This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.
Items in this lesson
Welkom M3
KUNST DRAMA 2023-2024
Les 6
Slide 1 - Slide
Leg in je eigen woorden uit wat hoge en lage status is in theaterspel
Slide 2 - Open question
Proefwerk 1
Week 1: wat is theater?
Week 2: 5 W’s
Week 3: Theatrale middelen
Week 4: emoties
Week 5: hoge en lage status
Week 6: recensie schrijven
Week 7: kijkwijzer / analyseren
Week 8: oefentoets maken
Slide 3 - Slide
Lesprogramma
Oefenen begrippen
Uitleg recensie
Opdracht recensie schrijven
Afsluiting
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Je weet welke begrippen je wel/niet kent
Je weet wat een recensie is
Je kunt een korte recensie schrijven over een theaterfragment
Slide 5 - Slide
Terugblik
1. uitleggen wat een personage is
Het verschil benoemen tussen hoge status en lage status
2. Voorbeelden geven van status in beroepen
3. De status in een scène veranderen van laag naar hoog en andersom
4. Kenmerken hoge en lage status herkennen in een scene
Slide 6 - Slide
Tijd voor begrippen!
Slide 7 - Slide
Wat zijn theatrale middelen?
A
Wie, wat, waar, waarom en waardoor?
B
Spelgegevens, mise-en-scene en materiële vormgevingsmiddelen
C
Middelen om het theaterstuk naar een hoger plan te tillen
D
Vormgegeven van een theaterstuk
Slide 8 - Quiz
Wat zijn Spelgegevens?
A
De gegevens die de acteur nodig heeft om zijn spel te verbeteren.
B
Spelaanwijzingen van de regisseur
C
De 5w's
D
Rol, actie, ruimte, motief, tijd
Slide 9 - Quiz
Sleep de teksten naar de juiste onderwerpen
Wie
Wat
Waar
Waarom
Wanneer
Personage
Conflict
Locatie
Motief
Tijd
Slide 10 - Drag question
Wat is mise-en-scène?
A
Positie/beweging op het speelbvlak
B
Positie/beweging ten op zichtte van de ander
C
Handelingen
D
Positie ten opzichte van medespelers, decor en hoe ik handel in de ruimte
Slide 11 - Quiz
Wat is fysiek?
A
Houding en beweging
B
Stem, houding en gezicht
C
Gezichtsuitdrukkingen
D
Emoties zichtbaar en hoorbaar
Slide 12 - Quiz
Wat is mimiek?
A
Mime technieken
B
Gezichtsuitdrukkingen
C
Lichaamshouding
D
Pantomime ( concreet uitbeelden)
Slide 13 - Quiz
Verbaal is...
A
Mimiek, lichaamshouding, beweging en intonatie
B
Intonatie en tekst
C
Mimiek, fysiek en stem
D
Tekst
Slide 14 - Quiz
Wat bedoelen we met de Vierde wand?
A
Achterwand
B
Wand, waar de coulissen naartoe gaan bij decorwissel
C
Denkbeeldige wand tussen podium en publiek
D
Zijwand, waar vanuit de techniek is opgesteld
Slide 15 - Quiz
Wat is status?
A
Machtsverhouding tussen 2 of meer spelers.
B
Hoe een personage erbij loopt
C
Hoe een rol zich verhoudt tot de ander
D
Essentieel op social media
Slide 16 - Quiz
Een personage is:
A
de uitbeelding van een persoon in een verhaal
B
speelgoed voor kinderen
C
iets wat je kunt eten
D
ruzie tussen twee mensen
Slide 17 - Quiz
Wat zijn de 4 b's? (basis emoties)
Slide 18 - Open question
Wat zijn de belangrijkste technieken om een personage te spelen?
A
Emoties voelen van binnen
B
Je goed inlezen in wat de geschiedenis is van een personage
C
Het publiek van te voren vertellen wie je gaat spelen
D
Je stem, mimiek en fysiek gebruiken
Slide 19 - Quiz
Recensie
Een recensie is een kritisch artikel geschreven voor een krant of tijdschrift om degene die het leest te informeren over een voorstelling.
