H2 - Thema: Jezelf voorstellen (g1)

Bonjour! 


Comment ça va? 
1 / 42
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bonjour! 


Comment ça va? 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Les devoirs 


Plenda | Maandag 30 september 
  • FA - Lr. 15x voca 


Uitleg 
  •  Lr. = leren 
  • Voca. = vocabulaire (woorden) 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Bienvenue!
Le programme

  • Vocabulaire | 15' 
  • Écouter : le dialogue 2 | 15'
  • Faire : exercice 15 | 10'
  • Écrire : je me présente | 5'
Lesdoelen : aan het einde van de les ...

- heb ik 15 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
- kan ik een dialoog tussen 3 fransen volgen.
- kan ik vragen beantwoorden die over mijzelf gaan.
- kan ik mezelf kort voorstellen in het Frans. 



    Mevrouw de With (Docent in opleiding)
    Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag

    Mevrouw Geluk (Bonheur)
    r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
    Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

    Slide 3 - Slide

    door de les heen vocabulaire van te voren zeggen dat je dat gaat doen en dat je dan wilt weten wat het betekend

    herhaling voca klassentaal, af en toe zeggen 


    voca = samenwerken ?
    Apprendre: le nouveau vocabulaire
    Lire et écouter :

    - Ouvre le livre 
    - Tu peux fermer la fenêtre?
    - Tu peux répéter la phrase? 
    - Silence, s'il vous plaît 
    - C'est à la page .... 
    - Encore une fois. 
    - Réponds aux questions.
    - Bonne chance! 
    - C'est l'heure. 


    timer
    5:00
    - Désolé 
    - Tout le monde 
    - aujourd'hui 

    Slide 4 - Slide

    Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
    Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

    Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

    Vertalen:
    Uitbeelden? 
    Vocabulaire 
    Vocabulaire thema jezelf voorstellen 

    • Bonjour 
    • Bonsoir 
    • Salut 
    • Au revoir 
    • A bientôt 
    • A demain 
    • Comment tu t'appelles? 
    • (Comment) ça va?
    • Je m'appelle ...
    • Je suis ... 
    • Tu as quel âge?
    • J'ai douze ans 
    • Tu habites où?
    • J'habite (à) ...


    timer
    10:00
    Schrijf de woorden over in je schrift en probeer of je ze kan vertalen.


    Ben je klaar? Pak je boek en maak exercice 10 van pagina 21. 


    Slide 5 - Slide

    This item has no instructions

    Écouter : le dialogue 
    timer
    15:00
    Écoute le dialogue 

    - luister een eerste keer en beantwoord de vragen 3 en 4 van ex. 12 p.22
    - luister nog een keer en beantwoord de vragen 2 t/m 5 van ex. 13 p.22
    - question bonus : 6 t/m 8 

    Slide 6 - Slide

    This item has no instructions

    Faire : exercice 15 p.24
    Werk in tweetallen. 

    Vul het gesprek in. 
    Speel daarna met je buurman/buurvrouw het gesprek. 
    Wissel van rol zodat iedereen beide kanten van het gesprek heeft gezegd. 
    timer
    10:00

    Slide 7 - Slide

    This item has no instructions

    Écrire 
    `Stel jezelf voor in het Frans:

    Met de nieuwe woorden van de vocabulaire van vandaag, probeer om jezelf kort voor te stellen. 

    - Bonjour ........
    timer
    5:00

    Slide 8 - Slide

    This item has no instructions

    Quizlet 

    Slide 9 - Slide

    This item has no instructions

    Les devoirs et les objectifs
    Lesdoelen : aan het einde van de les ...

    - heb ik 15 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
    - kan ik een dialoog tussen 3 fransen volgen.
    - kan ik vragen beantwoorden die over mijzelf gaan.
    - kan ik mezelf kort voorstellen in het Frans. 


      Slide 10 - Slide

      This item has no instructions

      Bonjour! 


      Cours 2 

      Slide 11 - Slide

      This item has no instructions

      Bienvenue!
      Le programme

      • Vocabulaire | 10' 
      • Prononciation (uitspraak) | 5'
      • Parler | 15'
      • Grammaire : être | 10'
        Lesdoelen : aan het einde van de les ...

