Intro Periode 4 en Hst 27 Persoonsvorm tt en vt

Vandaag 2x 1 uur
Bekijken PTO in Testfox
Plan voor PTO-4
Als kan, boek lenen
Start Hst 27

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vandaag 2x 1 uur
Bekijken PTO in Testfox
Plan voor PTO-4
Als kan, boek lenen
Start Hst 27

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Check PTO
check in TestFox of je antwoorden begrijpt

....kijk ook even naar je so schrijfopdracht....

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Aankomende weken

Thema: taalverzorging

KERN hoofdstukken 6, 27, 28, 29, 35, 36, 40, 41, 42, 43, 44

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

En we gaan aan de slag
We gaan als klas een krant maken

Meer info volgt

Het onderwerp: Borealis en klimaatverandering

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Borealis

Slide 5 - Slide

blz. 51 t/m 55.
Wie weet wat Borealis betekent?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Vandaag 
Hst 27 
Persoonsvorm 
Log in in deze lessonup EN pak je boek erbij

Even uitleg ophalen 
Dan verder met oefenen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Open je boek op blz. 110

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe moet deze persoonsvorm:
De jongeman met dat gekke kapsel (willen, tt) eigenlijk een Ferrari, maar zijn vader gaf hem een Porsche
A
willen
B
wil
C
wilt
D
wilde

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Werkwoorden verleden tijd
Sterke en zwakke werkwoorden

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Is het werkwoord sterk of zwak?
Lezen
Waaien
Zijn 
Snijden
Besteden
Bederven

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Bij ZWAKKE werkwoorden 
'T SeXy FoKSCHaaP


Zoals: 
Lachen 
Huilen 
Werken
Kussen
Durven
Etc. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

't ex-kofschip
't ex-kofschip
't ex-kofschip

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

pv tt

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Dit is blz 110

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Vraag 1a (blz. 110) Geef de juiste vorm van de pv:
De bever (verschansen) zich in zijn burcht

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Vraag 1d: Geef de juiste vorm van de pv:
De Verenigde Naties (oproepen) tot 'olympische vrede' tijdens de Winterspelen in Pyeonchang.

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

1f Geef de juiste vorm van de pv:
Men (respecteren) zichzelf en de ander, waardoor het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid (groeien).

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Zelf maken nu
1b, 1c, 1e, 1g

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Andere antw. vraag 1 blz. 110 

(kun je opschrijven, kijk ernaar of je het snapt en vraag evt. morgen om uitleg als je het niet snapt) 

1b: vergist
1c: kletst 
1e: belast 
1g: mist, opschiet

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat is hier fout geschreven?
Meer informatie vindt je op de site.

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Wat is hier fout geschreven?
Vind je trainer dat geen goed idee?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Hoe maak je de 3e pers enkelv bij de volgende ww?
Dus hij/zij/het .... (normaal is dat stam + t)
1. Zitten
2. Hoesten
3. Wachten

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Dus: als de stam al eindigt op een -t doe je er geen -t achter. De dubbele medeklinker vervalt. 
1. hij/zij/het zit
2. hij/zij/het hoest
3. hij/zij/het wacht 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat is er gek aan de stam van de volgende WW?
1. Zweven
2. Drijven
3. Blozen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

De -v en -z veranderen, en je krijgt (soms) een extra klinker (voor de uitspraak)
1. ik zweef, jij zweeft, hij zweeft, 
2. ik drijf, jij drijft, hij drijft
3. ik bloos, jij bloost, hij bloost

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Persoonvorm verleden tijd

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Nu (samen) maken 
Vraag 2, 6, 7 en 8 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Vandaag 
Als het goed is weet je weer hoe je de persoonsvorm 
moet spellen

Verder ga je dit oefenen in lessonup

Slide 34 - Slide

This item has no instructions