1BK Thema 4| bs. 4 Spieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Thema 4 Stevigheid en beweging

Basisstof 4 spieren

Planning

• Demonstratiepracticum blz. 18 van je boek met meneer Westendorp.Oefentoets Skelet

• Terugblik basisstof 2 en 3 botten en gewrichten     (wisbordjes en vragen in LessonUp)

• Uitleg basisstof 4 Spieren

Demonstratiepracticum

B: Pak blz. 18 uit je boek erbij. Hier vind je de vragen.

K: Pak blz. 18 uit je gekopieerde boekje erbij. Jullie maken opdr.6

Oefentoets

Maak de oefentoets!

Nakijken deel 1

Nakijken deel 2

Nakijken deel 3

Nakijken deel 3

Oefentoets

1. Schrijf je naam op de toets
2. Tel het aantal goede antwoorden en schrijf dat op.
3. Tel het aantal goede antwoorden en schrijf dat op.
4. Lever de toets in.

Quizvragen: 

Pak je wisbordje en je stift. Komen ze!

Uit welke stof bestaan de botten van een baby vooral?

Noem twee plaatsen in een lichaam van een volwassene waar kraakbeen zit

Welke stof zorgt voor de stevigheid van botten?

Welke stof zorgt voor de buigzaamheid van botten?

Voor welke functie van het skelet zijn gewrichten nodig?

Noem een plaats in jouw lichaam waar een gewricht zit.

Wat is gewrichtssmeer?

Om het gewricht heen zit een stevig vlies. Hoe noemen we dit vlies?

Wat is de functie van de kapselbanden?

Sleep de namen van de onderdelen van het gewricht uit de rechter kolom naar het juiste nummer in de linker kolom.

kraakbeenlaagje

gewrichtssmeer

gewrichtskapsel

gewrichtsband

gewrichtskogel

gewrichtskom

Je ziet een schematische afbeelding van het  heupgewricht.
Verbind de juiste namen aan de nummers

gewrichtskom

gewrichtskogel

kraakbeenlaagje

gewrichtsband

gewrichtskapsel

gewrichtssmeer

Ik kan de bouw van een gewricht beschrijven.

ja natuurlijk

een beetje

ik heb nog meer oefening nodig

Bs. 4 Spieren

leerdoel spieren

• Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven

Zonder spieren kunnen botten NIET bewegen.

Ook op andere plaatsen in je lichaam zitten spieren, bijvoorbeeld in je maag en in je huid.

Spierstelsel

Alle spieren in je lichaam samen, noemen we het spierstelsel. 

Spieren werken samen om te kunnen bewegen. 

Spieren

Aan je botten zitten spieren.

Spieren en gewrichten heb je nodig om bewegingen te kunnen maken. 

Pezen

Elke spier zit vast aan het bot met pezen. Dit zijn de witte delen aan het einde van elke spier

Aanhechtingsplaats 

(K stof)

De plaats waar een pees aan een bot vastzit

Als je arm buigt, heb je je 'armbuigspier' (biceps) gespannen. 

Als je de arm weer wil strekken, dan is je 'armstrekspier' (triceps) gespannen.

K: je noemt dit een antagonistisch paar

Je spieren zitten vast aan je skelet met.............

1. pezen
2. spierbundels
3. vliezen
4. spieren

Hoe heet spier 1?
Hoe heet spier 2?

1. Nr 1: armbuigspier Nr 2: armstrekspier
2. Nr 1=armstrekspier Nr 2=armbuigspier

Kies telkens twee woorden, die passend zijn bij de zin. 

1. Als de armbuigspier gespannen is, 

    is de armtrekspier

2. Als de armbuigspier korter wordt, 

    wordt de armtrekspier

3. Als de armbuigspier ontspannen is,

    is de armtrekspier

4. Als de armbuigspier langer wordt, 

     wordt de armtrekspier 

ontspannen

gespannen

langer

korter

Aan de slag !

B:  Thema 4, basisstof 4, Spieren:  online opdr. 1 t/m 5 maken

K: Thema 4, basisstof 4, Spieren: online opdr. 1 t/m 7 maken

B+K: Test Jezelf 4.1 t/m 4.4 afmaken 

PW week 16: Je docent noteert het PW in SOM.

Klaar: Flitskaarten met begrippen en oefentoetsen maken