1.Docent probeert niet te schreeuwen.
2. Docent geeft duidelijke uitleg en is geduldig.
3.Als iemand aan het woord is luister je.
4. Wisselen samenwerken met alleen werken.
5. We proberen zoveel mogelijk Duits te praten.
6.Af en toe een spelvorm.
7. Als leerlingen huiswerk krijgen eerst doornemen.
8.We lachen elkaar niet uit, van elkaars spullen afblijven.
9. Zoveel mogelijk opdrachten tijdens de les.
10.Vinger opsteken als je iets wilt vragen.