lopen = ik loop - hij/zij/jij loopt(hulpwoord, gebruik dit bij twijfel)
wensen = ik wens - hij/zij/jij wenst
vinden = ik vind - hij/zij/jij vindt
beantwoorden = ik beantwoord - hij/zij/jij beantwoordt
Uitzondering:
loop je/jij? wens je/jij? vind je/jij? beantwoord je/jij?