        - heb ik 17 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
        - snap ik hoe je de franse accenten uitspreekt. 
        - weet ik hoe ik "ou", "au" en "oi" correct uitspreek. 
        - kan ik mezelf kort voorstellen in het Frans. 
        - ken ik het werkwoord être.



          Mevrouw de With (Docent in opleiding)
          Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag

          Mevrouw Geluk (Bonheur)
          r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
          Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

          Slide 12 - Slide

          door de les heen vocabulaire van te voren zeggen dat je dat gaat doen en dat je dan wilt weten wat het betekend

          herhaling voca klassentaal, af en toe zeggen 



          Vocabulaire 
          Vocabulaire thema jezelf voorstellen 

          •  Ça va (bien)
          • Pas mal 
          • Je me présente 
          • Tu es dans quelle classe?
          • Je suis en cinquième 
          • Et toi? 
          • C'est 
          • Dans 
          • Le garçon 
          • La fille 
          • Monsieur
          • Madame 



            timer
            10:00
            Schrijf de woorden over in je schrift en probeer of je ze kan vertalen.



            • Le prénom 
            • Le nom (de famille)
            • L'âge 
            • La ville 
            • Le village 
            Plenda | Woensdag 2 oktober 
            • FA - Lr. 17x voca 


            Slide 13 - Slide

            This item has no instructions

            La prononciation 
            - s/h muet = amis 
            - oi = wa (voisin) 
            - au = oo (au revoir) 
            - ou = oe ( écoute) 
            - ui = wie ( je suis)
            - qu = k (quartier) 
            - ai = è ( j'ai )
            - ç = s ( garçon) 


            • Je suis l'amie de mon voisin.
            • Tu es français ? 
            • Où est le restaurant?  
            • Le garçon est dans le quartier.
            timer
            5:00

            Slide 14 - Slide

            This item has no instructions

            Parler 
            Se présenter


            Faire : exercice 17 à la page 31
            Werk samen. Vragen? Steek dan je vinger op dan komt de docent langs. 

            Aan het einde gaan er meerdere duo's het gesprekje klassikaal voordoen. 
            timer
            15:00

            Slide 15 - Slide

            This item has no instructions

            0

            Slide 16 - Video

            This item has no instructions

            Grammaire : le verbe Être
            In het frans bestaan er regelmatige en onregelmatige werkwoorden. 
            Het werkwoord "être" = hebben, hoort hier bij. 


            Maak :
            • exercice 8A (2) à la page 19
            • exercice 8B + 8C à la page 20. 


            Klaar? 
            • exercice 8E en 8F van pagina 47. 



            timer
            10:00

            Slide 17 - Slide

            This item has no instructions

            Les objectifs
            Lesdoelen : aan het einde van de les ...

            - heb ik 17 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
            - snap ik hoe je de franse accenten uitspreekt. 
            - weet ik hoe ik "ou", "au" en "oi" correct uitspreek 
            - kan ik mezelf kort voorstellen in het Frans. 
            - ken ik het werkwoord être 


              Slide 18 - Slide

              This item has no instructions

              Bonjour! 


              Cours 3
              mercredi 2 octobre

              Slide 19 - Slide

              This item has no instructions

              Bienvenue!
              Le programme

              • Vocabulaire | 10' 
              • persoonlijk voornaamwoord | 10'
              • Werkwoord Être | 15'



              • Quizlet ? | 5'
                Lesdoelen : aan het einde van de les ...

                - heb ik 16 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
                - ken ik het lijstje van persoonlijk voornaamwoorden in het Frans.
                - ken ik het werkwoord être. 



