Grammaire 3m.fa2

Wat vonden jullie het leukste aan de reis naar Parijs?
1 / 24
next
Slide 1: Mind map
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Wat vonden jullie het leukste aan de reis naar Parijs?

Slide 1 - Mind map

1HV1 Première leçon
Les objectifs :
  • Je kunt het voltooid deelwoord met hulpww être en avoir toepassen;
  • Je kunt de regelmatige werkwoorden die eindigen op -er vervoegen

Le programme :
  • Faire Diagnostische toets
           Bonjour et bienvenue.

Slide 2 - Slide

Wat weet je over de Passé Composé?

Slide 3 - Mind map

Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

Meestal avoir, soms être + voltooid deelwoord

Slide 4 - Slide

hulpwerkwoord hebben = avoir
gebruik avoir als je in het Nederlands hebben gebruikt.
j'ai
tu as
il/elle a
nous avons
vous avez 
ils/elles ont
hulpwerkwoord zijn=être
gebruik être als je in het Nederlands zijn gebruikt.
je suis
tu es
il/elle est
nous sommes
vous êtes
ils/elles sont

Slide 5 - Slide

stappen:
1. onderwerp (Wie?) =
2. bijpassend hulpwerkwoord (avoir of être) = 
3. voltooid deelwoord = STAM + (é of i of u)

Slide 6 - Slide

J'... voyagé
A
as
B
a
C
ai
D
avons

Slide 7 - Quiz

Ils ... à la station de métro Château de Vincennes.
A
a retourné
B
sont retournés
C
est retourné
D
as retourner

Slide 8 - Quiz

Mes copains... en vacances
A
sont partis
B
sont parti
C
sont partie
D
est parti

Slide 9 - Quiz

Les exercices
Digitale leeromgeving:
Fais les exercices 16H, 16I, 16K et 16L (page 46 et 47)
Fini? fais les exercices 16J et 16M (page 47)

Slide 10 - Slide

***Passé composé -oefenen
Zet de volgende zinnen in de passé composé. Ze staan nu in de tegenwoordige tijd.
1. On va à Paris!
2. Elle mange une pizza.
3. Je sors avec mon amie Léa. 
4. Ils ont beaucoup de cadeaux.
5. Elle va au cinéma avec sa mère.
__________________________________________________________________

Slide 11 - Slide

Ik weet nu hoe ik de passé composé moet toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Les buts
  • Aan het einde van deze les weet je met welke stappen je een regelmatig werkwoord op -er vervoegt. 
  • Heb je geoefend met het vervoegen van regelmatige werkwoorden op         -er.
  • Ken je de uitzonderingen en bijzonderheden bij regelmatige werkwoorden op -er.

Slide 13 - Slide

Regelmatige werkwoorden -er

Slide 14 - Slide

Regelmatige werkwoorden -er
Chercher = zoeken                  
Stap 1)  -ER              Stap 2) + 'uitgang'

  • ik=              je   cherche      = ik zoek
  • jij =            tu    cherches    = jij zoekt
  • hij/zij =      il / elle  cherche
  • wij =          on  cherche
  • wij =          nous cherchons
  • u, jullie =    vous cherchez
  • zij =            ils, elles cherchent

Slide 15 - Slide

Hoe vervoeg je een regelmatig werkwoord op -er?
A
hele werkwoord + uitgang
B
stam + uitgang
C
met avoir
D
met être

Slide 16 - Quiz

Hoe ziet de stam van de regelmatige werkwoorden eruit?
A
hele werkwoorden die eindigen op er/ir/re
B
Hele werkwoorden die eindigen op es/e/es
C
hele werkwoorden die eindigen op ai/is/s
D
hele werkwoorden die eindigen op ai/a/as

Slide 17 - Quiz

Welk werkwoord is regelmatig?
A
avoir
B
être
C
faire
D
voyager

Slide 18 - Quiz

Welk werkwoord is regelmatig?
A
aller
B
être
C
faire
D
travailler

Slide 19 - Quiz

Regelmatige werkwoorden -er
Mijn zus kijkt TV
De juiste vertaling =
A
Mon soeur regarde la télé
B
Ma soeur regarde la télé
C
Mon soeur regardes la télé
D
Ma soeur regardes la télé

Slide 20 - Quiz

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Vervoeg de werkwoorden op -er in de regelmatige tijd (Présent)
    1. dansen|
    2. eten
    3. praten
    4. luisteren
    FINI?  
      *** Bedenk nog 2 andere werkwoorden als jij dit al wel redelijk beheerst

Slide 21 - Slide

Au travail 


*  Fais les exercices 8J et 8K * + **(page 45 et 46)
   Fini? fais les exercice 8L *** (page 46)
      *+ ** als je het nog niet goed beheerst
      **+*** als je het al wel redelijk beheerst

***Diagnostische toets deel 1 in de digitale leeromgeving

Slide 22 - Slide

Maintenant je comprends tout!
OUI!!
NON
UN PEU

Slide 23 - Poll

Hoe vond je deze les?
Leuk
wel leuk
gewoon
niet leuk

Slide 24 - Poll