Nectar 4 vwo hoofdstuk 2 cellen

Hoofdstuk 2 Cellen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 2 Cellen

Slide 1 - Slide

kenmerken plantencel:, dierencel:, allebei:

Slide 2 - Mind map

organisatieniveaus
  • molecuul
  • organel
  • cel
  • weefsel
  • orgaan
  • orgaanstelsel
  • organisme

Slide 3 - Slide

emergente eigenschap
door interactie van delen van een organisatieniveau ontstaat een nieuwe eigenschap op een zichtbaar hoger niveau

bv "kunnen sporten"

Slide 4 - Slide

Organisatieniveau van groot naar klein
A
organenstelsel- orgaan - weefsel - cel - organel
B
organenstelsel- orgaan - weefsel - organel - cel
C
orgaan - organenstelsel - weefsel - cel - organel
D
orgaan - organenstelsel - weefsel - organel - cel

Slide 5 - Quiz

Een weefsel is
A
groep cellen die even groot zijn
B
groep cellen met dezelfde functie
C
groep cellen met dezelfde vorm en functie
D
groep cellen met dezelfde vorm

Slide 6 - Quiz

weefsels herkennen

Slide 7 - Slide

Hieronder zie je drie weefsels. Welke van deze weefsels is kraakbeen? [1p]
A
R
B
S
C
T

Slide 8 - Quiz

Welk weefsels is dit?
A
Botweefsel
B
Zenuwweefsel
C
Slijmvliesweefsel
D
Spierweefsel

Slide 9 - Quiz

Dit weefsel is afkomstig uit het
A
botstelsel
B
spierstelsel
C
zenuwstelsel

Slide 10 - Quiz

orgaan/orgaanstelsel
  • orgaan: verschillende weefsels die samenwerken aan eenzelfde functie
  • orgaanstelsel: een groep organen die samen een functie hebben

Slide 11 - Slide

Dit is een dwarsdoorsnede van?
A
Borstholte
B
Buikholte

Slide 12 - Quiz

Hiernaast staat een afbeelding van een dwarsdoorsnede van de romp.
Geef aan of de beweringen juist of onjuist zijn.
1. Deze dwarsdoorsneden is van de borstholte.
2. Letters a, b, c en f geven bot aan.
A
1. juist, 2. onjuist
B
1. onjuist, 2. juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 13 - Quiz

Op de afbeelding hiernaast is een dwarsdoorsnede te zien.

Hoe heet orgaan 3?
A
nier
B
maag
C
lever
D
slokdarm

Slide 14 - Quiz

diabetes en organisatieniveaus
  • alvleesklier (orgaanniveau) maakt geen insuline aan (molecuulniveau)
  • cellen nemen geen glucose op (celniveau)
  • Het lichaam functioneert niet goed en de patiënt voelt zich moe (organismeniveau)

Slide 15 - Slide

cellen

Slide 16 - Slide

Organellen

Slide 17 - Mind map

Sleep de celorganellen naar de juiste plek.
Cytoplasma
Celmembraan
Celkern/nucleus

Slide 18 - Drag question

Wat is de functie van de vacuole? Sleep het juiste antwoord naar het vinkje
Stroperige vloeistof waarin alle celorganellen liggen
Bepaalt welke stoffen de cel in en uit mogen
Regelt wat er in de cel gebeurt
Met vocht gevuld blaasje dat stevigheid geeft aan de cel
Geeft stevigheid

Slide 19 - Drag question

Plantencel
Dierlijke cel
celwand 
celkern
bladgroenkorrel
celmembraan
vacuole
cytoplasma

Slide 20 - Drag question

Welke onderdelen tref je zowel aan in een plantaardige cel als een dierlijke cel? Sleep deze onderdelen naar het gele vak.
Deze onderdelen zitten zowel in een plantaardige cel als een dierlijke cel
Plastiden
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Zetmeelkorrels
Celkern

Slide 21 - Drag question

Bij welk rijk kunnen de organismen bladgroenkorrels in de cellen hebben?
Bij het rijk van de
A
bacterie
B
dieren
C
planten
D
schimmel

Slide 22 - Quiz

Rijken worden ingedeeld aan de hand van KENMERKEN. Welke kenmerken horen bij het rijk van de dieren?
A
Celkern - celmembraan
B
Celwand - celkern - bladgroenkorrels
C
Celmembraan- celkern - bladgroenkorrels- vacuole
D
Celwand - bladgroenkorrels - vacuole

Slide 23 - Quiz

Rijken worden ingedeeld aan de hand van KENMERKEN. Welke kenmerken horen bij het rijk van de schimmels?
A
celkern - celwand
B
celwand - celkern - bladgroenkorrels
C
celwand - celkern - bladgroenkorrels- vacuole
D
celwand - bladgroenkorrels - vacuole

Slide 24 - Quiz

welk rijk heeft GEEN celkern
A
bacteriën
B
schimmels
C
planten
D
dieren

Slide 25 - Quiz

Rijken worden ingedeeld aan de hand van KENMERKEN. Welke kenmerken horen bij het rijk van de Planten?
A
celwand - celkern - geen bladgroenkorrels
B
geen celwand - celkern - bladgroenkorrels
C
celwand - celkern - bladgroenkorrels
D
celwand - geen celkern-bladgroenkorrels

Slide 26 - Quiz

Sleep de organellen naar de juiste functie.
Transportsysteem
Levert energie
Breekt stoffen af
Maakt eiwitten
Bevat chromosomen
Celkern
Ribosomen
Lysosoom
Mitochondriën
ER
Golgi-systeem

Slide 27 - Drag question