                  Mevrouw de With (Docent in opleiding)
                  Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag

                  Mevrouw Geluk (Bonheur)
                  r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
                  Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

                  Slide 20 - Slide

                  door de les heen vocabulaire van te voren zeggen dat je dat gaat doen en dat je dan wilt weten wat het betekend

                  herhaling voca klassentaal, af en toe zeggen 


                  voca = samenwerken ?
                  Le nouveau vocabulaire
                  • je te présente 
                  • tu es français?
                  • non, je suis néerlandais(e)
                  • c'est un village aux pays bas 
                  • tu t'appelles 
                  • il s'appelle 
                  • tu habites 
                  • la France 
                  • les pays bas (m.pl)
                  • le pays
                  • voici 
                  • voilà
                  • et 
                  timer
                  10:00
                  • néerlandais 
                  • français
                  • bien 
                  Plenda | Maandag 7 oktober 
                  • FA - Lr. 16x voca 
                  • Mk - boekje p. 4-7

                  Uitleg 
                  •  Lr. = leren 
                  • Voca. = vocabulaire (woorden)
                  • Mk. = maken 
                  • p. = pagina 

                  Slide 21 - Slide

                  Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                  Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                  Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                  Vertalen:
                  Uitbeelden? 
                  Le verbe être
                  timer
                  10:00

                  Slide 22 - Slide

                  Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                  Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                  Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                  Vertalen:
                  Uitbeelden? 
                  Persoonlijk voornaamwoord 
                  1. je 
                  2. tu 
                  3. il 
                  4. elle
                  5. on 
                  6. nous
                  7. vous 
                  8. ils 
                  9. elles 

                  Slide 23 - Slide

                  Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                  Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                  Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                  Vertalen:
                  Uitbeelden? 
                  Les pronoms personnels
                  Enkelvoud
                  Meervoud
                  Ik
                  Jij
                  Hij
                  Zij (ev.)
                  Men,
                  We
                  Wij
                  Jullie, U
                  Zij (mnl.)
                  Zij
                  (vrl.)
                  Je
                  Tu
                  Il
                  Elle
                  On
                  Nous
                  Vous
                  ils
                  Elles

                  Slide 24 - Drag question

                  This item has no instructions

                  Persoonlijk voornaamwoord 
                  Noem 4 persoonlijk voornaamwoorden in het Frans en de Nederlandse vertaling die daarbij hoort

                  Slide 25 - Slide

                  Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                  Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                  Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                  Vertalen:
                  Uitbeelden? 
                  Le verbe être 
                  1. Je suis un élève 
                  2. Tu es à l'école 
                  3. Il est très grand 
                  4. Elle est sympas 
                  5. On est en classe 
                  6. Nous sommes au collège 
                  7. Vous êtes en cinquième
                  8. Ils sont des garçons 
                  9. Elles sont des filles 

                  Slide 26 - Slide

                  Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                  Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                  Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                  Vertalen:
                  Uitbeelden? 
                  Le verbe être 
                  Vervoeg het werkwoord être 

                  Slide 27 - Slide

                  Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                  Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                  Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                  Vertalen:
                  Uitbeelden? 
                  Je ... néerlandais(e)

                  Slide 28 - Open question

                  This item has no instructions

                  Vertaal : men is

                  Slide 29 - Open question

                  This item has no instructions

                  vous ... au collège

                  Slide 30 - Open question

                  This item has no instructions

                  Le verbe être 
                  Klassikaal 
                  • 8c
                  • 16e

                  Zelfstandig 
                  • 18 
                  • 25 

                  Klaar? 
                  • Maak 4 zinnen met het werkwoord être. Gebruik hiervoor 4 verschillende persoonlijke voornaamwoorden
                  timer
                  10:00

                  Slide 31 - Slide

                  Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                  Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                  Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                  Vertalen:
                  Uitbeelden? 
                  Les objectifs
                  Lesdoelen : aan het einde van de les ...

                  - heb ik 16 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
                  - ken ik het lijstje van persoonlijk voornaamwoorden in het Frans.
                  - ken ik het werkwoord être. 

                    Slide 32 - Slide

                    This item has no instructions

                    Bienvenue!
                    Le programme

                    quizlet
                    zinnetjes maken met de woorden van het boekje 
                    met meerdere vormen van être 
                    luister opdracht of lezen (met chatgpt)
                    laat so in plenda zetten

                        Lesdoelen : aan het einde van de les ...





