Verwijswoorden

Verwijswoorden
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verwijswoorden

Slide 1 - Slide

H. 19 Verwijswoorden
Je leert wat verwijswoorden zijn en welk nut ze hebben. 


Slide 2 - Slide

Verwijswoorden: woorden die naar andere woorden verwijzen. 

Toen ik zag ik haar daar langscheuren op haar scooter. 

Slide 3 - Slide

Voornaamwoord als verwijswoord: 
Persoonlijk, aanwijzend, bezittelijk.
Bijvoorbeeld: deze, die, dit, dat zo'n, datgene, diegene, zijn, jouw, mijn, hij, zij, het...

Mijn kat is altijd bang dat iemand zijn eten afpakt. 

Bijwoord als verwijswoord
Bijvoorbeeld: hier, daar, toen, erover, hoe, zo, waar, wanneer. 

Wat vind je van mijn voorstel, denk erover na. 

Slide 4 - Slide

Verwijzen met een zelfstandig naamwoord:
Is geen echt verwijswoord, maar kan verwijzen naar een persoon, dier of ding uit een andere zin. 

Lionel Messi scoorde het winnende doelpunt. De voetballer was de held van de avond. 

Slide 5 - Slide

In Groningen woont mijn neef, die gitaar speelt. Wat is het verwijswoord?
A
neef
B
die
C
gitaar
D
speelt

Slide 6 - Quiz

In Groningen woont mijn neef, die gitaar speelt. Welk soort verwijswoord is 'die'?
A
voornaamwoord
B
bijwoord
C
zelfstandig naamwoord

Slide 7 - Quiz

Donyell Malen heeft een carrière waarvan veel jongens dromen. Welk soort verwijswoord is waarvan?
A
voornaamwoord
B
bijwoord
C
zelfstandig naamwoord

Slide 8 - Quiz

Donyell Malen heeft een carrière waarvan veel jongens dromen. Wat is het verwijswoord?
A
carrière
B
waarvan
C
jongens
D
dromen

Slide 9 - Quiz

Elisa zocht in de kledingkast naar haar favoriete shirt. Wat is het verwijswoord?
A
in
B
kledingkast
C
haar
D
favoriete

Slide 10 - Quiz

Elisa zocht in de kledingkast naar haar favoriete shirt. Welk soort verwijswoord is haar?
A
voornaamwoord
B
bijwoord
C
zelfstandig naamwoord

Slide 11 - Quiz

Sifan Hassan won twee gouden medailles. De atlete is zeer tevreden.
A
twee
B
medailles
C
de atlete
D
tevreden

Slide 12 - Quiz

Sifan Hassan won twee gouden medailles. De atlete is zeer tevreden. Welk soort verwijswoord is de atlete?
A
voornaamwoord
B
bijwoord
C
zelfstandig naamwoord

Slide 13 - Quiz

Je mag alleen fluisterend overleggen met diegene naast je. 

Maak opdracht 3 t/m 5 (blz. 148).

We bespreken de antwoorden in deze les. 


timer
10:00

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Ga naar Numo

1. Maak de taak Bijvoeglijk naamwoord af. 
2. Maak de taak Verwijswoorden. 
Werk in stilte

Slide 16 - Slide