1. Mijn moeder heeft in haar handtas altijd zakdoekjes
, kauwgom
, een flesje water en wat kleingeld zitten.
2. Janna heeft de trein gemist, helaas.
3. Vind je hem echt knap, slim en grappig, Renzo?
4. Na de ingewikkelde, lange handleiding te hebben gelezen, begreep Bas nog niet hoe het apparaat werkte.
5. Kijk, zo kom je in het centrum van de stad, Yannis.
6. Zodra de regen stopte, gingen de jongetjes, de meisjes en hun ouders weer de speeltuin in.
7. Maar goed, ik vond het dus een heel erg mooie film, want ik ben dol op romantiek.
8. Wat er op de televisie, op de radio en op internet wordt beweerd, is lang niet altijd helemaal waar.