OAV 3

Jeugd- en gehandicaptenzorg
OAV
orthoagogische vraagstellingen

les 3


WELKOM!
1 / 51
next
Slide 1: Slide
Orthoagogische vaardighedenSecundair onderwijs

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Jeugd- en gehandicaptenzorg
OAV
orthoagogische vraagstellingen

les 3


WELKOM!

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • 9u toets van les 1 en 2 (30 minuten)
  • 9u35: orthoagogische vraagstellingen: welke vragen?
  • 9u45: ADHD / ADD
  • 11u30: WPL - leren op de werkvloer met Steven

(les 4: ASS)

Slide 2 - Slide

evaluatie
ga naar
Smartschool -> OAV -> oefeningen -> evaluatie les 1 en 2
30 minuten met timer: laat je niet opjagen :)

Afspraak 9u35 à 9u40 terug in SSLive

Slide 3 - Slide

Wat vond je van de toets?
Duid aan wat het best past voor jou.
Zo gemakkelijk ... beetje teleurgesteld :?
Easy peasy! en opgelucht :)
Twijfel.. geen idee of ik het goed gedaan heb :s
Stress! Veel te weinig tijd :(

Slide 4 - Poll

orthoagogische vraagstellingen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

orthoagogische vraagstellingen
Wat is de kernproblematiek? 
Kenmerken
Wat zijn de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt?
Impact
Hoe kan ik de cliënt het best begeleiden?
Begeleiding
Wat zijn de oorzaken van de stoornis / hoe ontstaat deze?
Oorzaken
Wat betekent de stoornis? Wat
Hoe kan de stoornis behandeld worden?
Behandeling
Wat zijn de rechten van de cliënt of naar wie kan ik doorverwijzen?
Apart hoofdstuk...

Slide 7 - Slide

ADHD

Slide 8 - Slide

Wat weet je
over ADHD/ADD?

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Link

Slide 11 - Video

ADHD
Attention Deficit Hyperactivity Disorder
3 soorten.. ADHD met:
  •  voornamelijk aandachts- en concentratiestoornissen (vaak ADD genoemd)
  •  voornamelijk hyperactiviteit en impulsiviteit
  • de combinatie van de hierboven genoemde typen (dit komt het meeste voor).

neurobiologisch: biologisch 'anders zijn' van de hersenen
goedaardige gedragsvariant
stoornis want... grote impact op functioneren en risico's op bijkomende problematieken (gedragsstoornissen, angst en stemmingsstoornissen, leerproblemen, ...)

Slide 12 - Slide

Jasper
Toen Jasper 3 jaar was, stond zijn mond geen moment stil. Hij stuiterde vaak door de kamer en knoeide overal mee. Doodmoe werden zijn ouder van hem. Toen hij naar school ging werd het niet beter. Volgens de juf lette Jasper niet op, maakte niets af en stoorde hij andere kinderen. Zijn klasgenootjes meden hem omdat hij snel boos werd en er meteen op sloeg. Hoe zijn ouder hem ook probeerde te corrigeren (straffen, goed gedrag belonen) het had geen effect. Ten einde raad zijn ze met hem via de huisarts naar het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg gegaan. Zonder hulp redden ze het niet meer, dat was duidelijk.

Na een aantal gesprekken wees de hulpverlener hen op de mogelijkheid dat Jasper ADHD had. Uitgebreid onderzoek bevestigde dit. Jaspers ouders voelden zich opgelucht en verdrietig tegelijk. Jasper kreeg medicijnen voorgeschreven en leert nu met een kinderpsychologe hoe hij meer orde in zijn hoofd kan scheppen. Soms raast hij nog als een wildeman rond, vooral bij het voetballen. Maar verder is hij rustiger geworden en lacht hij vaker. Op schol haalt hij betere cijfers en heeft hij zowaar al twee vriendjes. Zijn ouders kunnen nu ook meer van en met hem genieten.

Slide 13 - Slide

aandachtstekort
hyperactiviteit
impulsiviteit
knoeien
niet opletten in de klas
niets afmaken
straffen en belonen heeft geen effect
zijn mond staat niet stil
door de kamer rennen
snel boos worden
kinderen slaan
onderbreken en overal doorheen babbelen
Als een wildeman rondrazen
Betere cijfers halen

Slide 14 - Drag question

Hyperactiviteit en impulsiviteit
6 of meer symptomen gedurende 6 maanden in een mate die niet overeenkomt met het ontwikkelingsniveau / negatieve invloed op sociale, schoolse / beroepsmatige activiteiten

1. beweegt vaak onrustig met handen of voeten, of draait in zijn of haar stoel.
2. staat vaak op in situaties waarin verwacht wordt dat je op je plaats blijft zitten.
3. rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is.
4. kan moeilijk rustig spelen of zich bezighouden met ontspannende activiteiten.
5. is vaak "in de weer" of "draaft maar door".
6. praat vaak excessief veel.
7. impulsiviteit
8. gooit het antwoord er vaak al uit voordat een vraag afgemaakt is.
9. heeft vaak moeite op zijn of haar beurt te wachten.
10. stoort vaak anderen of dringt zich op.

