Rekenen 2.5 Vermenigvuldigen en delen met 10, 100 en 1000 en rekenen met haakjes

Vorige week 
Delen

1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Vorige week 
Delen

Slide 1 - Slide

Reken de volgende som uit op papier!
216:4=

Slide 2 - Slide

216:4=
4\216/54
20-
16
  16-
0

Slide 3 - Slide

216:4=
216:4= 54
     200-    50x
16     
            16   -      4X
0   

Slide 4 - Slide

Wat is jouw favoriete vakantieland?

Slide 5 - Slide

Maak opdracht in tweetallen
Opdracht A
Opdracht B
Opdracht C

Slide 6 - Slide

Lesdoel
- Vermenigvuldigen en delen met 10, 100 en 1000
- Rekenen met haakjes

Slide 7 - Slide

Vermenigvuldigen met 10 of meer
24x10=     240               (1 nul)
24x100=  2.400           (2 nullen)
24x1000= 24.000       (3 nullen)

Slide 8 - Slide

40x300=
4x10x3X100
4x3x10x100=
12x1000 =       12.000
Je kunt de volgorde wisselen!

Slide 9 - Slide

Delen door 10, 100 of 1000
24.000 : 10 = 2.400 (1 nul eraf)
24.000 : 100 = 240 (2 nullen eraf)
24.000 : 1000 = 24 (3 nullen eraf)

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
8000:400
80(00) : 4(00) = bij beide getallen twee nullen eraf
80:4 = 20

Slide 11 - Slide

Rekenen met haakjes
Als er in een som haakjes staan reken je eerst het gedeelte tussen haakjes uit.

Slide 12 - Slide

Wat kost?
Een cheeseburger?
Een chilli chicken?

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
Cheeseburger € 3,00
Chili Chicken € 2,00
Je koopt 3 Cheeseburgers en 3 Chili Chickens
3x ( € 3,00 + € 2,00) = 
3x € 5,00 = € 15,00

Slide 14 - Slide

Zelf maken!
Paragraaf 2.5 blz. 61 t/m 63
Gemengde opdrachten + oefentoets (op papier) 

Slide 15 - Slide

Nakijken

Slide 16 - Slide