20-10-2022 les 5

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
2:00
--> Als de 2 minuten voorbij zijn ben je stil en wacht je op de docent!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
2:00
--> Als de 2 minuten voorbij zijn ben je stil en wacht je op de docent!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat machen wir heute?
- verder werken in je werkboek
- luister opdrachten maken

Slide 3 - Slide

Hausaufgaben kontrolieren

Slide 4 - Slide

Lernbox Lektion 1  + 2 

Slide 5 - Slide

Het persoonlijk voornaamwoord: jij
A
ich
B
er
C
du
D
sie

Slide 6 - Quiz

Het persoonlijk voornaamwoord: het
A
er
B
es
C
Sie
D
wir

Slide 7 - Quiz

Vind de stam van het werkwoord!

Slide 8 - Slide

Stam van het werkwoord: kochen

Slide 9 - Open question

putzen

Slide 10 - Open question

spielen
A
basisregel
B
stam op s-klank

Slide 11 - Quiz

tanzen
A
basisregel
B
stam op s-klank

Slide 12 - Quiz

maak het rijtje voor het werkwoord: tanzen

Slide 13 - Open question

Ich ............. in Hamburg.
wohnen
A
wohnst
B
wohne
C
wohnt
D
wohnen

Slide 14 - Quiz

Du ........... morgen das Zimmer.
putzen
A
putzt
B
putzst
C
putz
D
putzen

Slide 15 - Quiz

Lesdoel:
1 - Aan het einde van de les kan je de letters a, ä, o, ö, u, ü en ß uitspreken.

Slide 16 - Slide

Umlaut

  • Het Duitse alfabet heeft letters met een trema (puntjes) erop. In het Duits noem je dat een Umlaut. De Umlaut krijg je alleen op de letters a,o en u!


Tipp: Alleen de klinkers uit het woord AUtO kunnen een Umlaut krijgen!

Slide 17 - Slide

Umlaut
A der Name, die Adresse
Ä Käse, das gefällt mir
U null
Ü fünf
O kommen, wohnen
Ö Österreich, können

Slide 18 - Slide

werkboek opdracht 8

Luister naar het fragment en lees mee. De puntjes op de letters ä, ö en ü noemen we umlauten. Kies het Nederlandse woord waarin je de klank hoort.


Slide 19 - Slide

opdacht 9 en 10

Slide 20 - Slide

sebstständig und still arbeiten:

Wat? --> werkboek vanaf pag. 16 opdracht 1 / 2 / 3 / 4 / 5 /6 

Fertig (klaar)? --> woordjes leren van Lektion 1 + 2 + 3 
                                    vanaf pagina 43 
timer
15:00

Slide 21 - Slide

Planagenda 13 oktober
SO Duits:
- woordjes Lektion 1/2/3 pagina 43
- Redemittel boven pagina 44
- Grammatik A + B (pers. voornaamwoord + werkwoorden vervoegen) 



Slide 22 - Slide

Heb jij de lesdoelen behaald?
Aan het einde van de les kan ik de letters a, ä, o, ö, u, ü en ß uitspreken.
JA, het lesdoel behaald!
Ik moet nog oefenen!
Ik snap er niks van!

Slide 23 - Poll