What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammatica zinsontleding les 3
Welkom
Ga lekker zitten op je plek en pak alvast:
je schrift.
je leesboek
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
Ga lekker zitten op je plek en pak alvast:
je schrift.
je leesboek
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Na deze les kun je onderstaande zinsdelen benoemen:
Onderwerp (Les 21)
Vandaag (of in de volgende lessen) k
un je onderstaande zinsdelen benoemen:
Lijdend voorwerp (Les 75)
Slide 2 - Slide
Vandaag:
Lezen in je leesboek
Huiswerk nakijken: het werkwoordelijk gezegde
Nieuw: zinsdeel: Het onderwerp
Zelfstandig aan de slag
Slide 3 - Slide
In stilte lezen, schrift met huiswerk op de hoek van je tafel
timer
10:00
Slide 4 - Slide
Huiswerk voor vandaag
Maak: Les 33 Oefening 2, 4, 6
Schrijf de antwoorden op in je schrift.
Dit kijken we klassikaal na.
Huiswerk vorige week:
Persoonsvorm (Les 20, blz. 44-45)
Maak: opdr. 3, 4.
Schrijf de antwoorden op in je schrift.
Les 20: maak Drillster 1 en Drillster 2.
Slide 5 - Slide
Nu: Het Onderwerp
Zelfstandig aan het werk:
Carolien, Delphine, Dino, Habib, Isis, Joshua, Stijn, Valerie
Ga in stilte zelfstandig aan de slag met:
Het onderwerp (Les 21, blz. 46-47)
Kijk voor de opdrachten in Classroom/donderdag 17 maart
Klaar? Ga verder met: het lijdend voorwerp (Les 75, blz. 154-155)
Kijk voor de opdrachten in
Classroom/donderdag 17 maart
Slide 6 - Slide
Werkwoordelijk gezegde met
te
of
aan het
'te' en 'aan het' horen bij het werkwoordelijk gezegde, als deze voor het werkwoord staan.
1. Hij staat daar te huilen
2. Op het schoolplein is groep 8 tikkertje aan het spelen.
Slide 7 - Slide
Het onderwerp
Het onderwerp is altijd een persoon, een dier of een zaak. Het is datgene waar het in de zin om gaat.
Je vindt het onderwerp door te vragen:
Wie/wat + persoonsvorm.
Voorbeeld: Ik loop naar school.
De persoonsvorm is "loop".
Wie loopt? Ik. "Ik" is dus het onderwerp.
Slide 8 - Slide
Wat is het onderwerp in de volgende zin?
Jan en Henk fietsen naar huis.
A
Jan
B
Henk
C
Jan en Henk
D
huis
Slide 9 - Quiz
Wat is het onderwerp in de volgende zin.
Gisteren heeft hij een spelletje gespeeld.
A
Gisteren
B
een spelletje
C
heeft
D
hij
Slide 10 - Quiz
Pak je lesboek erbij
Onderwerp (Les 21, blz. 46-47)
Lees zelfstandig (in stilte) de theorie (blz. 46) goed door.
Vragen? Steek je vinger op, dan kom ik naar je toe.
Maak: opdr. 3, 4, 5, 6
Schrijf de antwoorden op in je schrift.
Klaar? Ga naar Kern Digitaal/les 21: maak Drillster 1 en Drillster 2.
timer
15:00
Slide 11 - Slide
Nakijken
Opdracht opdr. 3, 4, 5, 6
Slide 12 - Slide
Huiswerk donderdag 24 maart
Lees door: de theorie over:
Het lijdend voorwerp (Les 75, blz. 154-155)
Maak Drillster 1 en 2 van les 75
Slide 13 - Slide
Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp vind je door de vraag te stellen: Wie/wat + persoonsvorm/werkw.gez + onderwerp?
Voorbeeld
Mark gaf mij gisteren een cadeautje.
- Persoonsvorm:
Gaf
Mark mij gisteren een cadeautje?
- Onderwerp: Wie gaf?
Mark
- Lijdend voorwerp: Wat +gaf+ Mark?
een cadeautje
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Lijdend voorwerp (vervolg)
ETEN
Iemand iets
(=onderwerp). (= lijd.vw)
LEZEN
iemand iets
(=onderwerp). (= lijd.vw)
Slide 16 - Slide
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Marjan heeft vandaag appels gekocht.
A
vandaag
B
appels
C
Marjan
D
heeft gekocht
Slide 17 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Morgen krijg ik een nieuwe fiets.
A
Morgen
B
krijg
C
ik
D
een nieuwe fiets
Slide 18 - Quiz
Pak je lesboek erbij
Lijdend voorwerp (Les 75, blz. 154-155)
Lees zelfstandig (in stilte) de theorie (blz. 46) goed door.
Vragen? Steek je vinger op, dan kom ik naar je toe.
Maak: opdr. 3-5-6.
Schrijf de antwoorden op in je schrift.
Klaar? Ga naar Kern Digitaal/les 33: maak Drillster 1 en Drillster 2.
timer
15:00
Slide 19 - Slide
Nakijken
Opdracht opdr. 3, 4, 5, 6
Slide 20 - Slide
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
Marjan
had
een mooi gedicht
voor haar opa
geschreven.
Slide 21 - Drag question
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
Gisteren
bracht
ze
een goed boek
voor mij
mee.
Slide 22 - Drag question
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
De ober
heeft
de jas
aan de klant
gegeven.
Slide 23 - Drag question
Nu zelf oefenen met zinsdelen:
https://www.cambiumned.nl/oefenen/grammatica/zinsdelen/
Slide 24 - Slide
Welke woordsoorten ken je?
Slide 25 - Mind map
Woordsoorten
1. Lidwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord
4. Voorzetsel
5. Werkwoord
6. Telwoord
Slide 26 - Slide
Woordsoorten
Slide 27 - Slide
welk woordsoort is 'zwemmen'?
A
werkwoord
B
zwemwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijknaamwoord
Slide 28 - Quiz
welk woordsoort is 'fiets'
A
lidwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 29 - Quiz
zinsdelen
woordsoorten
onderwerp
lijdend voorwerp
telwoord
meewerkend voorwerp
werkwoordelijk
gezegde
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
voorzetsel
lidwoord
Slide 30 - Drag question
More lessons like this
Grammatica zinsontleding les 1
March 2022
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Grammatica zinsontleding les 2
March 2022
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Grammatica woordsoorten
March 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Grammatica zinsontleding
March 2022
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Oefeningen woordsoorten + zinsleer
October 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Grammatica zinsontleding les 5
March 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Uitleg zinsdelen benoemen
March 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
zindelen en woordsoorten
April 2022
- Lesson with
28 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 7