herhaling niet/geen, drop en snoepen

    Ik ga op reis en ik neem mee...
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

    Ik ga op reis en ik neem mee...

Slide 1 - Slide

Wat doen we vandaag?
Listening assesment dinsdag 13 februari!

herhalen geen -repeat negation with geen
vrije tijd
vraagwoorden herhalen
lekker snoepen

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil? What is the difference?
Niet gebruik je om een ontkenning te maken bij een werkwoord. Niet is to deny the action in the verb-Ik fiets niet, ik neem de bus.

 Geen gebruik je om aan te geven dat iets er niet is. Geen is used to say something is not there and is in front of a noun
Ik heb geen fiets.

Slide 3 - Slide

Wanneer geen?
1 Geen is in front of a noun. Geen = niet een (not one)
Ik heb geen fiets. 
Is dit een fiets? Nee dit is geen fiets, het is een stoel.
2 Geen goes in front of the adjective if there is one. The adjective is in front of noun.
Is het een goed boek?
Nee, het is geen goed boek. 

Slide 4 - Slide

Is dit een trein? 
Nee, dit is .........................(use negation)

Slide 5 - Slide

Is dit een verkeersbord?
Nee, het is .........

Slide 6 - Slide

Is dit een fietspad?
Nee, het is .........

Slide 7 - Slide

Task  5 min
Schrijf 2 zinnen met geen. 


Welke zin heb je geschreven? Which sentence did you write?

Slide 8 - Slide

Luisteren oefenen
Vrije tijd
cafe of restaurant

Slide 9 - Slide

Zinnen-sentences
Wat wil jij? What would you like?
Wat wil jij eten? what would you like to eat?
Vind je een broodje kaas lekker? Do you like a cheese sandwich?
Nee ik vind het niet lekker. No, I don't like it.
Ja ik vind het lekker. Yes I like it.

Now let's look at the menu.

Slide 10 - Slide

5 minuten pauze

Hoe laat beginnen we?

Slide 11 - Slide

Luisteren task
https://nt2taalmenu.nl/nt2-a1-luisteren-restaurant/

Gebruik je koptelefoon-use your headphones
OR work in pairs and listen together

Slide 12 - Slide

Smaak test-tasting challenge
Welke smaak proef je?
What taste is it?

Slide 13 - Slide

zoet

Slide 14 - Slide

zuur

Slide 15 - Slide








ZOUT IS FOUT?
Zout

Slide 16 - Slide

Hou je van zoute drop?
A
Nee, ik hou niet van zoute drop.
B
Ja, zoute drop is lekker.
C
Wat is drop?
D
Alle drop is vies.

Slide 17 - Quiz

Hou je van zoete drop?
A
Nee ik hou niet van zoete drop.
B
Ja, zoete drop is lekker.
C
Wat is drop?
D
Alle drop is vies.

Slide 18 - Quiz

Task
Listen to the video
OR 
read the Kidsweek

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video