Leesvaardigheid Leesstrategieën 27 slides

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t, vwo
• Leerjaar 3,4

• een tekst voorspellen doormiddel van het kijken naar de illustraties, titel en tussenkopjes.
  
• herkennen hoe een tekst gestructureerd is, aan de hand van signaalwoorden die een chronologisch tekstverband beschrijven.
•  de betekenis van onbekende woorden interpreteren door middel van het zinsverband of de context van de tekst door te kijken naar de vorige/volgende zin. 

Aan het einde van de les, kun je........

Lesdoelen

Wat is een goede strategie om een tekst te lezen en te begrijpen?

Verschillende leesstrategieën 

1. Voorspellen van de tekst

2. Structuren zoeken

3. Moeilijke woorden uit de context raden

Wat hoort er bij elkaar?

Verbindt het voorbeeld met de juiste strategie

1. Voorspellen van de tekst

2. Structuren zoeken

3. Moeilijke woorden uit de context raden

De vorige/volgende zin lezen om achter de betekenis te komen

Signaalwoorden herkennen en kijken hoe de zinnnen in verbinding staan (tegenstelling, voorbeeld etc.)

KIjken naar het plaatje, de titel en eventuele tussenkopjes

Wat doe je niet bij het voorspellen van een tekst

1. Kijken naar de plaatjes
2. De inleiding lezen
3. Kijken naar de titel
4. Tussenkopjes lezen

Voor het raden van een woord kijk je naar de hele alinea

1. Waar
2. Niet waar

Die Arbeit war anstrengend. Wir haben von 8 Uhr bis 19 Uhr gearbeitet.
Wat denk je dat 'anstrengend' betekent? Probeer het uit de context te raden.

De opbouw van de tekst

De opbouw van de tekst 

titel

inleiding

alinea

bron

plaatje

korte tekst

lange tekst

scantekst

gatentekst

Signaalwoorden

-Signaalwoorden geven verband tussen zinnen en alinea's aan

-Signaalwoorden hebben altijd een functie

also

damit

darum

auch

dagegen

sogar

ook

zelfs

zodat

daarom

dus

daarentegen

Welke functie hebben de signaalwoorden? 

Opsomming

Reden - oorzaak

Conclusie

weil

und

also

auch

darum

Welke functie heeft weil in de zin?
Du sollst still sein, weil ich lernen muss.

1. Conclusie
2. Tegenstelling
3. Reden
4. Voorbeeld

Welk woord past op de puntjes?
Hast du heute Zeit ........ sehen wir uns morgen?

1. oder
2. weil
3. obwohl
4. darum

Wat betekent het woord aber in deze zin?

Ich möchte auf die Party, aber meine Eltern lassen mich nicht.

1. daarom
2. ook
3. waarom
4. maar

Ich möchte auf die Party, aber meine Eltern lassen mich nicht.

Welke functie heeft 'aber' in deze zin?

1. reden
2. opsomming
3. conclusie
4. tegenstelling

De volgende signaalwoorden komen veel voor. Geef aan bij welk verband ze horen.

Opsomming

Reden - oorzaak

weil

und

also

auch

damit

Signaalwoorden - Sleep de juiste signaalwoord na hun aufgab ein de tekst

Opsomming

Tegenstelling

Reden/oorzaak

 Voorbeeld

Conclusie

außerdem – bovendien, daarenboven

dann – dan , vervolgens

auch – ook

und - en  

 doch – toch

trotzdem – toch, desondanks

 

aber – maar

 denn – want

weil – omdat

deswegen - daarom, om die reden

zum Beispiel - bijvoorbeeld

also - dus

deshalb - derhalve, daarom

daher - vandaar

Signaalwoorden - Sleep het juiste signaalwoord naar hun taak in de tekst

Opsomming

Tegenstelling

Reden/oorzaak

 Voorbeeld

Conclusie

außerdem 

dann 

auch 

und 

 doch 

trotzdem 

 

aber 

 denn 

weil 

deswegen 

zum Beispiel 

also 

deshalb 

daher 

Ich habe statt das Auto, doch ein Fahrrad gekauft.
doch = ...

1. echter
2. toch
3. of

1.Er ist ein guter Fussballspieler, aber er spielt auch gut Tennis.
aber= ...

1. echter
2. maar
3. daarom

Ich gehe ins Kino, denn ich finde das toll!
denn = .......

1. want
2. omdat
3. daarom

Ich habe Englisch, und sogar Deutsch!!!
sogar = .........

1. bijvoorbeeld
2. echter
3. zelfs

In Utrecht ist viel zu tun, es gibt zum Beispiel viele verschiedene Museen.
zum Beispiel = ....

1. tot ziens
2. daarentegen
3. bijvoorbeeld