This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
1.6 Spieren
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Dwarsgestreept spierweefsel is
A
Autonoom
B
Animaal
Slide 3 - Quiz
De spieren in je dunne darm bestaan uit
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel
Slide 4 - Quiz
Spieren in je dunne darm zijn
A
Autonoom
B
Animaal
Slide 5 - Quiz
De spieren in je halsslagader bestaan uit
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel
Slide 6 - Quiz
Deze spieren raken snel vermoeid
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Wat zijn de antagonisten van de buitenste tussenribspieren?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Welk type motor neuron zorgt voor fijne motoriek? Een neuron dat een motorische eenheid van enkele spiervezels aanstuurt of een neuron dat 100-en spiervezels aanstuurt?
A
enkele
B
honderden
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Zet in de goede volgorde. Wat gebeurt er bij de verkorting van een sarcomeer?
1
2
3
4
ATP bindt aan een myosinekop
Aan de myosinekop zit ADP, wanneer ADP de kop verlaat, veert de kop van de actieve stand naar de niet-actieve stand en trekt aan het actinefilament.
Er komen CA2+ ionen vrij in de spiervezel, hierdoor verandert de structuur van tropomyosine, de myosinekop bindt aan actine.
De myosinekop splitst ATP in ADP+Pi, door de energie die hierbij vrijkomt buigt de kop in de actieve stand.
Slide 23 - Drag question
Wat is een spiervezel?
A
Een soort spierbundel
B
Een pees
C
Een spiercel
D
Spiereiwit
Slide 24 - Quiz
skeletspieren
Skeletspieren bevatten 2 typen vezels:
Snelle spiervezels
Langzame spiervezels
Verschil zit hem in hoe snel myosinekoppen ATP splitsen.
Sommige mensen hebben meer snelle of meer langzame spiervezels
Slide 25 - Slide
Trainen
-Langzame spiervezels: door (duur)trainen neemt het aantal bloedvaten rondom de spiervezels toe waardoor aan- en afvoer van stoffen verbetert.
-Snelle spiervezels: door trainen neemt het volume van snelle spiervezels toe (meer actine en myosine filamenten) waardoor er meer spierkracht is.
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
door trainen neemt de aanmaak van mitochondriën in spiervezels toe. In welk type spiervezel is dit belangrijk?