De toets bestaat uit
11 vragen
Je hebt nodig:
oortjes
Je mag niet:
andere websites of programma's gebruiken dan deze Lesson up
Lees de vraag goed, bekijk bronnen nog een keer als dat nodig is.
Geef je antwoord bondig op het toetspapier, maar wel in hele zinnen.
Benoem bij een vergelijking beide onderdelen.
Stel jezelf vragen als: omdat? want? dus daardoor?