Week 45: spelling A + B

Deze week
Les 1: uitleg en afronden spelling A 
Les 2: start uitleg spelling B 
Les 3: stillezen + vervolg spelling B 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deze week
Les 1: uitleg en afronden spelling A 
Les 2: start uitleg spelling B 
Les 3: stillezen + vervolg spelling B 

Slide 1 - Slide

Deze les
Je leert de basisprincipes van spelling van het Nederlands. Je weet dus waarom de regels zijn zoals ze zijn. 

1. Startopdracht
2. Uitleg 
3. Weektaak afronden 

Slide 2 - Slide

Startopdracht
Beantwoord de volgende vragen en lever ze in op It's Learning. 
Gebruik betrouwbare websites (zoals Onze Taal) om je vragen te beantwoorden. 
1. Wat is een veelvoorkomende spelfout in het Nederlands? 
2. Leg uit waarom die fout vaak wordt gemaakt. 
3. Geef een voorbeeld van de fout in de zin en geef de juiste spelling.
4. Welke van de 3 basisprincipes bepaalt de juiste spelling?

Klaar? Werk aan je weektaak! 
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Spelling (taalverzorging)
1. Uitspraak 
2. Gelijkvormigheid
3. Herkomst 
Zo zijn spellingsregels ontstaan. 

Door spelling krijgt de lezer een bepaald beeld van jou. Veel spelfouten komt over als slordig: of je nou een sollicitatiebrief schrijft of een werkstuk voor school 

Slide 4 - Slide

Maar we hebben toch de spellingschecker?


Onvoorspelbaarheid en gelijkvormigheid maken het AI erg moeilijk. 
Bovendien komen bijvoorbeeld: gebeurt & gebeurd beide voor in onze taal, alleen in andere gevallen. AI kan dat (nog) niet goed herkennen. 
Je hoeft echt niet alles te weten, maar deze onderwerpen wel:

1. Meervouden maken (ook nog voor samenstellingen!)
2. Bijvoeglijk naamwoord
3. Werkwoordspelling

Slide 5 - Slide

Weektaak les A
Taalverzorging A (blz. 116)
Maak opdracht:
2 t/m 5 +  7 en 8
Klaar? 
Dan ga je door met 9 t/m 12 
Klaar? 
Kijk na 
Klaar? 
Kijk vast naar taalverzorging B 

Slide 6 - Slide

Deze les
Je weet hoe je meervouden juist spelt. 

1. Startopdracht
2. Uitleg 
3. Weektaak 

Slide 7 - Slide

Startopdracht
Beantwoord de volgende vragen in je schrift:
1. Bedenk een woord dat geen meervoud heeft 
2. Waarom heeft het (denk jij) geen meervoud? Probeer het uit te leggen in je eigen woorden. 
3. Bedenk een woord dat 2 meervouden heeft. 
4. Waarom heeft het meer meervouden? Probeer het uit te leggen in je eigen woorden. 

Klaar? Ga starten met je weektaak: taalverzorging B  1 t/m 7
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Meervoud
Meestvoorkomend: 
Boom > bomen (op -en)
lepel > lepels (op -s)

sommige woorden hebben een meervoud op -en en op -s
  methode methoden / methodes
  donor donoren / donors
  groente groenten / groentes




Slide 9 - Slide

Lastig: 's
Soms heb je voor de uitspraak een apostrof nodig. Dat is alleen als een woord eindigt op de klinkers, a, i, o, u of y. 

Auto > auto's 
kiwi > kiwi's 
baby > baby's 

Maar etui > etuis 




Slide 10 - Slide

Lastig: klemtoon
Soms bepaalt de klemtoon van het woord, hoe je het meervoud maakt. 

1. Woorden die eindigen op -ik, -is, -el, en -it. 
De medeklinker verdubbelt alleen als daar de klemtoon op valt, dus
monnik > monniken (geen klemtoon), maar model > modellen

2. Woorden op -ie krijgen ën of alleen trema + n
Je krijgt alleen ën als de klemtoon erop valt, dus:
meloDIE > melodieën en bacTERie > bacteriën 




Slide 11 - Slide

Lastig: meerdere mv's
Sommigen op -en + s (groentes en groenten)
Sommige Latijnse en Nederlandse vorm (datums + data)
Soms afhankelijk van betekenis (pad > paden of padden)