Slide 15 - Slide

Anne
Anne is 43 jaar. Zolang ze zich herinnert, heeft ze concentratieproblemen. Het kost haar grote moeite de simpelste dingen in haar leven te organiseren.

Als 20'er had ze jarenlang financiële problemen door onbetaalde rekeningen bij nutsvoorzieningen: de enveloppen lagen ongeopend in een doos. Haar huis is een grote wanorde, ze kan zich er niet toe brengen kasten op een ordelijke en gestructureerde manier in te delen. Toch vind ze haar weg in de chaos van haar spullen. Naar de supermarkt gaan voor een pak koffie kan uitlopen in een zwerftocht door de stad en een thuiskomst zonder koffie.

Als kind voelde ze zich al anders dan andere kinderen. Ze zat vaak te dromen en maakte met pijn en moeite een beroepsopleiding af. Ze pakte verschillende opleidingen en banen aan, maar die liepen steeds stuk op haar oncontroleerbare neiging zich te laten afleiden van waar ze mee bezig was en op slordigheidsfouten. Anne ging zich een steeds grotere mislukking voelen.

Slide 16 - Slide

Anne (2)
Acht jaar geleden besloot A. contact te zoeken met een CGG. De psychotherapie die ze daar kreeg hielp haar om meer positief over zichzelf te denken. Maar haar concentratieproblemen bleven. Tot op een dag haar zus haar opbelde ivm een documentaire die ze gezien had over ADHD. Volgens mij heb jij dat ook, had ze gezegd.

Anne kreeg via de patiëntenvereniging de naam van een gespecialiseerde psychiater, die inderdaad ADHD vaststelde. Samen met hem probeerde ze inzicht te krijgen in haar klachten. Begeleiding aan huis hielp haar het huishouden te ordenen en structuur in haar dag te krijgen. Toen dit niet voldoende hielp, kreeg ze ook medicijnen. Langzaam krijgt A. overzicht en controle over haar leven.

Steeds vaker brengt ze activiteiten tot een goed einde. Soms is ze nog erg verdrietig dat ze zolang in haar eentje heeft geworsteld met problemen zonder dat ze er iets aan kon doen.

Slide 17 - Slide

aandachtstekort
hyperactiviteit
impulsiviteit
concentratieproblemen
moeite zich te organiseren
zwerven door de stad ipv koffie kopen
vaak zitten dromen
veel moeite om een beroepsopleiding af te maken
chaotisch thuis (rommelig)
onbetaalde rekeningen in ongeopende enveloppen
oncontroleerbaar zich laten afleiden
slordigheidsfouten
activiteiten (niet) tot een goed einde brengen

Slide 18 - Drag question

Aandachts- en concentratiestoornissen
6 of meer symptomen gedurende 6 maanden in een mate die niet overeenkomt met het ontwikkelingsniveau / negatieve invloed op sociale, schoolse / beroepsmatige activiteiten

1. slaagt er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details of maakt achteloos fouten in school, werk of bij andere activiteiten.
2. heeft vaak moeite om aandacht bij taken of spel te houden.
3. lijkt vaak niet te luisteren als hij/zij direct wordt aangesproken.
4. volgt vaak aanwijzingen niet op en slaagt er dikwijls niet in om schoolwerk, karweitjes of taken op het werk af te maken.
5. heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten.
6. vermijdt vaak om, heeft een afkeer van of is onwillig zich bezig te houden met taken die een geestelijke aandacht vereisen.
7. raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of activiteiten.
8. wordt gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels.
9. is vaak vergeetachtig tijdens dagelijkse bezigheden.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

de ruitjestest :)
neem een ruitjesblad
of teken een rooster van 11 rijen en 15 kolommen
of open het rooster in smartschool

Slide 21 - Slide

de ruitjestest :)
Zet een stip = 3 ruitjes vanaf links, 2 ruitjes vanaf boven
Daarna volg je de instructies.

