What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2324 4G wk 02 Les 3+4
LIEBE LEUTE,
DAS PROGRAMM FÜR HEUTE:
Verben gelernt?
Üben
An die Arbeit
1 / 43
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
This lesson contains
43 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
LIEBE LEUTE,
DAS PROGRAMM FÜR HEUTE:
Verben gelernt?
Üben
An die Arbeit
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Uitgangen regelmatige werkwoorden
Slide 3 - Slide
AN DIE ARBEIT Hausaufgaben
Können/Lernen:
Seite 8-9-10 Grammatica Werkwoorden
TAFELS LEEG
TAFELS UIT ELKAAR
BOEK WEGLEGGEN
EN
OEFENTOETS
NAKIJKEN MET NAKIJKBLAD
timer
10:00
Slide 4 - Slide
SO Kapitel 3
maandag 25 september
20 x Woordjes N-D
20 x Woordjes D-N
(van de 26 woordjes!!!)
19 x Werkwoorden vervoegen
19 x Vertalen: voorzetsels + persoonlijk vnw (3e 4e naamval)
6 x Zinnen N-D
Slide 5 - Slide
Persoonlijke vnw Nederlands:
onderwerp LV/MV
Personalpronomen Deutsch:
onderwerp MV LV
1e
3e/4e
ik
mij
jij
jou
hij
hem
zij
haar
het
het
wij
ons
jullie
jullie
zij (mv)
hen
u
u
wie
wie
1e
3e
4e
ich
mir
mich
du
dir
dich
er
ihm
ihn
sie
ihr
sie
es
ihm
es
wir
uns
uns
ihr
euch
euch
sie
ihnen
sie
Sie
Ihnen
Sie
wer
wem
wen
Slide 6 - Slide
Voorzetsels 3de naamval
na = nach --> Ik ben na hem aan de beurt.
naar = zu --> Ik ga morgen naar haar toe.
door = von "dader" --> Het boek werd door hem geschreven.
uit
bij
met
na/naar
sinds
van/
door
naar
(personen / gebouwen)
aus
bei
mit
nach
seit
von
zu
Slide 7 - Slide
Voorzetsels 4de naamval
durch
für
gegen
ohne
um
door
(kan niet bij deze grammatica)
voor
tegen
zonder
om
Slide 8 - Slide
BIJ DEZE GRAMMATICA GELDT:
IN JE BOEK SCHRIJVEN!!!
na = nach
(2 naar 4 letters)
naar = zu
(4 naar 2 letters)
(naar personen/beweging)
door = von
jullie: mét voorzetsel = altijd "euch"
ons: mét voorzetsel = altijd "uns"
wie = wem of wen
(3e naamval "M")
hem = ihm of ihn
(3e naamval "M")
Slide 9 - Slide
OPDRACHT
Oefening voorzetsels + pers.vnw.
Instructie
Naam 1: vul in het Nederlands combinaties in (gebruik je boek)
- maak het niet te makkelijk...
-
Inleveren bij Vemo + boeken weg
Naam 2: Geef de vertaling van de combinaties
Slide 10 - Slide
AN DIE ARBEIT Hausaufgaben
STUDYGO UITPROBEREN!!
Machen
Ab Seite 17: Aufgaben 30+31+32
Zinnen: maken + vertalen + opschrijven (schrift)
(Gebruik de Sprachmittel)
Lernen/Kennen:
Seite 25: Alle Wörter N-D
Seite 26: Alle Wörter D-N
Slide 11 - Slide
Auf Wiedersehen!
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Periode SE-2
TOETSEN
SO 1 Brückenschlag Kapitel 3: “Unterwegs”
Kijk- en luistervaardigheid CITO KLV 4GT-niveau Oude versie (Normering versoepelen)
Praktische opdracht Krimi / soap - Video
SE-2 week:
PW Brückenschlag Kapitel 3: „Unterwegs“ + Kapitel 5: „Zukunft“
(Herkansbaar)
Slide 14 - Slide
warten
Wir _________ schon lange!
A
warte
B
warten
C
wart
D
wartet
Slide 15 - Quiz
sein
_________ du morgen zu Hause?
A
Bin
B
Bis
C
Bint
D
Bist
Slide 16 - Quiz
reisen
_________ du morgen nach Italien?
A
Reisst
B
Reise
C
Reisen
D
Reist
Slide 17 - Quiz
wohnen
Wie lange ________ ihr schon hier?
