This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Toets Elektriciteit 2VWO
Slide 1 - Slide
WAAR OF NIET WAAR
Slide 2 - Slide
Een geleider is een stof waarin de elektronen niet vrij kunnen bewegen.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 3 - Quiz
Een zekering beveiligt tegen overbelasting en kortsluiting.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 4 - Quiz
In huis zijn alle elektrische apparaten in parallel geschakeld.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 5 - Quiz
Als je de wasmachine aanzet, wordt de stroomsterkte door de TV kleiner.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 6 - Quiz
In een parallelschakeling is elk apparaat rechtstreeks aangesloten op de plus- en minpool van de spanningsbron.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 7 - Quiz
Een batterij is een chemische gelijkspanningsbron.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 8 - Quiz
Grafiet (potlood vulling) is een geleider
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Zout water is een prima geleider
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 10 - Quiz
MEERKEUZE
Bij 2 vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk
Slide 11 - Slide
Hiernaast zie je een Ampèremeter. Lees de stroomsterkte af.
A
2,2 A
B
0,22 A
C
0,022 A
D
22 A
Slide 12 - Quiz
0,045 kV = ? V
A
4 500
B
450
C
0,045
D
45
Slide 13 - Quiz
8mA = ... A
A
80
B
8000
C
0,08
D
0,008
Slide 14 - Quiz
Wat is de spanning?
A
0V
B
6V
C
12V
D
24V
Slide 15 - Quiz
Schakel je een Ampèremeter in serie of parallel om de stroom te kunnen meten?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
Wat voor voordeel heeft een dikke batterij?
A
Het gaat langer mee
B
Het levert een hogere spanning
C
Het levert meer stroom
D
Het past in de nodige apparaten
Slide 17 - Quiz
In een serieschakeling
A
is de stroom overal even groot
B
is er geen stroom
C
wordt de stroom verbruikt
D
verdeelt zich over de vertakkingen
Slide 18 - Quiz
Wat is de totale spanning bij een parallelschakeling?
A
De som van de deelspanningen
B
De spanning is overal gelijk
C
Maakt niet uit
D
De spanning van de hoogste waarde
Slide 19 - Quiz
De kleur van de nul draad is?
A
Bruin
B
Zwart
C
Blauw
D
Groen Geel
Slide 20 - Quiz
Wat kan er gebeuren als de stroom in huis te groot wordt?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting
C
Beiden
Slide 21 - Quiz
OPEN VRAGEN
Slide 22 - Slide
De verlichting van een fiets werkt op een dynamo. Als de verlichting brandt, bewegen er elektrische deeltjes door de koperdraad naar de lamp toe. Hoe worden die elektrische deeltjes genoemd?
Slide 23 - Open question
Je hebt vier lampjes. Op twee lampjes staat (6 V; 0,40 A), op de andere twee lampjes (6 V; 50 mA). Met deze lampjes maak je een parallelschakeling.
Bereken groot is de stroomsterkte die de bron dan levert?
Slide 24 - Open question
Een zekering van 10 A beschermt een groep in huis voor overbelasting. Door een wasmachine gaat een stroom van 8,5 A. Tevens zijn er nog 4 lampen van 60W aangesloten op deze groep. Bereken hoeveel stroomsterkte er door één lamp van 60 W loopt? (In huis zijn alle apparaten en lampen parallel aangesloten).
Slide 25 - Open question
Je maakt op je kamer 1,5 uur huiswerk. Aan het plafond hangt een lamp van 60W. Je bureaulamp van 40W is ook aan. Je computer incl. monitor is 200W. De radio staat aan en heeft een vermogen van 15W. Wat kost dit 1,5 uurtje huiswerk maken als 1kWh. € 0,21 kost