                          Mevrouw de With (Docent in opleiding)
                          Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag

                          Mevrouw Geluk (Bonheur)
                          r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
                          Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

                          Slide 33 - Slide

                          door de les heen vocabulaire van te voren zeggen dat je dat gaat doen en dat je dan wilt weten wat het betekend

                          herhaling voca klassentaal, af en toe zeggen 


                          voca = samenwerken ?
                          Bonjour! 


                          Comment ca va? 
                          Cours 4 

                          Slide 34 - Slide

                          This item has no instructions

                          Bienvenue!
                          Le programme

                          • Vocabulaire | 10'

                          • Être | 25'

                          • Quizlet | 10'
                              Lesdoelen : aan het einde van de les ...

                              - weet ik wanneer de SO is 
                              - heb ik 15 nieuwe franse woorden in mijn boekje geschreven 
                              - weet ik hoe ik het werkwoord être moet vervoegen 
                              - heb ik een beeld bij hoe goed ik de vocabulaire van dit thema ken 




                                Mevrouw de With (Docent in opleiding)
                                Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag

                                Mevrouw Geluk (Bonheur)
                                r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
                                Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

                                Slide 35 - Slide

                                door de les heen vocabulaire van te voren zeggen dat je dat gaat doen en dat je dan wilt weten wat het betekend

                                herhaling voca klassentaal, af en toe zeggen 


                                voca = samenwerken ?
                                Vocabulaire
                                Vocabulaire p.10 

                                • La famille 
                                • Le frère
                                • La soeur 
                                • Les parents 
                                • Le père
                                • La mère
                                • Le papa
                                • La maman
                                • Le chien 
                                • Le chat 
                                timer
                                8:00
                                Plenda | Woensdag 9 oktober

                                - FA - Lr voca p.10

                                Plenda | Maandag 14 oktober 
                                - FA - SO (thema : op school & jezelf voorstellen)

                                Uitleg 
                                •  Lr. = leren 
                                • Voca. = vocabulaire (woorden)
                                • Mk. = maken 
                                • p. = pagina 
                                • Le cheval 
                                •  L'ami
                                • L'amie
                                • Le copain
                                • La copine 

                                Slide 36 - Slide

                                Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                                Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                                Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                                Vertalen:
                                Uitbeelden? 
                                Être

                                Slide 37 - Slide

                                This item has no instructions

                                Le verbe être
                                Pagina 12 van je boekje 

                                être
                                je suis
                                tu es 
                                il est 
                                elle est 
                                on est 
                                nous sommes 
                                vous êtes 
                                ils sont 
                                elles sont 
                                timer
                                10:00

                                Slide 38 - Slide

                                Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                                Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                                Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                                Vertalen:
                                Uitbeelden? 
                                Le verbe être
                                Pagina 12 van je boekje 

                                1. être                               1. zijn 
                                2. je suis                          2. ik ben 
                                3. tu es                             3. jij bent 
                                4. il est                             4. hij is 
                                5. elle est                         5. zij is 
                                6. on est                          6. men is / wij zijn 
                                7. nous sommes            7. wij zijn
                                8. vous êtes                   8. jullie zijn / u bent 
                                9. ils sont                       9. zij zijn 
                                10. elles sont                  10. zij zijn 
                                timer
                                4:00

                                Slide 39 - Slide

                                Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                                Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                                Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                                Vertalen:
                                Uitbeelden? 
                                Le verbe être 
                                Klassikaal 
                                • 8


                                Zelfstandig 
                                • 18 
                                • 25 

                                Klaar? 
                                • Maak 4 zinnen met het werkwoord être. Gebruik hiervoor 4 verschillende persoonlijke voornaamwoorden
                                timer
                                20:00

                                Slide 40 - Slide

                                8 = ook die luister opdracht 
                                Quizlet 

                                Slide 41 - Slide

                                Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                                Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                                Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                                Vertalen:
                                Uitbeelden? 
                                Les objectifs
                                Lesdoelen : aan het einde van de les ...

                                - weet ik wanneer de SO is 
                                - heb ik 15 nieuwe franse woorden in mijn boekje geschreven 
                                - weet ik hoe ik het werkwoord être moet vervoegen 
                                - heb ik een beeld bij hoe goed ik de vocabulaire van dit thema ken 



                                  Slide 42 - Slide

                                  This item has no instructions