woe vmbo kgt h3 tv spelling tt-persoonsvorm

Vandaag
  • controle absentie
  • terugblik vorige les
  • doelen
  • theorie
  • huiswerk + planning toets
  • controle absentie 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag
  • controle absentie
  • terugblik vorige les
  • doelen
  • theorie
  • huiswerk + planning toets
  • controle absentie 

Slide 1 - Slide

Lidwoorden

de - het - een

Lidwoorden horen ALTIJD bij een zelfstandig naamwoord

Soms staat er een woord tussen het lidwoord en het zelfstandige naamwoord
Zelfstandige naamwoorden

Mensen - dieren - dingen - planten - namen

-  Je kunt er een lidwoord voor zetten
-  Je kunt er enkelvoud/meervoud
     van  maken
- Je kunt er (vaak) een verkleinwoord
     van maken

Slide 2 - Slide

Voor het jubileumfeest nodigen we driehonderd mensen uit.


Hoe veel lidwoorden staan er in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quiz

Voor het jubileumfeest nodigen we driehonderd mensen uit.



Slide 4 - Slide

Voor het jubileumfeest nodigen we driehonderd mensen uit.


Hoeveel zelfstandige naamwoorden staan er in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

Voor het jubileumfeest nodigen we driehonderd mensen uit.



Slide 6 - Slide

Na een halve dag is de batterij van mijn mobieltje al leeg.


Hoeveel zelfstandige naamwoorden staan er in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

Na een halve dag is de batterij van mijn mobieltje al leeg

Slide 8 - Slide

De kat van de buren ging er met twee jonge eendjes vandoor.


Hoeveel lidwoorden staan er in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quiz

De kat van de buren ging er met twee jonge eendjes vandoor.

Slide 10 - Slide

De kat van de buren ging er met twee jonge eendjes vandoor.


Hoeveel zelfstandige naamwoorden staan er in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quiz

De kat van de buren ging er met twee jonge eendjes vandoor.

Slide 12 - Slide

Luc heeft op de markt een broodje gekocht voor twee euro.


Hoeveel zelfstandige naamwoorden staan er in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Luc heeft op de markt een broodje gekocht voor twee euro.

Slide 14 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed schrijven.

Slide 16 - Slide

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Slide 17 - Open question

De persoonsvorm is een werkwoord
Ja
Nee

Slide 18 - Poll

Het onderwerp in de zin...
*Het onderwerp en de persoonsvorm staan in de hoofdzin 
  altijd naast elkaar. 

* Het onderwerp + persoonsvorm staan beide 
   -  in het enkelvoud of meervoud.
* Het onderwerp kan je vervangen door 1 woord. Hier:
   Ze staan in de hoofdzin.
* BELANGRIJK VOOR DE TOETS: Trucje voor het vinden van het onderwerp:           Vraag: WIE/WAT + persoonsvorm. 


Slide 19 - Slide

De kat van de bakker heeft drie vissen uit de kom gejat.
Wat is het onderwerp van de zin?
A
De kat
B
drie vissen
C
De kat van de bakker
D
de kom

Slide 20 - Quiz

Werkwoorden
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
De persoonsvorm verandert.

Hoe vind je de pv?  - doe de vraagproef en de tijdproef.

Er zijn regels om die werkwoorden goed te schrijven.

Slide 21 - Slide

Zo schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
lopen
vinden
ik
ik-vorm
loop
vind
jij/hij/zij
ik-vorm + t
loopt
vindt
wij/jullie/zij
hele werkwoord
lopen
vinden

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

redden [tt]

Ik _____________ het niet om eerder te komen.

Slide 24 - Slide

 reizen [tt] 

Die mensen _____________ richting de Noordpool.

Slide 25 - Slide

huiswerk voor morgen (4/2)
Nieuw Nederlands online
Hoofdstuk 3
Taalverzorging: persoonsvorm tegenwoordige tijd

Planning SO Taalverzorging 
* woensdag 10 februari

Slide 26 - Slide