Slide 20 - Slide
Mening
Probeer te beschrijven welk effect het theaterstuk op je had.
Wat vond je goed en wat zou jij (als regisseur, acteur of scenograaf) anders doen?
Is je mening over de voorstelling veranderd door het napraten erover?
Slide 21 - Slide
Waar schrijf je over?
Hier volgen een aantal vragen om je op weg te helpen:
Beschrijf het toneelbeeld: decor, licht, video, rekwisieten en kostuums. Hebben ze ook een betekenis
Wordt er gebruik gemaakt van muziek en beeld- of geluidseffecten?
Wie zijn de personages in het stuk?
Belangrijkste thema’s?
Wat vind je boeiend?
Slide 22 - Slide
Recensie
Een recensie is een (kritische) bespreking van een boek, film, televisieprogramma, computerspel, toneelvoorstelling, muziekuitvoering, enige andere culturele uiting, of een ander product of andere dienst.
Doel: informeren, beoordelen
Slide 23 - Slide
Opdracht 1
Lees de recensie (volgende slide) over Integratieplan van Saman Amini
Slide 24 - Slide
Recensie Saman Amini
"Moeiteloos schakelt hij van zijn allereerste ervaringen in het azc naar de periode waarin hij als puber meedeed aan het tv-programma Puberruil; zijn onverwachte sprong van afwasser en patatbakker naar student aan de Toneelacademie Maastricht en zijn successen daarna. De grapdichtheid is hoog, de verhalen zijn even hilarisch als pijnlijk. Zoals wanneer hij met zijn familie na zes jaar azc eindelijk in een echt huis belandt en hij voor het eerst in de nieuwe omgeving op straat loopt. Het hondje van de buurman likt aan zijn benen en hij wil zo graag erbij horen dat hij het hondje terug gaat likken."
uit: Theaterkrant
Slide 25 - Slide
Opdracht 2
Jij bent nu die persoon en gaat dus een recensie schrijven over de voorstelling die jij gezien hebt.
Schrijf een korte recensie (7-10 zinnen) over de scenes uit Integratieplan van Saman Amini
(Zie het fragment op de volgende slide)
Slide 26 - Slide
Format recensie
Een recensie bestaat uit een kop, de lead, het verhaal, de body, de conclusie en een blokje feitelijke informatie met de naam van het gezelschap, titel van de voorstelling, de datum waarop je het stuk zag, de naam van het theater en de plaats. Je kunt ook nog verwijzen naar toekomstige speeldata of de website van het gezelschap.
Slide 27 - Slide
Tip
Schrijf alsof je zit te praten tegen een goede bekende die de voorstelling niet heeft gezien en zich in het algemeen moeilijk laat overtuigen. Leg je alles goed uit? Is het voor de lezer duidelijk waar het over gaat?
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
Slide 30 - Video
Slide 31 - Video
Slide 32 - Video
Slide 33 - Video
Slide 34 - Video
Slide 35 - Video
Slide 36 - Video
Opdracht 2
Jij bent nu die persoon en gaat dus een recensie schrijven over de voorstelling die jij gezien hebt.
Schrijf een korte recensie (7-10 zinnen) over de scenes uit Integratieplan van Saman Amini
(Zie het fragment op de volgende slide)
timer
10:00
Slide 37 - Slide
Oefenvragen begrippen
Wat is theater? Leg dit uit in je eigen woorden.
Wat is een acteur? Leg uit.
Wat is een personage? Leg uit.
Wat is de rol van een regisseur bij een theatervoorstelling? Leg uit.
Wat zijn theatrale middelen?
Noem drie theatrale middelen en geef van alledrie een voorbeeld.
Hoe kan een acteur een personage vormgeven? Noem twee onderdelen.
Geef een voorbeeld van een transformatie van een acteur.
Wat is improvisatie? Leg uit.
Slide 38 - Slide
Check: leerdoelen
Je weet wat een recensie is
Je kunt een korte recensie schrijven over een theaterfragment
Slide 39 - Slide
Wat heb je vandaag geleerd? Noem twee belangrijke onderdelen van de les