Par. 1: Persoonsvorm

Vervoeg de volgende werkwoorden in de tegenwoordige tijd.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vervoeg de volgende werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

Slide 1 - Slide

Waarom ... (verbinden) je die wond aan je been niet beter?

Slide 2 - Open question

... (verbeelden) die popster zich soms dat hij de beste zanger van de wereld is?

Slide 3 - Open question

... (worden) je ook zo moe van al die politieke ruzies?

Slide 4 - Open question

Waarom ... (mopperen) die tennisser toch altijd zo op zijn coach?

Slide 5 - Open question

Het ... (gonzen) van geruchten over een mogelijke kabinetscrisis.

Slide 6 - Open question

Vervoeg de volgende werkwoorden in de verleden tijd.

Slide 7 - Slide

De renpaarden van stoeterij Roelofs ... (draven) in een groepje door het weiland

Slide 8 - Open question

Na een turbulente vlucht ... (landen) het vliegtuig veilig op de luchthaven.

Slide 9 - Open question

Een voor een ... (plonzen) de jongens in het koude water van het openluchtbad.

Slide 10 - Open question

Voor vertrek ... (checken) de buschauffeur de hoeveelheid diesel in zijn tank.

Slide 11 - Open question

Op de kerstmarkt in Aken ... (beroven) zakkenrollers dit jaar tientallen bezoekers.

Slide 12 - Open question