                  

Slide 22 - Slide

 'Ze kúnnen het wel, als ze maar wíllen'
ADHD kunnen zich inderdaad wel concentreren, maar ze hebben daar een veel sterkere prikkel voor nodig. Het kost hen ook veel meer inspanning dan andere kinderen.

vb helemaal opgaan in een game, maar onmogelijk aan 10 sommen geraken
vb een spannende film helemaal uitkijken, maar de instructie van de leerkracht niet helemaal kunnen volgen

Slide 23 - Slide

tijdsbeleving
problemen met het inschatten van tijd:
  • dikwijls te laat komen
  • schatten de tijd die ergens voor nodig is altijd verkeerd in, altijd te kort.
  • "Alsof de klok in hun hersenen niet goed loopt"

Slide 24 - Slide

impact
indringende kenmerken
  • belemmeren het eigen en andermans functioneren zowel thuis, op school, als in de vrije tijd

combinaties met andere stoornissen
  • 85% van kinderen en jongeren: bijkomende problemen
  • gedragsstoornissen: overmatig opstandig en agressief gedrag
  • depressieve klachten, een angststoornis of een leerstoornis
  • schoolverlaters, ongelukken in het verkeer, ....


Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

ADHD is een ziekte
juist
fout
ik weet het niet

Slide 27 - Poll

ADHD is te genezen
juist
fout
ik weet het niet

Slide 28 - Poll

Wat zijn de oorzaken van ADHD?
A
omgevingsfactoren +/- effect
B
trauma in jeugdjaren
C
vaccinaties
D
erfelijkheid: 70 à 90%

Slide 29 - Quiz

oorzaken van ADHD
  1. ADHD is grotendeels erfelijk bepaald. De erfelijkheidscoëfficiënt wordt momenteel op 70 tot 90 % geschat. ADHD zit dus echt ‘in de familie’.
  2. Omgeving speelt ook een belangrijke rol.
  • Bepaalde factoren in het gezin, op de school, in de werkomgeving, in de vriendenkring ... kunnen de aanwezige aanleg versterken.

Opvoeding:
  • kinderen met ADHD kunnen gedrag uitlokken bij hun ouders dat het ADHD-gedrag nog gaat versterken
  • opvoeding is NIET de oorzaak

Slide 30 - Slide

Welke factoren beschermen tegen de aanwezige aanleg voor adhd?
A
psychisch gezonde ouders
B
een evenwichtige voeding
C
positief sturende omgeving
D
genoeg slapen

Slide 31 - Quiz

    Belangrijkste beschermende factoren
aanleg verzwakken  & toekomstverwachting gunstig beïnvloeden

  • psychisch gezonde ouders,
  • een stabiel gezin,
  •  een evenwichtige opvoeding,
  • een positief sturende aanpak op school,
  • een goede vriendenkring,
  • een stimulerende en ondersteunende partner,
  • een begripvolle werkgever
  • ...

Slide 32 - Slide

ADHD is niet te genezen, maar wel te behandelen...
juist en ik weet op welke manier!
juist
ik weet het niet
fout

Slide 33 - Poll

behandeling van ADHD
doel
  • de symptomen milderen
  • het ontstaan van bijkomende problemen voorkomen en/of te
beperken.

Hoewel het grote publiek overstelpt wordt met informatie over zeer uiteenlopende
behandelingsmethoden, blijkt er op wetenschappelijk niveau weinig evidentie te bestaan voor hun effectiviteit.

Slechts drie behandelmethodes worden als ondersteunend beschouwd: Farmacotherapie, Psycho-educatie, Gedragstherapie



Slide 34 - Slide

Medicatie
meest efficiënte manier om de symptomen van ADHD te onderdrukken

efficiënt voor 70 à 80% van de ADHD'ers

deel van ruimer zorgtraject

Slide 35 - Slide

psycho-educatie
de idee van een blijvende kwetsbaarheid -> ermee leren omgaan:
  • inzicht in de achterliggende stoornis,
  • aanvaarding van de eigen beperkingen
  • aanpassing van het gedrag en het zelfbeeld

in functie van een  haalbaar toekomstperspectief:
  • het verminderen van de ADHD-symptomen die last berokkenen & negatieve gevolgen
  • het versterken van de talenten van de jongere
  • voorkomen dat er zich bijkomende moeilijkheden vormen die kunnen uitgelokt worden door de ADHD-symptomen

Slide 36 - Slide

Niet-medicamenteuze behandeling
ouders (mediatietherapie): ouderschapsbekwaamheid en opvoedingsvaardigheden

kinderen, jongeren of volwassenen :
  • cognitieve gedragstherapeutische programma’s (de beertjes van Meichenbaum)
  • vaardigheidstrainingen (plannen en organiseren, sociale vaardigheden, ...)
  • neurofeedback
  • cognitieve trainingen

focus: zelfcontrole, probleemoplossing, werkgeheugen, planning en organisatie en/of sociaal functioneren

Slide 37 - Slide

zelfinstructietraining van Meichenbaum
kind hoort of leest de opdracht
vooraf stilstaan bij de oplossingsmethode
reeds verworven leerstof kunnen oproepen en toepassen
het werkplan stap voor stap uitwerken
zelfstandig werken
evaluatiefase: via vragen het werk controleren

Slide 38 - Slide

Pas de zelfinstructiemethode van Meichenbaum toe in volgende situatie:

Klaas krijgt de opdracht van mama om naar de supermarkt te gaan om volgende dingen te komen: 5kg aardappelen, 1 brood, 6 tomaten.

