre

Le Sacre Coeur

- Ligt op een heuvel (Montmartre)

- Noorden van Parijs

- Veel toeristen

- Katholieke kerk

- Schilderswijk naast de kerk (laat jezelf naschilderen op Place du Tertre) 

Place du Tertre

Le programme:

* Au travail

* Bloc F: lire

* Au travail (bloc F) - discuter le contrôle de chapitre 5

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je zelfstandig aan de slag met ex. 20 en 21a.

* kan je een forum over verhuizen begrijpen.

* ken je woorden die te maken hebben met je omgeving.

* herken je de structuur van een tekst: inleiding, middenstuk, slot.

* kan je zelf bepalen wat je tijdens zelfstandig werken gaat doen.

Le programme:

* Au travail

* Bloc F: lire

* Au travail (bloc F) - discuter le contrôle de chapitre 5

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je zelfstandig aan de slag met ex. 20 en 21a.

* kan je een forum over verhuizen begrijpen.

* ken je woorden die te maken hebben met je omgeving.

* herken je de structuur van een tekst: inleiding, middenstuk, slot.

* kan je zelf bepalen wat je tijdens zelfstandig werken gaat doen.

Au travail!

* Faites ex. 20 et 21a (p. 67).

* Travail individuel.

* Questions? Posez-les!

* Temps: 10 minutes.

* Après: corriger.

* Prêt? Lisez le texte sur p. 69.

Corrigez:

Ex. 20 (p. 67)

1. je connais
2. hier
3. malade
4. quelque chose
5. ensemble

Ex. 21a

Actif	Calme
faire du foot	jouer à la console
aller au club de sport	visiter un musée
faire du tennis	boire quelque chose
faire du skate	aller à une terrasse

Le programme:

* Au travail

* Bloc F: lire

* Au travail (bloc F) - discuter le contrôle de chapitre 5

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je zelfstandig aan de slag met ex. 20 en 21a.

* kan je een forum over verhuizen begrijpen.

* ken je woorden die te maken hebben met je omgeving.

* herken je de structuur van een tekst: inleiding, middenstuk, slot.

* kan je zelf bepalen wat je tijdens zelfstandig werken gaat doen.

Bloc F (p. 68)

* Ex. 22: utilise p. 64, 2 minutes, après on va discuter.

* Ex. 23: lisez a et faites b, travail individuel. Après, on va le discuter!

* Waar zou de tekst over kunnen gaan? Wat verwacht je te lezen?

* Lisez le texte individuellement et répondez aux questions sur LessonUp.

Les questions:

Beantwoord de vragen in het Nederlands in jouw schrift. 

1. Sinds wanneer woont Dylan in Parijs?

2. Noem een voordeel van Parijs volgens de tekst.

3. Wat is volgens de tekst 'het probleem' in Parijs?

4. Hoeveel voordelen worden er genoemd in de tekst bij de buitenwijk?

5. Wat is het enige nadeel van de buitenwijk?

6. Waar woont Dylan liever: in Parijs of in de buitenwijk? Waarom?

Klaar? Maak vast ex. 23d, 24 en 25 (p. 70/71).

Les réponses

1. sinds zes jaar 
2. veel winkels, er zijn genoeg dingen te doen in Parijs, hij kan overal naartoe met de metro
3. je bent nooit alleen (en er zijn teveel auto's in Parijs waardoor er veel kabaal is in de stad)
4. 5 voordelen
5. de buitenwijk is niet Parijs, Dylan's vrienden wonen in Parijs
6. in Parijs, omdat zijn vrienden daar ook wonen 

Le programme:

* Au travail

* Bloc F: lire

* Au travail (bloc F) - discuter le contrôle de chapitre 5

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je zelfstandig aan de slag met ex. 20 en 21a.

* kan je een forum over verhuizen begrijpen.

* ken je woorden die te maken hebben met je omgeving.

* herken je de structuur van een tekst: inleiding, middenstuk, slot.

* kan je zelf bepalen wat je tijdens zelfstandig werken gaat doen.

Au travail!

* Choix: faire ex. 23d, 24 et 25 OU apprendre pour le contrôle.

* Temps: 10 minutes.

* Posez des questions si vous les avez!

* Travail individuel ou à deux.

* Prêt? Apprennez pour le contrôle.

Le programme:

* Au travail

* Bloc F: lire

* Au travail (bloc F) - discuter le contrôle de chapitre 5

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je zelfstandig aan de slag met ex. 20 en 21a.

* kan je een forum over verhuizen begrijpen.

* ken je woorden die te maken hebben met je omgeving.

* herken je de structuur van een tekst: inleiding, middenstuk, slot.

* kan je zelf bepalen wat je tijdens zelfstandig werken gaat doen.

La fin

* Qu'est-ce qu'on a fait ce cours?

* Les devoirs:

- SO -> pas de devoirs!

- faire: ex. 23d, 24 et 25.