Erfgoedwijzer: feit of mening

Feiten en meningen
Wat is het verschil?
Hoe herken je een feit?
Hoe herken je een mening?

1 / 18
next
Slide 1: Slide
InformatievaardighedenNederlandsBasisschoolGroep 7

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Feiten en meningen
Wat is het verschil?
Hoe herken je een feit?
Hoe herken je een mening?

Slide 1 - Slide

Feit 


  • Een feit kun je controleren.
  • Je kunt bewijzen dat het waar is (of niet waar).
Mening


  • Een mening  kun je niet controleren.
  • Je kunt niet bewijzen of hij waar of niet waar is.

Slide 2 - Slide

Feit
Het is 25 graden.
Mening
Het is lekker weer.

Slide 3 - Slide

Feit
Hij heeft een nieuwe broek.
Mening
Hij heeft een mooie broek.

Slide 4 - Slide

Een feit vertellen

Het is 25 graden.
Dat zijn nieuwe huizen.
Hij/zij heeft twee kinderen.
Een mening vertellen

Ik vind zijn kinderen lief.
Volgens mij is dat niet waar.
Naar mijn mening is dat een lelijk gebouw.

Slide 5 - Slide

Naar feiten vragen

Hoe weet je dat?
Hoe weet je dat het waar is?
Waar staat dat?
Van wie heb je dat?

Naar meningen vragen

Waarom vind je dat?
Wat vind jij hiervan?
Ik vind... Wat denk jij?
Wat is jouw mening hierover?

Slide 6 - Slide

Feit of mening
Nu komen er 10 opdrachten.
Elke opdracht is een uitspraak.
Bijvoorbeeld:
"het is mooi weer".
Sleep telkens de uitspraak naar het goede vakje:
Feit of mening.

Slide 7 - Slide

Feit
Mening
Het is vandaag lekker weer.

Slide 8 - Drag question

Feit
Mening
De zon schijnt.

Slide 9 - Drag question

Feit
Mening
Chocola is lekker.

Slide 10 - Drag question

Feit
Mening
Dat is een lieve hond.

Slide 11 - Drag question

Feit
Mening
Het is vandaag 24 graden.

Slide 12 - Drag question

Feit
Mening
Wat je nu zegt is echt stom.

Slide 13 - Drag question

Feit
Mening
Hij is aardig.

Slide 14 - Drag question

Feit
Mening
Hij helpt de buurman elke dag.

Slide 15 - Drag question

Feit
Mening
Deze oefening is erg makkelijk.

Slide 16 - Drag question

Feit
Mening
Dat is een mooi gebouw.

Slide 17 - Drag question

De goede antwoorden
Het is vandaag lekker weer: de een houdt van sneeuw, de ander van zon. Iedereen heeft zijn eigen mening over wat lekker weer is.
De zon schijnt: dat is een feit. Iedereen kan dat met zijn eigen ogen zien.
Chocola is lekker: De een vindt chocola lekker, de ander niet. Dit is een mening.
Dat is een lieve hond: ja ja, dat zeggen alle baasjes! Maar dat is een mening.
Het is vandaag 24 graden: dit feit kun je snel controleren met behulp van een thermometer.
Wat je nu zegt is echt stom: hoe kun je dit bewijzen? Het is een mening.
Hij is aardig: ook al vinden veel mensen hem aardig, het is een mening die je niet kunt bewijzen.
Hij helpt de buurman elke dag: Dit kun je makkelijk controleren: gewoon elke dag kijken of hij de buurman helpt. Doet hij dat? Dan is dit een feit.
Deze oefening is erg makkelijk: hoe kun je dit bewijzen? Wat de een makkelijk vindt, vindt de ander moeilijk. Het is een mening.
Dat is een mooi gebouw: en ook dit is een mening. Mooi en lelijk zijn geen feiten die je kunt bewijzen.

Slide 18 - Slide