H2 §5 Innovatie in een bedrijf

Economie 

H2 §5
Innovatie in een bedrijf
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Economie 

H2 §5
Innovatie in een bedrijf

Slide 1 - Slide

Terugblik

Slide 2 - Slide

Welke formule heb ik nodig?
25% korting op €95,--
A
: 100 x aantal %
B
deel : geheel x 100
C
(nieuw-oud) : oud x 100

Slide 3 - Quiz

Hoe reken ik uit hoeveel % een kleine groep van de grote groep is?
A
nieuw - oud / oud x 100%
B
deel / geheel x 100%
C
bijvoorbeeld 100 x 0,15

Slide 4 - Quiz

Wat is welvaart?
A
Hoeveel iemand kan kopen
B
In hoeverre je in je behoefte kunt voorzien
C
Hoe leuk je je leven vindt
D
Hoeveel je kunt bewegen

Slide 5 - Quiz

Arbeidsproductiviteit
A
De productie per machine in een bepaalde tijd
B
De productie per bedrijf
C
De arbeid per bedrijf
D
De productie per werknemer in een bepaalde tijd

Slide 6 - Quiz

Als de arbeidsproductiviteit stijgt dan
A
dalen de variabele kosten per product.
B
stijgen de variabele kosten per product.
C
dalen de vaste kosten per product.
D
stijgen de vaste kosten per product.

Slide 7 - Quiz

Wat is NIET van invloed op de arbeidsproductiviteit?
A
scholing
B
arbeidsvoorwaarden
C
arbeidsverdeling
D
maatschappelijke kosten

Slide 8 - Quiz

Innovatie
A
Het succesvol introduceren van nieuwe producten of productieprocessen
B
Een ander woord voor investeren
C
Goedkopere oude kapitaal goederen aanschaffen
D
De prijs van geld

Slide 9 - Quiz

§5 Leerdoelen
- Ik kan de invloed van verschillende vormen van innovatie uitleggen.
- Ik kan rekenen met onderbezetting

Slide 10 - Slide

Hoe kan je de arbeidsproductiviteit verhogen?
1. Nieuwe productietechnieken
- mechaniseren
Sneller en makkelijker werken met machines, maar nog wel met hulp van mensen (bijv scankassa's)
- automatisering
Je vervangt de mensen helemaal door een machine ( bijv zelfscanners)

Slide 11 - Slide

Gevolgen mechanisering en automatisering
- Bedrijf kan bezuinigen op de loonkosten --> daardoor hogere winst
- Er moeten duurdere machines gekocht worden --> Deze worden per jaar minder waard (afschrijving) --> Daardoor stijgen de afschrijvingskosten binnen het bedrijf

Slide 12 - Slide

Productiecapaciteit = maximale productie
Alles wat beschikbaar is in een onderneming (arbeid en kapitaal) om te produceren, bepalen de productiecapaciteit.

Wordt de productiecapaciteit niet benut, dan is er sprake van onderbezetting


Slide 13 - Slide

Productiecapaciteit
Productiecapaciteit


  • onderbezetting 
  • -> er wordt minder geproduceerd, dan er maximaal geproduceerd kan worden
  • overbezetting 
  • -> er is productiecapaciteit te kort om aan de vraag te kunnen voorzien

Slide 14 - Slide

Bezettingsgraad
Werklijke productie tov capaciteit. Altijd weergegeven in procenten

Formule : werkelijke productie : productiecapaciteit (max productie)

Slide 15 - Slide

Voorbeeld
Bij een fabriek is een productiecapaciteit van 50 fietsen per dag. De fabriek produceert 40 fietsen op een dag.

1. Is hier sprake van een onderbezetting of een overbezetting?

2. Bereken de bezettingsgraad? 

Slide 16 - Slide

Voorbeeld
Bij een fabriek is een productiecapaciteit van 50 fietsen per dag. De fabriek produceert 40 fietsen op een dag.
1. Is hier sprake van een onderbezetting of een overbezetting?
Er worden minder fietsen gemaakt dan max kan, dus onderbezetting
2. Bereken de bezettingsgraad? 
40 : 50 x 100 = 80%

Slide 17 - Slide

Wat is recessie?
Recessie betekent letterlijk 'teruggang' of 'terugval'. De economische groei daalt en is dan lager dan gemiddeld. 

In de praktijk wordt meestal van een recessie gesproken als de groei van het nationaal inkomen (wat er in totaal wordt verdiend in een land) gedurende twee of meer opeenvolgende kwartalen negatief is.

Is de productie laag --> dan wordt er ook minder verkocht --> nationaal inkomen lager --> recessie 

Slide 18 - Slide

Bezettingsgraad
LAAG 

Dan komt economie in een recessie

Slide 19 - Slide

Stelling
In de coronatijd is de bezettingsgraad van machines bij veel bedrijven hoog

Slide 20 - Slide

Huiswerk
§5 Opgaven 6 t/m 12
en RT 5

Slide 21 - Slide

§5 Leerdoelen
- Ik kan de invloed van verschillende vormen van innovatie uitleggen.
- Ik kan rekenen met onderbezetting

Slide 22 - Slide