Blok 2 les 4 "Rapporteren" en "Kinderen volgen"

    Les 4 -  Rapporteren en Kinderen volgen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

    Les 4 -  Rapporteren en Kinderen volgen

Slide 1 - Slide

Welke zin is waar?
A
Een kwantitatieve observatie gaat om hoe ziet het gedrag eruit.
B
Een kwalitatieve observatie gaat om hoe ziet het gedrag eruit.

Slide 2 - Quiz

Welke van onderstaande observatiemethodes is een kwalitatieve methode?
A
Checklist
B
Categorieënmethode
C
Logboek

Slide 3 - Quiz

Participerend observeren betekent:
tegelijkertijd kwantitatief observeren als kwalitatief observeren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Je telt gedragingen in een bepaalde periode. Dit hoort bij:
A
Kwantitatief observeren
B
Kwalitatief observeren

Slide 5 - Quiz

Vormen van rapporteren

     -Observatieverslag
     -Dagboek
     -Overdrachtsdocument
     -Voortgangsverslag


Slide 6 - Slide

*Lees blz. 231.
Wat zie jij aan rapporteren op stage? 
--> 3 studenten aan het woord.



*Lees 'Mondeling en schriftelijk rapporteren' op blz. 232.
Beantwoord de volgende twee vragen...

Slide 7 - Slide

Wat is een nadeel van mondeling rapporteren?

Slide 8 - Open question

Wat is het voordeel van een schriftelijke rapportage die in het volgsysteem (bv. Parnassys) wordt gezet?

Slide 9 - Open question

Kinderen volgen
Een systeem om de ontwikkeling van een kind in kaart te brengen.
Welke herken je van stage? Kan je er iets over vertellen?

Slide 10 - Slide

Wat bedoelen we met 'ouderbetrokkenheid'?
A
Als ouders aanwezig zijn op de 10-minutengesprekken.
B
Als ouders betrokken zijn bij hun kind en thuis zijn als hun kind uit school komt, zodat ze de schooldag kunnen bespreken.
C
Als ouders helpen met schoolactiviteiten, zoals een leuk schoolreisje.
D
Als ouders interesse hebben voor de ontwikkeling van hun kind en het willen helpen om verder te helpen.

Slide 11 - Quiz