Spelling H1 t/m H3 leerjaar 2

Tussenletter in samenstellingen
  • Tussen –s: voeg toe als je de s hoort: dorpscafé, jongensboek, adventskrans
  • Begint het tweede deel ook met een –s, verander dan het woord en luister of je een –s hoort:
  • Dorpsstraat want dorpscafé, koningszoon want koningsdochter, stadscentrum want stadspark, stationschef want stationshal, liefdesscène want liefdesbrief
  • Tussen –(e)n: als linkerdeel meervoud op –en heeft: eikenboom, pannenkoek, hondenhok

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tussenletter in samenstellingen
  • Tussen –s: voeg toe als je de s hoort: dorpscafé, jongensboek, adventskrans
  • Begint het tweede deel ook met een –s, verander dan het woord en luister of je een –s hoort:
  • Dorpsstraat want dorpscafé, koningszoon want koningsdochter, stadscentrum want stadspark, stationschef want stationshal, liefdesscène want liefdesbrief
  • Tussen –(e)n: als linkerdeel meervoud op –en heeft: eikenboom, pannenkoek, hondenhok

Slide 1 - Slide

Uitzonderingen!
  • Linkerdeel is geen zelfstandig naamwoord: platteland, huilebalk, hogeschool
  • Linkerdeel heeft geen meervoud: rijstepap, benzinegeur, tarwebrood
  • Linkerdeel heeft alleen meervoud op –s: aspergesoep, horlogebandje
  • Linkerdeel heeft meervoud op –s of –en: groentesoep, geboortecijfer
  • Linkerdeel is uniek: Koninginnedag, zonneschijn
  • Linkerdeel is een versterking: apetrots, beregoed, boordevol, reuzegroot, stekeblind
  • Linkerdeel is niet meer als zelfstandig woord herkenbaar: elleboog, papegaai, bullebak, spillebeen

Slide 2 - Slide

Hoofdletters
  • Begin van de zin: Ik ga fietsen.
Maar : 17 koeien zijn ontsnapt.
En: ‘s Avonds is het al fris. ‘s Zomers is het warm.
  • Eigennamen: (ook straten, merken, talen, volkeren, aardrijkskundige namen)
Jan van den Broek, meneer Van den Broek, Stationsstraat, Zuid-Afrika, Frans stokbrood, Haagse hopjes, Coca Cola
Maar soortnamen niet: sint-bernardshond, cognac, de ware jacob, het kabinet, cola


Slide 3 - Slide

  • Namen van historische gebeurtenissen, feestdagen, heilige zaken:
De Tweede Wereldoorlog, de Bevrijding, Moederdag, Nieuwjaar, Werelddierendag, de Bijbel
Maar: kerstavond (samenstelling), oudejaar (geen feestdag) ramadan (periode rondom feestdag), Bijbels
  • Begin citaat: Zij vroeg: “Ga je mee naar de film?”

Slide 4 - Slide

kleine letter
  • Tijdsnamen: renaissance, barok, jura
  • Perioden: vasten, herfst, juni
  • Titels: baron, minister, kardinaal, directeur
  • Geloven: christendom, zenboeddhisme, moslim (als volk wel hoofdletter Joods, Christenen)
  • Bloemen, planten: roos, narcis
  • Ziekten: alzheimer, corona


Slide 5 - Slide

leestekens trema
  • Als je een woord met meerdere klinkers niet als 1 klank mag lezen:
  Poëtisch, geïnd, jezuïet, coöperatie
Maar niet als het vanzelf goed gaat:
  Georganiseerd, zijig, geallieerd, begroeiing, hobbyist
Uitzonderingen: egoïst, naïef, Israël
  • Let op meervouden:
-ee krijgt ën: zeeën, ideeën
-ie krijgt ën als de klemtoon op –ie valt: knieën, maar zonder klemtoon: koloniën