Slide 12 - Slide

Weektaak les B
Taalverzorging B (blz. 118)
Maak opdracht:
1 + 3 t/m 7
Klaar? 
Kijk na
Klaar? 
Maak het extra oefenblad

Uitleg bijvoeglijk naamwoorden volgt volgende week  
timer
8:00

Slide 13 - Slide

een pony, twee
A
ponies
B
ponys
C
pony's

Slide 14 - Quiz

een methode, twee
A
methoden
B
methodes

Slide 15 - Quiz

een ei, twee
A
eien
B
eieren
C
eis

Slide 16 - Quiz

een crisis, twee
A
crises
B
crisissen
C
crisis

Slide 17 - Quiz

een café, twee
A
cafees
B
cafés
C
café's

Slide 18 - Quiz

Ter voorbereiding

Slide 19 - Slide

MORAAL
MEEGEVEN

Slide 20 - Mind map

Na deze les heb je 
1. Een moraal bedacht die je mee zou willen geven aan leerlingen.
2. Een start van een mindmap hierover. Hier ga je volgende les mee verder en dan lever je hem bij mij in. 

Slide 21 - Slide

Aan de slag 
1. Maak opdracht 2 in je boek (zelfstandig) 
Na 5 minuten
2. Overleg met je buurman. Wat heeft hij/zij voor plan. Kun je elkaar inspireren? 
Na 5 minuten
3. Maak een mindmap over jouw moraal. Waar doet het je allemaal aan denken? Wat moet je nog opzoeken? 



timer
5:00

Slide 22 - Slide

Volgende les
Neem je mee:
Lesboeken (kern), leesboek, schrift en laptop
Gaan we aan de slag met:
mindmap en nieuwe opdracht 

Slide 23 - Slide

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.


Slide 24 - Slide

Welkom!
Stillezen
Pak je leesboek en ga stillezen 
timer
10:00

Slide 25 - Slide

Deze les
Leer je wat je al wel goed kan en wat nog niet van redekundig ontleden. 

1. Stillezen
2. Afmaken mindmap 
3. Bekijken schrijfproces
4. Nieuwe opdracht 



Slide 26 - Slide

Maak je mindmap af 
Klaar? Lever je mindmap in via It's Learning 

Slide 27 - Slide

Ter voorbereiding

Slide 28 - Slide

Verhaal 
1. Bedenk voor jezelf waar een verhaal aan moet voldoen. Schrijf het op. Hiervoor krijg je 3 minuten. 
Uitwisselen
2. Wissel uit met je buurman. Wat hebben jullie beide opgeschreven? 
Delen
3. Klassikaal: kunnen we een gezamenlijk rijtje maken waaraan een verhaal moet voldoen. En wat jij dus moet schrijven?  

Slide 29 - Slide

Aan de slag
1. Maak opdracht 7 van hoofdstuk 1c: blz. 15 oefenboek

Klaar? 
Denk alvast na over opdracht 3 hoofdstuk 1d: blz. 18 oefenboek 


Slide 30 - Slide

Je hebt geleerd
1. Wat de bouwstenen zijn van een verhaal. 
2. Hoe structuur in een verhaal kan helpen je boodschap over te brengen. 

Slide 31 - Slide

Volgende les
Neem je mee:
Lesboeken (kern), schrift en laptop
Gaan we aan de slag met:
nieuwe les: grammatica 

Slide 32 - Slide

Welkom!
Welkom 

Slide 33 - Slide

Speeddate
1. Zoek een plek aan een tafeltje.
2. Pak je boek en je poster erbij. 
3. De linkerkant is de A-kant en de rechterkant is de B-kant. 
4. De A-kant start met vertellen, de B-kant luistert
5. Bij de eerste bel wisselen A en B om 
6. Bij de tweede bel schuift A een stoeltje op en starten we opnieuw. 

Vul je eigen formulier in tijdens de speeddate! 
timer
2:00

Slide 34 - Slide

Deze week....
H18 Zoekend en lerend lezen
Les 1:Instructie zoekend en lerend lezen
Les 2:Zelfstandig werken aan de weektaak
Les 3:Opdracht 13
Les 4: Boekbesprekingen

Slide 35 - Slide

Weektaak
Leren Hoofdstuk 18
Maken 1 t/m 12

Slide 36 - Slide

Opdracht 18
Virtueel Geld
  • Trefwoorden 
  • 3 bruikbare artikelen
  • 1 Samenvatting van 1 artikel
  • Inleveren op its learning!
  • KLaar? weektaak!

Slide 37 - Slide