This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Lezen
timer
10:00
Slide 1 - Slide
planning
lezen
oefenen voorvoegsel en achtervoegsel
huiswerk bespreken H 2.3 opdracht 9,10, 12
Slide 2 - Slide
Ken je de voorvoegsels nog?
Slide 3 - Slide
Antinononmiswanherexminiinter
Slide 4 - Slide
Achtervoegsels!
Sommige woorden eindigen met een achtervoegsel. Je kunt de betekenis van een achtervoegsel vaak zelf raden. Bijvoorbeeld: Mijn broer is een beoefenaar van taekwondo. Beoefen+aar=iemand die taekwondo beoefent.