What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
woordenschat 7
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Taal: blok 7: Les 2 herhaling
-Kennen wij de themawoorden en de betekenis hiervan.
-Kunnen wij een correcte zin maken met de themawoorden van blok 7.
Aan het einde van de les:
Slide 2 - Slide
Quiz regels
30 sec overlegtijd bij elke vraag (fluistertoon)
Bij een goed antwoord +1
Bij een fout antwoord 0
Bij het verstoren van de les - 1
Winnaars 20 pt
Individuele vragen 2 pt
Slide 3 - Slide
Een ander woord voor: aan beide kanten?
Slide 4 - Open question
Welke gezegde hoort bij de betekenis: Het is helemaal duidelijk.
A
Daar is geen woord Frans bij
B
Je Waterloo vinden
C
Met de Franse slag
D
Uilen naar Athene dragen
Slide 5 - Quiz
Prompt
Wederom
Ofschoon
Tevens
Hoewel
Snel
Opnieuw
Ook
Slide 6 - Drag question
Welke woord hoort bij de betekenis:
zorgen dat iemand iets niet doet.
A
Aanstellen
B
Beletten
C
veronderstellen
D
Prijken
Slide 7 - Quiz
Welke gezegde past bij het plaatje
Slide 8 - Slide
Welke gezegde past het best bij het plaatje?
Slide 9 - Open question
Wat wordt er bedoelt met dit gezegde?
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Wat betekent het gezegde: aan het einde van je latijn zijn?
A
Een groot probleem
B
Ergens verbaasd over zijn
C
Een beslissende nederlaag
D
Heel erg moe zijn
Slide 12 - Quiz
Welke gezegde past het best bij de uitspraak:
''Ik heb mijn eigen patatzaak geopend, het heeft veel tijd gekost om dit doel te bereiken''.
Slide 13 - Open question
Wat betekent het woord aanstellen?
A
Met iets kunnen omgaan
B
Iemand goed kennen
C
Iemand in dienst nemen
D
Denken dat iets waar is
Slide 14 - Quiz
Welke zin is goed en welke zin is fout?
Na die vermoeiende training zal je wel voor pampus liggen.
Misschien valt de elektriciteit uit en dan ben je aan het einde van je latijn.
Goed
Fout
Slide 15 - Drag question
Wat is de betekenis van het woord: veronderstellen
A
Op een opvallende plek staan
B
Ergens verbaasd over zijn
C
Denken dat iets waar is
D
Heel erg moe zijn
Slide 16 - Quiz
Je maakt 3 zinnen met elk één themawoord/gezegde erin.
Je kiest één zin uit die je graag wilt voorlezen
timer
5:00
Duimpje omhoog of duimpje omlaag
Slide 17 - Slide
Welke woorden heb jij
geleerd?
Slide 18 - Mind map
Hoe vond jij de woordenschat les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 19 - Poll
More lessons like this
Woordenschat blok 8
November 2021
- Lesson with
23 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 8
Woordenschat blok 5
March 2022
- Lesson with
19 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 7
Woordenschat blok 5
May 2022
- Lesson with
19 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 6
Woordenschat blok 7
April 2022
- Lesson with
20 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 7
Woordenschat blok 7
May 2022
- Lesson with
20 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 6
Woordenschat blok 8
May 2022
- Lesson with
20 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 6
Woordenschat blok 4
April 2022
- Lesson with
20 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 7
Woordenschat blok 8
April 2022
- Lesson with
20 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 7