Les 16

Deutsch
Dienstag, den 5. November 2024

1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deutsch
Dienstag, den 5. November 2024

Slide 1 - Slide

Die Planung für Heute
Hören
Grammatik
Selbständig arbeiten 
Blooket

Slide 2 - Slide

Grammatik Sätze
1. .......... (wie) bestellt  ein…. Paket (o) ........... (naar) Deutschland. 

2. Stören ....... (u) mich nicht dauernd bei d….... schwer.......Arbeit (V). 

3. .......... (ik) zeige d.....…. Mann d….... Weg (M) ....... (naar) Hause.    








Slide 3 - Slide

Hören

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Grammatik 
Die Fälle 

Slide 6 - Slide


  1. Staat er een voorzetsel in? Ja -> 3e of 4e naamval?

   Nee ->
  1. Heb ik te maken met onderwerp, meewerkend voorwerp of lijdend voorwerp ?
  2. Is het zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud?
  3. Gaat het om de Der-Gruppe of Ein-Gruppe? 
  4. Schema gebruiken en invullen maar!

Slide 7 - Slide

der-Gruppe
M
V
O
MV.
1e
der 
die
das
die
3e
dem
der
dem
den +-n
4e
den
die
das
die
der-gruppe: dies-, jed-, welch-,solch-, all-, manch-

Slide 8 - Slide

ein-Gruppe
Mnl
Vrl
Onz.
MV. 
1e
ein
eine
ein
keine
3e
einem
einer
einem
keinen +-n
4e
einen
eine
ein
keine
ein-Gruppe: kein-, mein-, dein-, sein-, ihr-, unser-, euer-, ihr-, Ihr-

Slide 9 - Slide

Voorzetsels + werkwoorden met vaste  naamval
Derde naamval
Vierde naamval

Slide 10 - Slide

Het vragend voornaamwoord




Let op: Wie verschillende naamvallen afhankelijk van positie in de zin.

Slide 11 - Slide

Personalpronomen
Wat is het verschil tussen een persoonlijk- en een bezittelijk voornaamwoord?

Welke naamval kan een persoonlijk voornaamwoord hebben?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Üben

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
Machen:
S.104-106 Aufg.56-60

Übungsaufgabe pers. vnw + naamvallen ( te vinden in teams > Periode 1 > Grammatik > Oefenopdrachten)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link