H3.4 verslag schrijven klas 1A

Welkom klas 1A - 

Leg al je spullen klaar:
werkboek A, schrift, agenda, etui

timer
10:00
Noël
Jesse
Mase
Mels
Holly
Mees
Tom 
Quinta
Rick
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom klas 1A - 

Leg al je spullen klaar:
werkboek A, schrift, agenda, etui

timer
10:00
Noël
Jesse
Mase
Mels
Holly
Mees
Tom 
Quinta
Rick

Slide 1 - Slide

Wat is een verslag?


Slide 2 - Slide

Samen bespreken
H3.4 opdracht 1 en 2

Slide 3 - Slide

Leerdoelen

In deze les leer je:
• hoe je een verslag schrijft;
• hoe je 5W1H-vragen gebruikt;
• hoe je verwijswoorden gebruikt.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Aantekeningen
Samen de aantekeningen lezen

Slide 6 - Slide

H3.4 Verslag
Een verslag gaat over iets wat je hebt meegemaakt.
Regels:
- Schrijf in de verleden tijd.
- Inleiding: waar gaat het verslag over?
- Kern: wat gebeurde er? Gebruik daarbij woorden zoals: eerst, daarna, toen, ten slotte.
- Bedenk een goede titel voor het verslag.


Slide 7 - Slide

5W1H-vragen
wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.

Slide 8 - Slide

Samen oefenen - A-boek
opdracht 5 - blz. 209
opdracht 2 A en B  - blz. 207 - 208

Slide 9 - Slide

Welkom klas 1A - 

Leg al je spullen klaar:
werkboek, schrift, agenda, etui, huiswerk

timer
10:00
Noël
Jesse
Mase
Mels
Holly
Mees
Tom 
Quinta
Rick

Slide 10 - Slide

Huiswerk - vrijdag 17 juni
Lees de leertekst over het schrijven van een verslag goed door. Blz. 152, 153, 154

maken: opdracht 3, 6, 9 en 10
Vrijdag 17-6 in de les verslag schrijven.

Slide 11 - Slide

Vragen over het huiswerk?
Samen nakijken.

Slide 12 - Slide

luister naar het verhaal...
Wat valt op?

Slide 13 - Slide

Waarom is het goed om in een tekst verwijswoorden te gebruiken?

Slide 14 - Slide

H3.4 Verslag
Een verslag gaat over iets wat je hebt meegemaakt.
Regels:
- Schrijf in de verleden tijd.
- Inleiding: waar gaat het verslag over?
- Kern: wat gebeurde er? Gebruik daarbij woorden zoals: eerst, daarna, toen, ten slotte.
- Bedenk een goede titel voor het verslag.


Slide 15 - Slide

5W1H-vragen
wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Huiswerk
maandag 20-6, 3e
Verslag afmaken, opslaan in mapje Nederlands.
H3.4 opdracht 11

Slide 18 - Slide

Welkom 1A
Start met 10 minuten stilwerken.
Spullen klaarleggen: werkboek, schrift, etui, agenda, verslag
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Huiswerk
maandag 20-6, 3e
Verslag afmaken, opslaan in mapje Nederlands.
H3.4 opdracht 11

Slide 20 - Slide

Voorbereiding toets
  • Oefenen met het schrijven van een verslag.
  • Hoofdletters.
  • werkwoorden in de verleden tijd.
  • verwijswoorden.
  • Woorden die volgorde aangeven.

Slide 21 - Slide

H3.4 Verslag
Een verslag gaat over iets wat je hebt meegemaakt.
Regels:
- Schrijf in de verleden tijd.
- Inleiding: waar gaat het verslag over?
- Kern: wat gebeurde er? Gebruik daarbij woorden zoals: eerst, daarna, toen, ten slotte.
- Bedenk een goede titel voor het verslag.


Slide 22 - Slide

Jouw verslag
Lees je verslag nog eens goed door.
Denk aan alles wat je geleerd hebt over: hoofdletters, werkwoorden, verwijswoorden, woorden die volgorde aangeven.

verbeter je verslag. Ben je tevreden? 
Laat je verslag lezen aan je buurman.

Slide 23 - Slide

Feedback geven
Lees het verslag nauwkeurig.
Is er een passende titel?
Is er een inleiding, kern, slot?
Staat de naam van de schrijver onder het verslag?
Let op: hoofdletters, werkwoorden (VT), verwijswoorden, woorden die volgorde aangeven.


Slide 24 - Slide

Welkom klas 1A - 

Leg al je spullen klaar:
Mediadossier
stripverhaal Reinaart
timer
10:00
Noël
Jesse
Mase
Mels
Holly
Mees
Tom 
Quinta
Rick

Slide 25 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Verslag bespreken
  • Vragen over de toetsstof
  • oefenen met verwijswoorden
  • Stripverhaal Reinaart de vos afmaken
  • mediadossier inleveren

Slide 26 - Slide

H3.4 Verslag
Een verslag gaat over iets wat je hebt meegemaakt.
Regels:
- Schrijf in de verleden tijd.
- Inleiding: waar gaat het verslag over?
- Kern: wat gebeurde er? Gebruik daarbij woorden zoals: eerst, daarna, toen, ten slotte.
- Bedenk een goede titel voor het verslag.


Slide 27 - Slide

Waarom is het goed om in een tekst verwijswoorden te gebruiken?

Slide 28 - Slide