SEMANA 14 - VOCA & LUISTERVAARDIGHEID

SEMANA 14 - VOCA & LUISTERVAARDIGHEID
1 / 46
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

SEMANA 14 - VOCA & LUISTERVAARDIGHEID

Slide 1 - Slide

Wat is de betekenis van het Spaanse werkwoord 'comprar'?
A
Verkopen
B
Passen
C
Lenen
D
Kopen

Slide 2 - Quiz

Hoe vertaal je het werkwoord 'probar' naar het Nederlands?
A
Proberen
B
Aantrekken
C
Kopen
D
Gebruiken

Slide 3 - Quiz

Wat betekent 'quedar bien' in het Nederlands?
A
Weggaan
B
Goed staan
C
Goed voelen
D
Goed afpsreken

Slide 4 - Quiz

Hoe vertaal je het werkwoord 'ir bien con' naar het Nederlands?
A
Slecht passen bij
B
Blij zijn met
C
Ruzie maken met
D
Goed passen bij

Slide 5 - Quiz

Wat is de betekenis van het Spaanse werkwoord 'gustar'?
A
Vervelen
B
Mooier vinden
C
Lekker vinden
D
Mooi vinden

Slide 6 - Quiz

Wat is de betekenis van 'la ropa' in het Spaans?
A
kleren
B
kleding
C
eten
D
drinken

Slide 7 - Quiz

Wat is de betekenis van 'preferir' in het Spaans?
A
voorkeur hebben
B
vermijden
C
liever willen
D
kiezen

Slide 8 - Quiz

Wat is de betekenis van 'tienda' in het Spaans?
A
huisje
B
boetiek
C
winkel
D
school

Slide 9 - Quiz

Wat is de betekenis van 'ponerse' in het Spaans?
A
aantrekken
B
aandoen
C
dragen
D
uitdoen

Slide 10 - Quiz

Wat is de betekenis van 'vale' in het Spaans?
A
is goed
B
het kost
C
het is mooi
D
het is lelijk

Slide 11 - Quiz

19

Slide 12 - Video

camiseta con dibujos
camiseta de corazones
camiseta de flores
camiseta lisa
camiseta de rayas

Slide 13 - Drag question

camiseta con dibujos
camiseta de corazones
camiseta de flores
camiseta lisa
camiseta de rayas

Slide 14 - Drag question

camiseta con dibujos
camiseta de corazones
camiseta de flores
camiseta lisa
camiseta de rayas

Slide 15 - Drag question

camiseta con dibujos
camiseta de corazones
camiseta de flores
camiseta lisa
camiseta de rayas

Slide 16 - Drag question

00:10
Busco...
A
un regalo
B
un vestido rojo
C
un panlatones
D
unos vaqueros

Slide 17 - Quiz

00:16
¿Algo de ropa o algún complemento? Unas gafas de sol, un collar, unos ...
A
guantes
B
pantalones
C
pendientes
D
clientes

Slide 18 - Quiz

00:19
¡Ropa! Un ... o una ...
A
complemento - camisa
B
vestido - camiseta
C
gorro - falda
D
jersey - chancla

Slide 19 - Quiz

00:21
¡...! Ven conmigo.
A
Vale
B
Claro
C
Por supuesto
D
Vaya

Slide 20 - Quiz

00:29
Aquí ... los vestidos de la nueva colección.
A
está
B
son
C
estaban
D
están

Slide 21 - Quiz

00:37
Hm, es que son un poco ...
A
coches
B
caros
C
baratos
D
claros

Slide 22 - Quiz

00:40
... voy a regalarle una camiseta. ¿Puedes enseñarme algunas?
A
Creo que
B
Mejor
C
Vale
D
No quiero

Slide 23 - Quiz

00:48
¿Cómo la ...?
A
quieres
B
compras
C
prefieres
D
piensas

Slide 24 - Quiz

01:02
Welke optie heeft hij NIET?
A
geruit
B
gestreept
C
met hartjes
D
met stippen

Slide 25 - Quiz

01:06
¿... es tu novia? ¿Es una chica romántica?
A
Cómo
B
Quién
C
Cuánto
D
Cuándo

Slide 26 - Quiz

01:12
Welk T-shirt valt af?
A
de rayas (gestreept)
B
con dibujos (met plaatjes)
C
lisa (effen)
D
de corazones (hartjes)

Slide 27 - Quiz

01:16
Me ... esta naranja. A Blanca le encanta el naranja.
A
gusto
B
gusta
C
gustan
D
gustos

Slide 28 - Quiz

01:18
¿Cuánto ...? ¿Tiene descuento?
A
vale
B
cuesta
C
es
D
va

Slide 29 - Quiz

01:22
No, no tiene. Por ser de la nueva colección. Pero no es tan ...
A
cara
B
barata
C
bonito
D
bonita

Slide 30 - Quiz

01:27
Bueno, tampoco es tan ...
A
barata
B
cara
C
bonita
D
buena

Slide 31 - Quiz

01:30
Wie gaat hij bellen om advies te vragen?
A
zijn vriendin
B
zijn moeder
C
zijn zus
D
zijn nichtje

Slide 32 - Quiz

01:44
Wat gebeurt hier?
A
Su hermana no contesta.
B
Su hermana no tiene móvil.

Slide 33 - Quiz

01:45
¿Qué ... tiene tu novia?
A
color
B
ropa
C
precio
D
talla

Slide 34 - Quiz

01:58
Wat gebeurt hier?
A
De verkoopster haalt een ander shirt.
B
De verkoopster gaat proberen z'n zus te bellen.
C
De verkoopster gaat het shirt aantrekken.
D
De verkoopster moet even een andere klant helpen.

Slide 35 - Quiz

camiseta con dibujos
camiseta de corazones
camiseta de flores
camiseta lisa
camiseta de rayas

Slide 36 - Drag question

Frases tienda de ropa



1. Je zoekt iets in een kledingwinkel. Zeg wat je zoekt.
2. Zeg dat je liever een andere kleur wil.
3. Zeg welke maat je hebt.
4. Zeg dat je het wil passen.
5. Zeg dat je het mooi vindt (staan).
6. Bedank de verkoper.





Slide 37 - Slide

6

Slide 38 - Video

'PROEFLUISTERTOETS'


Wat kun je verwachten?

Slide 39 - Slide

00:08
Wat vindt hij ervan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

00:11
Maar wil hij deze ook kopen?
A
Ja
B
Nee

Slide 41 - Quiz

00:16
Waarom wijst de verkoopster naar boven?
A
Ze gaat daar even omkleden.
B
Daar is de kassa waar hij kan betalen.
C
Daar hebben ze andere kleurtjes.
D
Daar hebben ze accessoires.

Slide 42 - Quiz

00:29
Wat vraagt de verkoopster?
A
Of hij een klantenkaart heeft.
B
Of hij zeker weet dat hij dit T-shirt wil kopen.
C
Hoe tevreden hij is met de service.
D
Hoe hij wil betalen.

Slide 43 - Quiz

00:31
Hoe betaalt hij?
A
Cash
B
Pinnen

Slide 44 - Quiz

00:48
la vuelta
el recibo

Slide 45 - Drag question

Slide 46 - Video