Slide 6 - Slide

apostrof
  • Als je letters weglaat: ‘s ochtends, ‘k zal zien, in ’95 (maar de jaren 90)
  •  Bij bezitsaanduiding met sis-klank op het einde: Dennis’ rugzak, Alex’ fiets, Bush’ redevoering
  •  Bij bezitsaanduiding na open klinker: Naomi’s jas, Ivo’s tas, Penelope’s pas, Jimmy’s kas. Maar niet na korte klinker: Renates pillen, Annes boek, maar: Renées drankje, Shirleys bord
  • Bij cijfers, afkortingen en afleidingen: A4’tje, vmbo’er, dvd’tje
 baby’tje, whisky’tje maar trolleytje, essaytje

Slide 7 - Slide

dubbele punt, puntkomma
  • Dubbele punt bij citaat, opsomming, uitleg of voorbeeld
  • Punt komma als twee zinnen duidelijk verband hebben, als er na een dubbele punt een opsomming volgt die langere delen heeft

We stonden vroeg op; we hadden een lange reis voor de boeg.
Denk aan de volgende spullen: toiletartikelen zoals je tandenborstel; een warme trui, want het kan koud zijn; iets lekkers voor bij de koffie.

Slide 8 - Slide

bijbelse teksten - Baron van Gatenbroek - tulpen - de ware jacob
A
4 goed
B
3 goed
C
2 goed
D
1 goed

Slide 9 - Quiz

Bijbelse teksten - baron Van Gatenbroek -  tulpen - de ware jacob

Slide 10 - Slide

parlement - kerstdag - Zuid-Limburg - Parmazaanse kaas
A
4 goed
B
3 goed
C
2 goed
D
1 goed

Slide 11 - Quiz

Alzheimer - Christendom - Westerse landen - 5 euro
A
4 goed
B
3 goed
C
2 goed
D
1 goed

Slide 12 - Quiz

alzheimer - christendom - westerse landen - 5 euro

Slide 13 - Slide

Tussenletters
A
dwarstraat en hondeweer
B
dwarsstraat en hondeweer
C
dwarstraat en hondenweer
D
dwarsstraat en hondenweer

Slide 14 - Quiz

tussenletter
A
aktetas en hogenschool
B
aktetas en hogeschool
C
aktentas en hogenschool
D
aktentas en hogeschool

Slide 15 - Quiz

tussenletter
A
zonnenschijn en groentensoep
B
zonneschijn en groentensoep
C
zonneschijn en groentesoep
D
zonnenschijn en groentesoep

Slide 16 - Quiz

tussenletter
A
reuzeleuk en dorpsstraat
B
reuzenleuk en dorpstraat
C
reuzenleuk en dorpsstraat
D
reuzeleuk en dorpstraat

Slide 17 - Quiz

tussenletter
A
rijstenpap en stekeblind
B
rijstenpap en stekenblind
C
rijstepap en stekenblind
D
rijstepap en stekeblind

Slide 18 - Quiz

Zij miste haar moeder heel erg toen ze door Amerika reiste, het wendde niet.
A
3 fout
B
2 fout
C
1 fout
D
geen fout

Slide 19 - Quiz

Zij miste haar moeder heel erg toen zij door Amerika reisde. Het wende niet.

Slide 20 - Slide

Speldt u de medaille op bij de gehaatte winnaar! Word hij dan boos?
A
3 fouten
B
2 fouten
C
1 fout
D
geen fouten

Slide 21 - Quiz

Speldt u de medaille op bij de gehate winnaar! Wordt hij dan boos?

Slide 22 - Slide

Daar wordt op de deur gebonsd door de geredde prinses.
A
3 fout
B
2 fout
C
1 fout
D
geen fout

Slide 23 - Quiz

Biedt je je excuses aan vanwege de verbrandde taart? Die smaakde smerig.
A
3 fout
B
2 fout
C
1 fout
D
geen fout

Slide 24 - Quiz

Bied je je excuses aan vanwege de verbrande taart, die smaakte smerig.

Slide 25 - Slide


A

Slide 26 - Quiz