Kies bij deze opdracht altijd voor de tegenwoordige tijd.
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Deel 1: werkwoorden
Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
Kies bij deze opdracht altijd voor de tegenwoordige tijd.
Slide 1 - Slide
Korte uitleg
Bij al deze zinnetjes moet je een persoonsvorm invullen in de tegenwoordige tijd. Vind je dit lastig? Noteer eens één keer voor jezelf alle vormen, met een makkelijk werkwoord ('werken') en een moeilijkere vorm ('vinden' en 'worden'). Hieronder staan alle correcte voorbeelden.