This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Du hast 3 min für:
Je hebt 3 min om:
jas uit
mobiel in je tas staat op stil
laptop gesloten op tafel
boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00
Als de timer is gestopt zie ik iedereen in stilte de woordjes van Lektion 1, 2, 3 op blz. 43 schrijven
Slide 3 - Slide
Wörter schreiben und abfragen
Schrijf de woordjes van Lektion 1, 2 en 3 blz. 43
Van NL-DU en DU-NL
timer
10:00
Slide 4 - Slide
Was machen wir heute?
Wörter schreiben und abfragen
Wiederholung Personalpronomen
Erklärung Schwache Verben
An die Arbeit
deutsches Lied
Slide 5 - Slide
Lernziel
aan het einde van de les kan je van tenminste 3 persoonlijke voornaamwoorden het werkwoord met de juiste uitgang benoemen, doordat je aantekeningen en opdrachten hebt gemaakt.
Slide 6 - Slide
Das Personalpronomen
Hoe zat het ook alweer met het persoonlijk voornaamwoord?
ich-->
er-->
wir-->
<--du oder Sie
<--sie (ev)
<--sie (mv) oder
ihr
Slide 7 - Slide
Werkwoorden
Wat is een werkwoord?
Een woord dat een activiteit aangeeft.
Ik doe, jij doet, hij/zij/het doen, wij doen, jullie doen
Je ziet dat het werkwoord veranderd voor de verschillende persoonlijke voornaamwoorden.
In het Duits veranderd het werkwoord ook voor ieder persoonlijk voornaamwoord
Slide 8 - Slide
De persoonlijke voornaamwoorden
ik
jij
hij/zij/het
wij
jullie
zij (mv)
u
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie
Sie
Slide 9 - Slide
De uitgangen van het werkwoord wohnen
wohnen- en = stam
ich wohn du wohn er/sie/es wohn
wir wohn ihr wohn sie wohn Sie wohn
e
st
t
en
t
en
en
Slide 10 - Slide
De uitgangen van het werkwoord heißen
heißen-en=stam
ich heiß du heiß er/sie/es heiß
wir heiß ihr heiß sie heiß Sie heiß
e
t
t
en
t
en
en
Als de stam van een werkwoord eindigt op een s-klank,
zoals -s, -ß, -z dan krijgt de du-vorm alleen een -t inplaats van -st.
Slide 11 - Slide
Ezelsbruggetje
ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie
i d e w i s
e st t en t en
Slide 12 - Slide
An die Arbeit
Maken: Opdracht 12 + 13 + 14, bladzijde 14-15
de eerste 10 minuten in stilte
Klaar? Maak opdracht 15, blz.15 en schrijf de woordjes van Lektion 2 op blz. 43
timer
15:00
Slide 13 - Slide
Lernziel
aan het einde van de les kan je van tenminste 3 persoonlijke voornaamwoorden het werkwoord met de juiste uitgang benoemen, doordat je aantekeningen en opdrachten hebt gemaakt.
Slide 14 - Slide
Hausaufgaben
Maken: Na klar online -->Kapitel 1.1----->Test jezelf