This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Thema 2
Transport
Binastabellen: 84A-H, 84N, 84O
Slide 1 - Slide
Welke bloedsomloop wordt beschreven? Hart - Slagaders - Alle organen - Aders - Hart
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop
Slide 2 - Quiz
Welke bloedsomloop begint in de linker harthelft?
A
Grote Bloedsomloop
B
Kleine Bloedsomloop
Slide 3 - Quiz
In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop
Slide 4 - Quiz
Bij een dubbele bloedsomloop gaat een rode bloedcel van voet naar hersenen, ? keer door het hart?
A
1
B
2
C
3
D
0
Slide 5 - Quiz
Tijdens een operatie is een patiënt aangesloten op een hart-longmachine. Stroomt het bloed dan door de kleine bloedsomloop? En stroomt het bloed dan door de grote bloedsomloop?
A
Alleen door de kleine bloedsomloop
B
Alleen door de grote bloedsomloop
C
Zowel door de kleine als de grote bloedsomloop
Slide 6 - Quiz
Basisstof 1
Hart voor en na geboorte
Open en gesloten bloedsomloop
Enkelvoudige en dubbele bloedsomloop
Slide 7 - Slide
Voor geboorte
Na geboorte
Slide 8 - Slide
Open bloedsomloop
Gesloten bloedsomloop
Slide 9 - Slide
Enkelvoudige bloedsomloop
Dubbele bloedsomloop
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Basisstof 2
Hart
Slide 12 - Slide
In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten
Sleep de bloedvaten naar de juiste namen.
Kransslagader
bovenste holle ader
aorta
Longslagader
longader
Slide 13 - Drag question
Slide 14 - Slide
diastole - systole boezems - systole kamers
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Basisstof 3
Aders, slagaders en haarvaten
Slide 17 - Slide
Tekst
Slagaders
Haarvaten
Aders
Gespierde wand
1 cellaag dik
Dunne wand, weinig gespierd
Vervoeren bloed van hart af
Hebben kleppen
Hier vindt gaswisseling plaats
Slide 18 - Drag question
Bloedvaten
Slagader van het hart weg, hoge bloeddruk, dikke wanden, diep in lichaam
Haarvaten één cellaag dik, kringspiertjes in arteriolen
Aders naar het hart toe, lage bloeddruk, dunne wanden, bevatten kleppen, minder diep in lichaam
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Basisstof 4
Bovendruk en onderdruk
Regeling bloeddruk
Slide 21 - Slide
Welke uitspraak is juist?
A
A heeft de laagste bloeddruk
B
B heeft de laagste bloeddruk
C
C heeft de laagste bloeddruk
D
B heeft de hoogste bloeddruk
Slide 22 - Quiz
Wat is de onderdruk?
A
De bloeddruk wanneer de kamers samentrekken.
B
De bloeddruk wanneer de boezems samentrekken.
C
De bloeddruk tijdens de hartpauze.
Slide 23 - Quiz
Bloeddruk
Druk van bloed tegen wand van hart en bloedvaten
Bovendruk: maximale druk op moment dat kamers samentrekken
Onderdruk: minimale druk tijdens de hartpauze
Slide 24 - Slide
Bloeddruk meten
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Basisstof 5
Bloedplasma
Rode bloedcellen
Bloedplaatjes
Witte bloedcellen
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof in zijn bloed
B
Voedingsstoffen in zijn bloed
C
Hemoglobine in zijn bloed
D
Bloed
Slide 29 - Quiz
Dit bloedbestanddeel speelt een belangrijke rol bij de bloedstolling:
A
Rode bloedcel
B
Bloedplaatje
C
Witte bloedcel
Slide 30 - Quiz
Welke is geen hele cel?
timer
0:10
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatje
Slide 31 - Quiz
Bij welk type bloedcel hoort de volgende beschrijving: Kleine ronde schijfjes zonder celkern.
A
Rode bloedcel
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcel
Slide 32 - Quiz
In de afbeelding zie je ...
A
een rode bloedcel
B
een witte bloedcel
C
een bloedplaatje
D
hemoglobine
Slide 33 - Quiz
Welke witte bloedcel kan een ziekteverwekker 'opeten'?
A
lymfocyt
B
rode bloedcel
C
bloedplaatje
D
fagocyt
Slide 34 - Quiz
Bloedplasma
Water met opgeloste stoffen en plasma-eiwitten - zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen, regelende stoffen, beschermende stoffen, geneesmiddelen
Lipoproteïnen gevormd voor transport moeilijk oplosbare stoffen
Plasma-eiwit concentratie beïnvloedt osmotische waarde bloed en bloeddruk
Slide 35 - Slide
Rode bloedcellen
Geen celkern
Bevat hemoglobine
Afbraakproduct is bilirubine
Bloedarmoede
Epo
Slide 36 - Slide
Bloedplaatjes
Bloedstolling
Kleven vast aan beschadigde wand
Vallen uiteen en stoffen komen vrij
Samen met fibrinogeen en stollingsfactoren bloedplasma
Protrombine omgezet in trombine
Fibrinogeen omgezet in fibrine
Slide 37 - Slide
Witte bloedcellen
Witte bloedcellen (leukocyten) fagocyteren
Lymfocyten produceren antistoffen
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Video
Basisstof 6
Weefselvloeistof
Colloïd-osmotische druk, filtratie, absorptie
Lymfe
Slide 40 - Slide
Waardoor verlaat aan het begin van een haarvat, vocht het haarvat?