taal verkennen thema 5

taal verkennen thema 5
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

taal verkennen thema 5

Slide 1 - Slide

samengestelde zinnen
- hoofdzin
- bijzijn

Slide 2 - Slide

Rick eet geen fastfood meer, want anders komt hij snel aan.
Typ als antwoord de bijzin.

Slide 3 - Open question

Petra voelt zich niet lekker,
maar ze heeft geen koorts.
hoofdzin
bijzin

Slide 4 - Drag question

Thomas heeft een taart gebakken voor oma, omdat ze morgen jarig is.
Waaruit bestaat de samengestelde zin?
A
hoofdzin + bijzin
B
bijzin + hoofdzin
C
hoofdzin + hoofdzin
D
bijzin + bijzin

Slide 5 - Quiz

zinsdelen
- onderwerp = wie of wat
- gezegde = alle werkwoorden
- persoonsvorm = maak een vraagzin / verander de zin van tijd

Slide 6 - Slide

Wat is het onderwerp in de zin?

Mijn oom heeft de planten verzorgd, omdat we op vakantie waren.
A
Mijn oom
B
Mijn oom + we
C
We
D
heeft verzorgd

Slide 7 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?

Mijn oom heeft de planten verzorgd, omdat we op vakantie waren.
A
heeft
B
heeft + waren
C
heeft verzorgd
D
waren

Slide 8 - Quiz

Wat is het gezegde in de zin?

Mijn oom heeft de planten verzorgd, omdat we op vakantie waren.
A
Mijn tante heeft
B
heeft verzorg waren
C
heeft verzorgd
D
omdat we op vakantie waren

Slide 9 - Quiz

Mevrouw Jansen heeft gisteren een boek besteld.

Slide 10 - Open question

Lieke heeft gisteren alle planten water gegeven.

Slide 11 - Open question

voegwoorden

Slide 12 - Slide

Roos kwam niet op tijd voor de les, ... de trein vertraging had
A
want
B
omdat
C
terwijl
D
of

Slide 13 - Quiz

Wat is het voegwoord in de zin?

De juf heeft gisteren niet voorgelezen, want ze was het boek vergeten

Slide 14 - Open question

leestekens
- komma
- punt
- uitroepteken 
- vraagteken
- dubbele punt
- apostrof

Slide 15 - Slide

Staat de komma op de goede plek?

Als de bus komt kunnen, we instappen.

A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Joost zit op voetbal tennis schaken en muziekles.

Slide 17 - Open question

tijdens de ramadan mogen de kinderen niet eten drinken en schelden.

Slide 18 - Open question

de juf zei vergeet je fiets morgen niet

Slide 19 - Open question