Eén wet, één geloof, één vorst
Lodewijk XIV verplichtte de hele bevolking om
één geloof aan te hangen, Katholicisme.
De rechten van de Hugenoten, Protestanten, werden weer afgenomen.
Alle Hugenoten moesten Katholiek worden. Dan hadden zij nog twee opties:
1. Bekeren en Katholiek worden
2. Vluchten! (bijvoorbeeld naar de Republiek)