Mon frère à les cheveux
blonds, les yeux
bleus et il est
grand.
Il porte un pantalon gris un pull vert et des chaussures noires.
Il est sympa et drôle et il habite dans une petite ville, Hilversum.
Mijn broer heeft blonde haren, blauwe ogen en hij is groot.
Hij draagt een grijze broek, een groene trui en zwarte schoenen.
Hij is aardig en grappig en hij woont in een kleine stad Hilversum.