A
wohnt
B
wohnen
C
wohnet
D
wohne
Slide 18 - Quiz
zahlen
_________ Sie die rechnung, bitte?
A
Zahlen
B
Zahlt
C
Zahle
D
Zahlst
Slide 19 - Quiz
mieten
Er _________ diese Wohnung seit Januar.
A
mietest
B
mietst
C
mietet
D
mieten
Slide 20 - Quiz
haben
__________ ihr Haustiere?
A
Hast
B
Hat
C
Habt
D
Habet
Slide 21 - Quiz
gehen
Wo ________ du hin?
A
gehe
B
geht
C
gehest
D
gehst
Slide 22 - Quiz
enden
Wie spät _______ dieses Konzert?
A
endet
B
enden
C
endst
D
endest
Slide 23 - Quiz
tanzen
Meine Eltern _________ gerne Tango.
A
tanzet
B
tanzt
C
tanzst
D
tanzen
Slide 24 - Quiz
lassen
Ich ________ dich gehen.
A
lasse
B
lassen
C
lass
D
lasst
Slide 25 - Quiz
Lernziele
Ik kan de esttenten-regel toepassen
Ik kan haben en sein correct gebruiken
Ik snap wat er gebeurd als de stam eindigt op -s -d -t
Ik heb mijn huiswerk (deels) af
Slide 26 - Slide
werkwoord haben
ich habe
du hast
er/sie/es hat
wir haben
ihr habt
sie/Sie haben
werkwoord sein
ich bin
du bist
er/sie/es ist
wir sind
ihr seid
sie/Sie sind
Slide 27 - Slide
Voltooid deelwoord
Sein = gewesen (geweest)
Haben = gehabt (gehad)
Regelmatige werkwoorden = ge + stam + t
Stam -d -t = ge + stam + et
Slide 28 - Slide
haben
Diese Vorstellung ________ lange gedauert.
sein
Er ist schon lange nicht hier ____________.
(volt. dw)
kochen
Mein Vater _______________________ das Mittagessen.
haben
Thomas und Tim ____________ keine Hausaufgaben.
stehen
Du _____________________ auf der Treppe.
liegen
Ihr _____________________ im Bett.
heißen
Meine Nachbarin __________________ Sandra.
sein
Wir ___________ nächste Woche nicht zu Hause.
kommen
Warum ___________ ihr Morgenfrüh nicht?
warten
Hast du schon lange ____________________?
(volt. dw)
Slide 29 - Slide
Diese Vorstellung _
hat
_ lange gedauert.
Er ist schon lange nicht hier _
gewesen
_.
(volt. dw)
Mein Vater _
kocht
_ das Mittagessen.
Thomas und Tim _
haben
_ keine Hausaufgaben.
Du __
stehst
__ auf der Treppe.
Ihr __
l
iegt
_ im Bett.
Meine Nachbarin _
heißt
_ Sandra.
Wir _
sin
d
_ nächste Woche nicht zu Hause.
Warum _
kommt
_ ihr Morgenfrüh nicht?
Hast du schon lange __
gewartet
__?
(volt. dw)
ANTWORTEN:
Slide 30 - Slide
haar
für _______
Slide 31 - Open question
haar
bei _______
Slide 32 - Open question
hem
bei _______
Slide 33 - Open question
hem
ohne _______
Slide 34 - Open question
voor u
für _______
Slide 35 - Open question
met jullie
mit _______
Slide 36 - Open question
VERTAAL naar het Duits:
met hem
Slide 37 - Open question
VERTAAL naar het Duits:
tegen hem
Slide 38 - Open question
VERTAAL naar het Duits:
zonder haar
Slide 39 - Open question
VERTAAL naar het Duits:
naar hen
Slide 40 - Open question
VERTAAL naar het Duits:
om ons
Slide 41 - Open question
VERTAAL naar het Duits:
van mij
Slide 42 - Open question
VERTAAL naar het Duits:
bij wie
Slide 43 - Open question
More lessons like this
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
December 2018
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
2324 4G wk 02 Les 1
August 2022
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Personalpronomen met voorzetsels 4e naamval
25 days ago
- Lesson with
49 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Persoonlijk voornaamwoord met voorzetsels in de derde en vierde naamval
January 2024
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Persoonlijk voornaamwoord met voorzetsels in de derde en vierde naamval
15 days ago
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
21-22 4G wk 37 les 1 zelfstandig
March 2022
- Lesson with
41 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Maandag 1.03.21
February 2021
- Lesson with
41 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
M3 Kapitel 11 (pers vnw) en Wörterlisten D-N
October 2022
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3