Unit 2 grammar vraagwoorden en aanwijzend voornaamwoorden
3k1
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
3k1
Slide 1 - Slide
Vraagwoorden
Wanneer je iets wilt vragen, zet je vaak een vraagwoord aan het begin van de zin. Bijvoorbeeld: wie, waar, wanneer, waarom, wat en hoe. Deze heb je ook in het Engels.
Slide 2 - Slide
In het Engels heb je de vraagwoorden:
who
what
where
when
why
which
how
Slide 3 - Slide
...... is that man? I have never seen him before
A
what
B
where
C
who
Slide 4 - Quiz
............. movie do you like more? Harry Potter or Lord of the Rings?
A
What
B
where
C
how
D
which
Slide 5 - Quiz
.............are you doing? - I am doing my homework.