Powerles Toets 2.3 + 2.4 + 3.1 + 3.2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Tijdvak 3: tijd van monniken en ridders

Powerles

Benoem alle 6 kenmerkende aspecten

Kenmerkende aspecten

1. De groei van het Romeinse Imperium waardoor de Grieks-Romeinse
   cultuur zich in Europa verspreidde
   
2. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse
   cultuur in Noordwest-Europa
   
3. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
   
   
4. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane
   cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd
   via hofstelsel en horigheid
   
5. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
6. De verspreiding van het christendom in geheel Europa

Les(sen) van vandaag

• Door de stof heen: wat is belangrijk, wat moet ik kunnen
• Toets: wat wordt er van mij verwacht?
• Toets

Doel = aan het eind van deze les heb je duidelijk voor ogen welke stof en vaardigheden je moet beheersen voor de toets

Zelf kiezen

• Voorbereiden toets op jouw manier
• Meeluisteren met een korte powerles

2.3 Het Imperium Romanum

Les van vandaag

Doel = aan het eind van de les kun je

• de politieke ontwikkeling van Rome benoemen en verklaren
  
• de uitbreidingsdrang van het Romeinse Rijk uitleggen en in de historische context plaatsen
• de problemen waarmee het Romeinse Rijk te maken krijgt benoemen en verklaren

2.3 Imperium Romanum

• Ontwikkeling Romeins bestuur en daarmee gepaarde veroveringsdrang, omgang met andere volken, verloop van het rijk en haar teloorgang
  

2.4 Grieks-Romeinse cultuur

Les van vandaag

Doel = aan het eind van de les kun je

1. de wederzijdse beïnvloeding en menging van de (Grieks-)Romeinse cultuur en andere culturen verklaren en daar meerdere voorbeelden van noemen

2.4 Grieks-Romeinse cultuur

• De invloed van de Griekse cultuur op de Romeinse, de houding van Romeinen tegenover Grieken zowel op sociaal als op cultureel vlak en de meest bekende overeenkomsten tussen beide culturen

Christendom in het Romeinse Rijk

Les van vandaag

Doel = aan het eind van de les kun je

1. verklaren en benoemen waarom/hoe de christenen vervolgd werden in het Romeinse Rijk
2. welke gevolgen de opkomst van het christendom had voor het Romeinse rijk

Christendom in het Romeinse Rijk

• Opkomst van het christendom, overtuigingen die niet overeen kwamen met de Romeinen, de verschillende reacties van verschillende keizers en het gevolg van deze reacties op de succes factor van het christendom

3.1 Leenheren, leenmannen en horigen

Les van vandaag

Doel = aan het eind van de les kun je

1. uitleggen hoe West Europa zich ontwikkelde na de val van het West-Romeinse Rijk
2. uitleggen wat feodale verhoudingen zijn en hoe ze ontstonden
3. beschrijven welke oorzaken er waren voor het terugvallen naar een agrarische samenleving
4. het begrip horigheid en domein beschrijven en verklaren

3.1 Leenheren, leenmannen en horigen

• De nieuwe situatie in West-Europa, de gevolgen voor de samenleving en sociale standen en de ontwikkeling en einde van het Frankische rijk 

3.2 Het christendom in Europa

Les van vandaag

Doel = aan het eind van de les kun je

1. uitleggen waardoor het christendom na het einde van het West-Romeinse Rijk een terugval maakte
   
2. beschrijven hoe het christendom zich in de vroege Middeleeuwen over Europa verspreidde
   
3. het wederzijds belang dat vorsten en geestelijken hadden bij de samenwerking benoemen

3.2 Het christendom in Europa

• Christendom aan het begin van de middeleeuwen, de opkomst van het christendom, het groeiende belang van de connectie tussen de kerk en de koning en de bekeringsinzet van de christelijke kerk 

Wat kan ik verwachten op de toets? 

Leren:

• tijdsvolgorde
• kenmerkende aspecten
• begrippen altijd uitleggen!

Begrijpen:

• leerdoelen
• tonen van historische kennis d.m.v. toepassen deze kennis op (onbekend) bronmateriaal
• Koppelen historische kennis aan historische vaardigheden

Historische vaardigheden volgens het eindexamen

1. Betrouwbaarheid van bronnen
2. Onderscheiden van bronnen
3. Bruikbaarheid van bronnen
4. Representativiteit van bronnen
5. Feit en mening
6. Periodiseren
7. Oorzaak, aanleiding en gevolg
8. Tijd- en plaatsgebondenheid
9. Continuïteit en verandering