Examenvaardigheden 6

Examenvaardigheden 6
Welkom 6VB

Leg je laptop, pen en papier op tafel. 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Examenvaardigheden 6
Welkom 6VB

Leg je laptop, pen en papier op tafel. 

Slide 1 - Slide

Vandaag:

- argumentatiestructuren
- drogredenen
- onderwerp en hoofdgedachte
- tekstdoelen
- functiewoorden



Slide 2 - Slide

Drogredenen, argumentatiestructuren en argumentatieschema's

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is het argumentatieschema?
A
nevenschikkend afhankelijk
B
kenmerken
C
nevenschikkend onafhankelijk
D
vergelijking

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Wat is de argumentatiestructuur?
A
enkelvoudig
B
kenmerken
C
onderschikkend
D
causaliteit

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Wat is het argumentatieschema?
A
enkelvoudig
B
kenmerken
C
onderschikkend
D
causaliteit

Slide 9 - Quiz

Mijn oma dronk elke dag 3 glazen cola en zij is 92 jaar oud geworden. Het drinken van cola is dus gezond.
A
autoriteitsdrogreden
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 10 - Quiz

Man: Ik vind vrouwen soms erg snel geïrriteerd.
Vrouw: Dus jij vindt dat ik een kort lontje heb?
A
persoonlijke aanval
B
ontduiken bewijslast
C
cirkelredenering
D
vertekenen van het standpunt

Slide 11 - Quiz

Geschiedenislessen zijn helemaal niet belangrijk. Oude kleren gooi je toch ook gewoon weg?
A
autoriteitsdrogreden
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 12 - Quiz

Ik vind vrijheid van meningsuiting erg belangrijk, want iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt.
A
persoonlijke aanval
B
ontduiken bewijslast
C
cirkelredenering
D
vertekenen van het standpunt

Slide 13 - Quiz

De wetenschap kan het ontstaan van graancirkels niet goed verklaren, dus graancirkels zijn het werk van aliens.


A
autoriteitsdrogreden
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 14 - Quiz

Die wiskundetoets was veel te moeilijk, dat zei de docent Nederlands ook.
A
autoriteitsdrogreden
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 15 - Quiz

Als je me niet gelooft, bewijs dan maar eens dat het niet zo is!
A
persoonlijke aanval
B
ontduiken bewijslast
C
cirkelredenering
D
vertekenen van het standpunt

Slide 16 - Quiz

Het is de afgelopen drie jaar erg warm geweest, dus het klimaat verandert.
A
autoriteitsdrogreden
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 17 - Quiz

Jij weet helemaal niks over gezond en gevarieerd eten, je bent zelf veel te zwaar!
A
persoonlijke aanval
B
ontduiken bewijslast
C
cirkelredenering
D
vertekenen van het standpunt

Slide 18 - Quiz

Functiewoorden geven de functie aan van een deel van de tekst.

Aanleiding, voorbeeld, afweging, anekdote, argument, constatering, definitie, gevolg, nuancering, oplossing, verklaring. 

Slide 19 - Slide

Tekstdoelen:

- uiteenzetten
- beschouwen 
- betogen

- activeren
- amuseren

Slide 20 - Slide

1. Wat is het onderwerp?
2. Wat is de hoofdgedachte?
3. Wat is het doel van deze tekst?
Lees de tekst: Als je tosti’s thuis laat bezorgen heb je geen ‘last van een mentale overload’.

Slide 21 - Slide


1 Welke vergelijking maakt Witteman in alinea 3 en 4?

2a Welk standpunt verdedigt Witteman in alinea 6?
b Welke argumentatiestructuur herken je in alinea 6?

3 Welke drogreden herken je in alinea 7? Leg je antwoord uit.

Slide 22 - Slide

1 Welke vergelijking maakt Witteman in alinea 3 en 4? 
Tussen makkelijk/snel koken nu (1p) en moeilijk/tijdrovend koken vroeger (1p).

2a Welk standpunt verdedigt Witteman in alinea 6? 
Het is stom/verkeerd om tosti’s te bestellen.
b Welke argumentatiestructuur herken je in alinea 6? 
Nevenschikkend onafhankelijk

3 Welke drogreden herken je in alinea 7? Leg je antwoord uit. 
Persoonlijke aanval of ontduiken bewijslast (1p) + uitleg (1p)


Slide 23 - Slide

Schrijf een toetsadvies aan jezelf:

- Waar begin je mee tijdens de toets?
- Waar moet je op letten tijdens het lezen van de tekst?
- Waar moet je op letten bij het beantwoorden van de vragen?

Slide 24 - Slide