Slide 39 - Open question

Klaas doet boodschappen
1 Wat moet ik doen?                         boodschappen: 5kg aardappelen, 1 brood en 6 tomaten.
2 Hoe ga ik het doen?
  • ik maak een lijstje
  • ik verzamel: mijn lijstje, een pen, een boodschappentas
  • Ik vraag geld aan mama
  • Ik ga naar de winkel
  • Ik verzamel de boodschappen
  • Ik controleer de boodschappen op mijn lijstje
  • Ik betaal aan de kassa
  • Ik kom naar huis
  • ik geef de boodschappen en het geld aan mama
3 Ik doe mijn werk. Vertrekken
4 Ik controleer mijn werk. Voor ik naar de kassa ga, kijk ik op mijn boodschappenlijstje

Slide 40 - Slide

begeleidershouding
opvoedingsvaardigheden die ook voor ouders belangrijk zijn

Slide 41 - Slide

Een kind met ahdh is erg druk in de leefgroep. Na een tijdje zet ik hem aan de kant op de stafstoel om wat af te koelen.
Goede reactie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll

De afspraken herhaal ik regelmatig. Boris blijft ze vergeten. Na 3 keer herhalen geef ik hem straf voor het niet naleven van de regels.
Akkoord?
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Poll

In de leefgroep herhalen we de regels regelmatig. Ze hangen met eenvoudige tekeningen aan de muur. De kinderen weten goed wat kan en niet kan. Wanneer Boris toch de regels vergeet, vraag ik hem om op de lijst te kijken en ze nog eens te herhalen. Wat gaat hij nu doen? Wanneer hij daarna zijn gedrag positief verandert, geef ik hem een dikke duim.
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Poll

Je begeleid een kind (10 jaar) met gedragsproblemen die typisch ADHD zijn (impulsief, niets afmaken, rommelig, super veel praten, anderen storen, ...)

Wat denk jij.. hoe zou je dit kind het best kunnen bijstaan?

Slide 45 - Open question

begeleidershouding(1)
structuur
  • Zorg voor duidelijke structuur (dagindeling, regels). Een kind met ADHD heeft deze structuur van buitenaf nodig.
  • Geef duidelijke, korte en haalbare opdrachten.
  • Geef telkens maar 1 opdracht tegelijk.
  • Zorg dat regels en afspraken regelmatig worden herhaald

  • voorstructureren = vereenvoudigen en verduidelijken van de omgeving en het aanbrengen van structuur. -> gebruik van concrete taal, wees zelf rustig en voorspelbaar, werk met tijdsplanning/dagindeling, vaste plaatsen voor spullen etc

Slide 46 - Slide

begeleidershouding (2)
uitdaging
  •  Geef het kind interessante en prikkelende taken, anders dwaalt de aandacht te snel af.
  •  Zorg dat er ook ruimte is voor het kind om zijn energie kwijt te geraken en zich lekker te kunnen uitleven.
  • Geef duidelijk aan wanneer dit kan en wanneer niet.

Slide 47 - Slide

begeleidershouding (3)
afspraken en regels
  •     Grijp tijdig in. Reageer snel en adequaat op zowel gewenst als ongewenst gedrag.
  •     Wees voorzichtig met straffen. Zorg bij sancties dat ze zinvol zijn én dat het kind begrijpt waarom hij gestraft wordt. Straffen is een reactie op negatief gedrag. Je moet natuurlijk grenzen stellen, maar de focus op positief gedrag heeft allicht meer effect.
  • Laat je niet verleiden tot discussie met het kind. Stel vriendelijk en kort vast wat het kind moet doen.
  • Zorg dat het kind niet teveel bepaalt wat er gebeurt in de groep. Houdt zelf de touwtjes in handen.


Slide 48 - Slide

begeleidershouding (4)
aandacht
  • Andere kinderen hebben ook aandacht nodig: verdeel je aandacht.
  • Geef positieve aandacht. Wees alert op goed gedrag. Beloon dit met een compliment en aandacht.
  • Zorg ook dat het kind bij het communiceren aandachtig blijft
Bijvoorbeeld:
  • Vraag dat hij je aankijkt;
  • zet hem vooraan in de groep;
  • neem hem apart in een rustige ruimte; l
  • aat hem de boodschap herhalen; ...



Slide 49 - Slide

Evaluatie
indien nog voldoende tijd... (30 min)
anders bij het begin van les 4

casus -> kernmerken ADHD, aanpak/begeleidershouding, oorzaken

Slide 50 - Slide

Indien geen evaluatie, dan toch even een poll...

Wat vond je van de les vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 51 - Poll